Een nogal extreem verhaal, de namen van de personages en locaties zijn veranderd. In het begin van dit verhaal zit weinig seks, dat komt nadien
Omwenteling, renovatie, hond
Daar stond ik dan, alleen, in mijn appartement op de derde verdieping rond te kijken. Ik voelde mij erg eenzaam.
Een paar weken eerder was mijn vrouw overleden door een hersenbloeding. Zo’n vijftig jaar samen geweest, vier kinderen geproduceerd, allen al een tijdje het huis uit en ondertussen was ik opa van tien kleinkinderen. Die waren allemaal gegroeid als kool en zelfs het jongste kleinkind, zat al in de puberteit. Zowel de kinderen, als de kleinkinderen, hadden weinig tijd voor een ouwe vent als ik, die hadden hun eigen leven.
Met mijn vrouw had ik een heerlijk leven gehad. In het begin massaal veel seks, na de geboorte van de kinderen, veel minder tot na een tijd, helemaal niets meer. Maar van mijn vrouw wist ik dat ze zich heel regelmatig liet verwennen door een vriendin. Die likten mekaar grondig het kutje, in haar bed, we sliepen apart door mijn gesnurk, of ‘op verplaatsing’, in één of ander vakantiepark, in Nederland of België. Daar deden ze meestal niet veel meer, dan mekaar likken en laten klaarkomen, gedurende een week of veertien dagen. Van haar ‘uitspattingen’ was ik op de hoogte, zij van de mijne niet. En ik moet toegeven, dat ik vele zijsprongetjes gemaakt heb, gedurende mijn huwelijks leven. Daar was mijn vrouw dan weer niet van op de hoogte.
Ik had mijn hele leven gewerkt als commercieel verantwoordelijke bij een groot expeditiebedrijf in de Antwerpse haven. Daarna was ik op pensioen gegaan. In het begin daarvan, had ik, gezien ik moeilijk kan stilzitten, in het zwart vele tuinklussen gedaan om mijn veel te laag pensioen wat bij te spekken.
Eens mijn kinderen het huis uit, hadden mijn vrouw en ik een appartement gekocht op Antwerpen Zuid. Tot aan dat moment hadden we met z’n allen in het huis van mijn schoonmoeder gewoond, met de kinderen.
Mijn schoonmoeder was evenwel ondertussen overleden en ik had dat huis omgebouwd tot drie appartementen die ik verhuurde. Dat bracht zo’n tweeduizend euro per maand op aan huur. Verder was er nog een grote parkingruimte die mijn schoonmoeder verhuurde toen ze nog leefde. Daar konden nogal wat auto’s en fietsen geparkeerd worden en dat bracht zo’n vierduizend euro per maand op aan huur. Mijn vrouw had dat geërfd, het geheel was evenwel nu eigendom van mezelf voor vijftig procent en mijn kinderen, maar ik had het vruchtgebruik. Die zesduizend euro, plus mijn veel te laag pensioen waren voldoende om goed rond te komen. Het appartement waar ik woonde, met ondergrondse garage en berging, was afbetaald. Ook daar had ik de helft in volledige eigendom en vruchtgebruik op de andere helft.
Al het voorgaande konden jullie in andere verhalen van mijn hand lezen.
Na een paar weken na het overlijden van mijn vrouw, doelloos en als een zombie rondgelopen te hebben in mijn appartement besloot ik dat ik mijn leven ‘over een andere boeg’ moest gooien. Ik wou niet langer ik het beruchte ‘zwart gat’ blijven hangen, na de dood van mijn vrouw. Ik voelde met trouwens ongemakkelijk op dat appartement, zonder haar, fysieke aanwezigheid. Het zal misschien raar klinken, maar voor mij was ze nog aanwezig in dat appartement, alleen fysiek niet. Tegen wie moest ik nu zagen en zeveren. Tegen mezelf ja, er was niemand anders.
Ik begon dus een gesprekspartner te missen, maar ik wou er dit keer ééntje die mij niet zou tegenspreken of commanderen. Dat had mijn overleden vrouw veelvuldig en met verve gedaan.
Dus besloot ik een hond te nemen. Na enig zoekwerk op basis van karaktertrekken en het meermaals doornemen van de Woef, een hondenmagazine, koos ik voor een Boerboel. Dat is een Zuid Afrikaanse versie van een Mastiff. Zo’n beest, als dat een volwassen reu is, weegt zo’n negentig kilo en dat is niet echt geschikt voor op een appartement.
Ik voelde me toch niet meer thuis op ons appartement, dus besloot ik ergens buiten de stad, een huisje te zoeken. Na lang zoeken vond ik redelijk goedkoop een huisje, alles gelijkvloers, dat ik geschikt vond. Dat was gewoon een vierkant gebouw met een helend dak langs de vier kanten in een soort spits, een nok van drie meter lang. Onder het dak was een niet gebruikte zolder en op de benedenverdieping, naast de voordeur rechts : twee grote slaapkamers, links een woonkamer, daarachter een keuken en een berging en daarachter over de volledige breedte een veranda.
Het huisje stond op zo’n vierduizend vierkante meter grond, met daarop een verwilderde moestuin, een kleine serre en een soort hangar. Dat was eerder een kot, van zo’n vijf meter breed en zeker twintig diep. Het huisje stond op zo’n honderd meter van een smal betonbaantje, dat tussen weilanden en akkers liep en dat uitkwam op een verbindingsweg tussen twee dorpen. Achter het huisje, lag een groot stuk bos, dat wel niet bij het huisje behoorde, maar dat op de gewestplannen ingekleurd was als ‘natuurgebied’ en toch zo’n tien hectare groot was. Dat de prijs van het huisje zo goedkoop was, was vooral te wijten aan een zeer slechte energiescore. Geen isolatie, enkel glas, gewoon een gaskachel in de woonkamer, op butaangas uit een citerne aan de zijgevel, gaven de energiescore een E op het EPC. Dat was barslecht dus. Het terrein zelf, was ook nogal verwaarloosd.
Ik had er geen probleem mee en toen ik de prijs zag, wist ik dat ik minder dan de helft van de verkoopprijs van mijn appartement aan dat huis zou moeten geven en het opknappen en het energetisch op niveau brengen, leek me een uitdaging. Eindelijk iets te doen en ik kon zelfs de helft van de verkoopprijs van het appartement onder mijn kinderen verdelen. Van de huurinkomsten kon ik gemakkelijk de renovatiekosten dragen en ik moest daar zelfs niet voor gaan lenen.
Ik zou het hele pand gaan strippen, overal isolatie aanbrengen, vloerverwarming, de zolder inrichten tot één grote kamer voor de kleinkinderen, ventilatie, airco, zonnepanelen, een fatsoenlijke badkamer installeren enz…
Mijn kinderen verklaarden me ‘zo zot als een kruk’, maar lieten me mijn gang gaan. Mijn appartement was snel verkocht aan een heel mooie prijs, dus moest ik een overnachtingsmogelijkheid zoeken, want in het aangekochte huisje ging ik eerst alles strippen. Dus kocht ik me een tweedehands mobile home. Een half integraal, met douche en kleine keuken. Daar een nieuwe matras en nieuw beddengoed, na een grondige poetsbeurt en ik kon daar in verblijven. Daar heb ik zo’n twee jaar in gewoond, tijdens mijn afbraakwerken en renovatieactiviteiten. Die camper stond gewoon in het grote kot, achter de woning.
Na een jaar ongeveer van hard labeur, besloot ik een cognackleurige Boerboel puppy aan te schaffen. Die heeft me ongeveer drieduizend euro gekost. De kweker van Boerboel honden, gaf me een stamboomattest, had alle vaccinaties voor de puppy uitgevoerd en gaf me nog mee, dat een Boerboel zowat het meest luie wezen op aarde was, maar bij onraad, als een kanonskogel uit zijn lethargische toestand kon ontploffen. Hij drukte mij op het hart om zeker een goeie hondenschool te bezoeken en met enige dominantie, de hond op te leiden. Verder gaf hij nog wat goeie raad qua voeding en zei, dat gezien de puppy een stamboom had, ik die puppy een naam zou moeten geven, beginnende met de letter ‘J’. Het was blijkbaar gebruikelijk om elk jaar honden met een stamboom een naam te geven met een bepaalde letter van het alfabet, het jaar daarop de volgende letter, enz… Dat jaar zou het een ‘J’ moeten zijn. Liefst kort en krachtig had de verkoper gezegd. Ik besloot mijn Boerboel Jos te noemen. Johan, Jochen of Jan leek me niet gepast. Ik met Joske naar huis.
Mijn tijdsindeling werd enigszins anders. Uit gewoonte stond ik elke dag om half zeven op. Joske buiten laten, douchen, een bak voer voor Joske klaarzetten, zelf wat eten en dan aan het werk. Joske lag op afstand van mijn activiteiten te slapen, of keek soms, even met één oog om te zien wat ik uitspookte. ’s Middags snel iets eten, Joske ook wat extra eten geven en daarna weer aan het werk. Joske ging dan weer wat rusten en ik toog opnieuw aan het werk. ’s Avonds vers vlees voor Joske, ik maakte me wat warm eten en zo lang het licht was, werkte ik verder. Elke zondag, om negen uur met Joske naar de hondenschool. Heel dat procedé herhaalde zich wekenlang. Ik was verbaasd over de snelheid waarmee mijn hond van kleine pup naar volwassenheid groeide. Die groeide als een kool.
Een jaar na de komst van Joske, was dat een hele Jos geworden en waren mijn werken aan het huis voorbij. Toen ik verhuisde van de camper naar mijn nieuwe woning, was ik stomverbaasd, want Jos, kwam uit zijn lethargie en liep traag doorheen het hele gelijkvloers, alsof hij een inspectie deed van mijn uitgevoerde werken. Alles leek zijn goedkeuring weg te dragen, want die avond, ging hij op het pas aangekochte tapijt voor mijn voeten liggen en bewoog niet meer, tot elf uur. Dan stond hij op, keek me aan en ik begreep dat hij buiten wou. Wij een half uurtje op wandel. Dan gaan slapen.
Ik was streng voor Jos, maar die deed niets verkeerd. Jos was evenwel streng voor mij. Mijn renovatiewerkzaamheden waren voorbij, dus besloot ik, toen mijn wekker ging om half zeven, nog even te blijven liggen. Dat was niet slim. Jos, sliep naast mij op een matje naast mijn bed. Hij kwam evenwel recht, stak zijn snuit tegen mijn zij en gaf me een duw. Verder slapen ging niet. Mijnheer wou uitgelaten worden. Van die dag af, deed hij dat elke dag, stipt één minuut na half zeven. Telkens mijnheer wou gaan wandelen, en dat was drie keer per dag, stond hij recht, gaf een grom en ging dan aan de achterdeur staan. Discussiëren hielp niet, hij wou buiten, dus liet ik hem buiten. Ondertussen had hij een gewicht van negentig kilo bereikt en mocht ik niet met hem gaan wandelen, dan had hij zeker los door de nieuwe deur, de buitenlucht opgezocht. Enkel als het regende en ik de deur open deed, keek hij even naar buiten, keek me dan aan en draaide zich om. Jos had duidelijk geen zin om nat te worden. Dat verbaasde me, want tijdens mijn wandeling met hem, was ik meermaals langs een grote vijver gelopen en daar was hij een paar keer met geweld in gedoken.
Klagen over het gedrag van Jos kon ik evenwel niet. Als ik hem riep, als hij uit zicht was, dan kwam hij steeds op zijn gemak aangewandeld. Bevelen als ‘voet, zit, stop’, volgde hij altijd precies op. Het bevel ‘lig’, was blijkbaar zijn lievelingsbevel. In een fractie van een seconde liet hij zijn totale gewicht op de grond vallen. Na een jaar ging ik naast de gewone hondenschool, naar een speciale waar gevechtstraining en agility aangeleerd werd. Ik amuseerde me kostelijk.
Jos en ik hadden maar twee keer een conflict. De eerste keer, wou hij tijdens een wandeling een ander wegje inslaan dan ikzelf. Hij trok met zijn negentig kilo één kant op, ik de andere. We stonden gewoon stil en ik trok uit alle macht in mijn richting. Jos bewoog geen millimeter. We stonden dus gewoon stil. Dat is belachelijk natuurlijk, dus na een minuut of zo, liet ik zijn leiband gewoon los en liep in de richting dat ik toch wou gaan. Ik keek niet om. Na een minuut of vijf, kwam Jos naast mij lopen met de lus van zijn leiband in zijn bek. Ik wandelde verder en hij bleef naast mij lopen, zonder naar mij te kijken. Van die dag af, liep Jos altijd naast mij, en had ik zijn halsband gewoon, voor de vorm over mijn schouders hangen.
Een keer werd ik door een combi van de politie tegengehouden. Die heren wezen mij erop dat mijn hond geen leiband aan had. Ik deed prompt de halsband rond zijn hals. Jos pakte met zijn bek de lus van de halsband en ik vroeg : “zo goed ?” Dat vonden de heren van niet, ik moest de lus zelf vasthouden. Dat deed ik dan maar en zei ik : “grom” tegen Jos. Die trok zijn bovenlip omhoog en liet een diep gegrom horen. Dan zei ik : “heren, stel dat Jos, hier, jullie nu aanvalt, denken jullie echt dat ik dat ik die negentig kilo spieren stil kan houden ?” De oudste van de twee zei : “wandel maar verder”. Ik zei : “heren, ik krijg Jos hier, geen millimeter verder gesleurd, zolang jullie hier blijven staan”. “Die blijft grommen, tot jullie weg gaan, of ik hem een ander bevel geef”. Dus zei ik :”lig” en Jos liet zich vallen op de grond. De combi verdween, Jos beet de lus van de leiband vast en los van mekaar wandelden we naar huis.
Een ander gebeuren was toen ik op een terras van een brasserie een koffie nuttigde en Jos voor mijn voeten, los op de grond lag. De leiband zat wel rond zijn hals, maar was nergens aan vast gemaakt. Ik zat wat aan de zijkant en las de krant. Een koppel van rond de veertig, komt twee tafels verder zitten. De vrouw van dat koppel droeg op haar arm een Yorkshire terrier. Dat is een klein hondje. Het koppel ging zitten en de ober kwam hun bestelling opnemen. Van zodra dat mormel evenwel doorhad dat er een grote hond voor mijn voeten lag, begon het onophoudelijk te blaffen. Jos trok één ooglid open, tilde zijn hoofd wat op om het geluid te lokaliseren, zag het mormel, sloot zijn oog en liet zijn hoofd terug vallen op de grond. Ik grinnikte.
De York bleef evenwel hard blaffen. Iedereen op het terras keek geïrriteerd. Ik las verder de krant. De eigenaresse van het kleine mormel had gezien dat mijn hond niet vastlag. Toen de ober hun drankjes bracht sprak de vrouw in kwestie de ober er op aan. Die vent was slim genoeg om eerst de hun gebrachte drankjes af te rekenen en kwam dan naar mij toe. Jos bewoog geen millimeter. Ik zette mijn voet op de lus van de leiband, op vraag van de ober.
Dat mormel bleef blaffen en de eigenaresse bekeek me heel vies. Het blaffen begon me te irriteren. Dus zei ik tegen Jos : “recht”. Mijn luiwammes kwam traag recht. Hij keek me aan. Ik zei : “grom” en deed teken met mijn hoofd naar het keffende kutlikkertje. Jos trok één lip omhoog, liet een serieuze snijtand zien en gromde diep.
Het geluid van de Yorkshire veranderde van geblaf naar angstig gejank. Dan zei ik : “Jos, enkel grommen, niet opeten, dat beest is giftig”. Jos gromde verder. Het echtpaar met de York, had natuurlijk mijn conversatie met Jos gehoord, stond op en verliet angstig en boos het terras. Ik grinnikte en las verder de krant nadat ik tegen Jos zei : “dank u wel, terug lig”. Dat deed hij. Wij gaan beleefd om met mekaar.
Tijdens mijn vele, lange wandelingen, met Jos tussen de velden en akkers van mijn omgeving, kwam ik op zo’n vijf kilometer van mijn nieuwe woonst voorbij een ietwat vervallen boerderijtje. Daar woonden Emma en Jef, twee tachtigjarigen, die van hun pensioentje genoten en verder enkel een grote groentetuin onderhielden. Ik had al vele keren met hen een babbeltje gedaan, en Jos vond zo’n babbeltje een ideaal moment om daar een rustpauze in te lassen. Die wierp zich op de grond en rustte uit, terwijl ik met Jef en, of Emma babbelde.
Deze keer vroeg Jef : “en mijnheer D’Anvers, kan je het zo gewoon worden op de buiten ?” Voor hen was ik een stadsmens. Ik zei : “ja, ik voel me hier zalig”. “Ik heb maar één probleempje”. “Mijn gerenoveerd pand, moet regelmatig gepoetst worden en dat haat ik”. “Ik heb een verschrikkelijke hekel aan dweilen, stofzuigen of zelfs strijken”. “Dat hangt vierkant mijn kloten uit, maar buiten dat, voel ik me als god in Frankrijk”.
Jef keek naar Emma, die wisselden een blik van verstandhouding en Emma knikte. “Onze dochter” zei Jef, “kan best komen poetsen”. “Haar vent is met een jonger ding iets begonnen en Lorelei, zo heet ze, is met haar zoontje Rowan, buitengevlogen”. “Die wonen sinds een week terug hier”. “Ze is er nu wel niet, maar Lorelei kan best wat extra centjes gebruiken”. “Stuur ze maar eens langs” zei ik daarop. Ik ging verder en moeizaam, met een kwade blik, kwam Jos recht om achter mij aan te sloffen.
De dag erna, iets voor de middag, zie ik Jos nergens, terwijl ik toch geblaf hoor. Ik loop naar buiten via de veranda. Zie achter mijn huis niets en loop naar de zijkant. Daar zie ik, op zo’n tien meter voor het erf, in het midden van het karrespoor dat de toegang van mijn pand is, Jos staan. Die keek achterom naar mij en ik keek naar hem. Zo’n tien meter voor Jos stond een vrouw, van rond de dertig met een fiets aan de hand. Die riep : “ik ben Lorelei”. Tegen Jos zei ik :”af en hier”. Jos stopte met blaffen en kwam in mijn richting.
Jos smeet zich neer in de veranda en ging zalig niets doen. Lorelei kwam de veranda binnen, liep schichtig naar de keuken waar ik was gaan zitten aan mijn keukentafel. Ik gaf haar en mezelf een koffie uit mijn espressomachine.
Ik bekeek Lorelei. Ze was een brunette met een rossige schijn in de haren. Ze had een nogal dikke boezem, een D-cup, dacht ik. Verder zag ik niet veel. Ze had een jeans aan, een dichtgeknoopte bloeze erboven en een overjas. Ik vond ze licht mollig.
We babbelden over de taken. En we spraken af voor vijftien euro per uur, de hele dinsdag van elke week. Ze gaf aan elke vrijdag, zaterdag en zondag in een boetiek als verkoopster te werken, maar flexibel te kunnen zijn op de andere dagen. Ik gaf haar een sleutel om langs de veranda binnen te kunnen komen. Gezien ik zowat elke dag van zeven tot ongeveer negen met mijn Boerboel op wandel was en zij tegen acht zou arriveren.
Ze vroeg nog of Jos, geen probleem zou zijn als zij aanwezig was en ik zei daarop : “zolang ik geen bevel geef om je aan te vallen, is er voor jou geen enkel gevaar”. “Hij weet, van het moment dat ik je op mijn erf toeliet dat jouw aanwezigheid door mij goedgekeurd is”. “Maar, voor de zekerheid” zei ik nog, “geef hem even een aaike over zijn kop”. Lorelei keek verschrikt. Ik riep “Jos” en hij stond weer traag op en kwam tot aan mijn keukentafel gewandeld. Dan zei ik “Jos, mag ik je voorstellen : Lorelei of Lore” en tegen Lorelei zei ik : “Lore, dat is Jos, mijn beste vriend”. Jos draaide zijn hoofd naar Lorelei en bekeek haar. Die aaide even over diens hoofd en dat liet hij toe. Dan zei ik : “niet te lang, Lore, hij is niet zo zot van zeemzoet geflikflooi”. “Dankjewel Jos” zei ik en hij ging gewoon terug naar de veranda waar hij zichzelf neer smeet op dezelfde plek.
De eerstvolgende dinsdag kwam ik terug van mijn wandeling tegen iets voor negen. Lorelei, tegen wie ik gezegd had, dat ik die naam niet zo mooi vond en haar dan maar Lore zou noemen, was al aan het werk. Ik gaf haar een koffie en vroeg of ze even pauze wou nemen. Lore gaf Jos uit zichzelf een aai over het hoofd en hij ging op zijn plek in de veranda liggen om te rusten. Lore en ik babbelden wat over de renovaties en wat ik zoal gedaan had in mijn leven. Dan ging ze verder werken.
Ikzelf had mijn werkkamer in de veranda gemaakt. Er stond nog een salonnetje bestaande uit een lange sofa en twee salonzetels voor één persoon. Meestal lag Jos op de mat, voor de salontafel en zowat strategisch tussen de deur van de veranda en mijn bureau.
Op een bepaald moment wou Lore de veranda poetsen, maar Jos lag in de weg. Ze stond daar met een emmer en een dweil en keek hem aan. Jos leek het begrepen te hebben, want die stond uit zichzelf recht, liep door de schuifdeur naar buiten en liet zich op het terras vallen. Ik maakte me ook uit de voeten en ging wat prutsen in het kot. Lore poetste de hele veranda en met de stofzuiger, ging ze over de tapijten, ook dat van Jos. Bij het begin van het stofzuigen had Jos één oog open getrokken en daarna gesloten.
Van zodra de hele veranda gedaan, hoorde ik en zag ik door het raam van mijn ‘werkplaats’, Lore de naam van Jos roepen en naar zijn tapijt wijzen. Jos kwam recht en ging netjes op zijn matje liggen. Lore ging naar binnen om verder te poetsen. Jos had blijkbaar Lore geaccepteerd, want hij had een ‘bevel’ van haar opgevolgd. Ik was tevreden.
Lore had geen hele dag nodig om mijn woning proper te krijgen. Dus lasten we elke voormiddag en elke namiddag een pauze in, van zo’n half uur en namen we een uitgebreide middagpauze van twaalf tot twee. Dan babbelden we wat met mekaar terwijl we boterhammen aten. Tegen vier uur vertrok te terug, want dan werd haar zoontje, door het schoolbusje bij haar ouders afgezet.
Dit ging zo een hele boel weken door.
De gesprekken werden soms wat persoonlijker. Niet dat ik een poging deed om haar te versieren of zij mij. Van mezelf vond ik dat merkwaardig en van haar diende ik dat te aanvaarden. Ze kwam immers steeds in jeans en een dichtgeknoopte bloeze, werken.
Lorelei, Jos
Op een bepaald moment, ze had net gedaan met poetsen, maar het was nog geen vier uur, vroeg ik haar waarom haar vent, haar in de steek gelaten had. Ze keek me ineens boos aan. Dan zei ze kwaad : “die klootzak is gaan wippen op een ander en die wil mij niet meer”. Ik keek verbaasd en zei met mijn stomme kop : “dat is straf, jij ziet er zeker niet uit als een gedrocht, dus waarom wou die iemand anders, was het niet goed meer tussen jullie ?” De kwaadheid bij Lore, maakte ineens plaats voor tranen en ze begon hard te wenen. Ik liet ze maar doen, ik wist toch niet hoe ik de tranen kon laten stoppen en zij stond recht, liep naar haar fiets en in tranen reed ze weg, mij verbaasd achter latend.
De dinsdag daarna, was ze weer hard aan het poetsen toen ik van mijn wandeling terug kwam. Ze gaf Jos een aaike en mij een koffie. “Sorry voor vorige keer” zei ze, maar die dag spraken niet meer over haar ex of over eerder persoonlijke dingen.
De week erna, na het gezamenlijk nuttigen van wat boterhammen zei ze ineens : “ach, Rick, ik ben erg boos op mijn ex, want die betaald zijn alimentatie voor mijn zoontje en mij niet, ook al is hij veroordeeld om vijfhonderd euro, elke maand voor ons beiden te betalen en ik kan me geen dure advocaat permitteren”. “Dat brengt me in moeilijkheden want ik werk maar drie dagen in de week”. “Jouw honderd twintig euro, elke dinsdag, brengt wel soelaas, maar dat is niet voldoende om ergens iets te kunnen huren en dat dwingt me dus om bij mijn ouders te blijven wonen”. “Tegelijk ben ik eigenlijk blij dat ik van hem vanaf ben”. “Tot de geboorte van Rowan, mijn zoontje, was ik redelijk gelukkig”. “Bij het vrijen voelde ik wel niet veel, maar ik was dolverliefd om hem”. “Dus maakte het me niet veel uit, dat het vrijen mij geen echte voldoening gaf”. “Na de geboorte van Rowan zijn we terug beginnen vrijen, maar dan voelde ik helemaal niets meer als hij zijn piemel in mij stak”. “Blijkbaar was dat bij hem ook zo, want anders was hij niet op een ander gegaan”. “Ik heb er in berust ondertussen, voldoening gevende seks, is niet aan mij besteed”. “Ik heb een paar vriendjes gehad voor Jack, mijn ex, maar dat was net hetzelfde”. “Met momenten haat ik hem, want hij heeft mij buitengesmeten”. “Het appartement waar wij woonden was immers van zijn ouders”. “Ik ben boos omdat hij dat deed en mij in een financieel moeilijke situatie heeft geduwd, maar hem, als man, moet ik niet meer”. “Ik ben eigenlijk blij dat ik er vanaf ben”.
“Jouw ex moet je vijfhonderd euro elke maand ?” vroeg ik. “Ja” zie Lore, “driehonderd voor Rowan en tweehonderd voor mij”. “En hij betaald niets ?” “Tot vandaag nog nooit een euro gezien” zei Lore, “hij moet me al tweeduizend euro achterstallige alimentatie”. “Geef me die zijn adres ne keer” vroeg ik. Dat schreef ik op een papiertje. “Ik zal eens kijken of ik daar iets kan aan doen” zei ik. Lore ging verder poetsen.
De dag erna, belde ik Mohammed, een eveneens gepensioneerde medewerker van het bedrijf waar ik gewerkt had. Ik vroeg hem, of hij niet kon helpen met een probleempje dat ik had. Ik vertelde hem gewoon dat mijn poetsvrouw geen alimentatie kreeg voor haarzelf en haar zoontje en dat ik dat niet meer kan aanzien. “Dat is een kolfje naar de hand van mijn neef, Rachid” zei Mohammed. “Laat hem mij bellen” zei ik. Drie dagen later, zat ik in een Marokkaanse kroeg in Borgerhout. Rachid zat voor mij en we dronken heel hete en enorm gezoete thee. Rachid vroeg of de ex van Lore, erg sportief was. Ik dacht van niet. Dat zei ik ook. Rachid besloot dat vier man, wel genoeg zou zijn. Ik gaf hem tweeduizend euro, vijfhonderd per persoon. Rachid was daar tevreden mee.
In de week die volgde, kreeg Jack, de ex van Lore een gigantisch pak slaag. Ze sloegen en stampten hem op alle mogelijke plekken op zijn lichaam. Zijn ballen kregen het hard te verduren. Toen hij buiten westen ging, hielden ze op. Rachid goot na een paar minuten een flesje Spa blauw in het gelaat van Jack, leeg. Die kwam bij en Rachid zei hem : “beste Jack, vanaf nu, betaal jij je ex netjes de eerste van elke maand vijfhonderd euro, zoals de rechter bepaald heeft en voor dinsdag van volgende week stort je eveneens het achterstallig bedrag van tweeduizend euro op de rekening van je ex”. “Mocht je dat niet doen, dan vinden wij je met zekerheid terug en, in plaats van wat tegen je ballen te stampen, snijden we ze er dan samen met je lulletje ineens af en smijten dat weg”. “Als je dat overleeft, gaat je leven er wel veel minder leuk zijn”.
De daaropvolgende dinsdag, was ik weer met Jos gaan wandelen en toen ik terug kwam van de wandeling, zag ik Lore al zingend mijn huis poetsen. Ik nam me een koffie en installeerde me in de veranda. Jos ging op zijn gebruikelijke plek liggen. Bij haar pauze om tien uur, kwam ze zelf met een tas koffie bij ons in de veranda zitten. Ze neuriede zachtjes en ik kan verkeerd zijn, maar volgens mij stond er een knopje meer, dan anders open van haar bloeze. “Zo” zei ik, “jij lijkt me veel vrolijker dan de voorbije dinsdagen”. Ze keek me lachend aan, maar zweeg. Dus zei ik maar : “je ex heeft je blijkbaar betaald ?” Ze keek me verbaasd aan en zei : “hoe weet jij dat ?” Ik lachte ietwat mysterieus en zei : “motivatie is de sleutel”.
Lore was natuurlijk niet dom en zei : “zit jij daar voor iets tussen ?” “Och, wie zal het zeggen ?” zei ik enigszins enigmatisch. Ze bekeek me onderzoekend en zei : “jij hebt mijn ex een pak rammel laten geven, hé ?” Ik wou dat natuurlijk niet hardop toegeven en zei : “Lore, ik doe nooit iets, als het niet in mijn voordeel is”. “En natuurlijk heb ik liever dat iemand hier goedgezind, komt poetsen, dan dat er hier iemand rondloopt met een gezicht tot op de grond”.
Ik wou nog even langs mijn jongste dochter rijden, die in de buurt van Mechelen woont en dat zei ik ook aan Lore. Dus ik vertrok iets voor twaalf.
Heel mijn leven, had ik met een Volvo gereden, maar toen ik in mijn appartement stond, vlak na de dood van mijn vrouw, had ik beslist om mijn leven compleet te veranderen. Dat was de reden dat ik de mobile home gekocht had, mijn appartement verkocht had en het huis op de buiten had aangeschaft en gerenoveerd. Wat ik gedaan had, was, mijn Volvo verkopen en ik had een Tesla in de plaats gekocht. Dat is zowat het enige in mijn hele veranderingsproces, waar ik spijt van had. Dat ding was wel geruisloos en reed op elektriciteit. Door de zonnepanelen die ik geïnstalleerd had, had ik wel elektriciteit genoeg om mijn Tesla gratis op te laden, maar toch miste ik mijn Volvo. Dat ding reed aangenamer, naar mijn mening. Ik zou het er mee moeten doen, want je kunt natuurlijk niet alle twee jaar een nieuwe auto kopen, althans, ik toch niet.
Tegen een half drie, kwam ik terug naar huis gereden. Ik was me niet echt bewust dat ik geruisloos, toekwam. Ik stapte uit en liep naar de achterkant van mijn woning. Plots bleef ik stil staan. De deur van de veranda stond open en Lore zat op haar knieën, naast Jos. Ze streelde die en ik hoorde haar zeggen : “Jos, jouw baas in nogal een kerel hé, die heeft mijn ex laten onder handen nemen en wil dat niet toegeven”. “Ik kan er maar goed mee zijn, want mijn ex heeft alle achterstal betaald en het maandbedrag van deze maand”.
Me van geen kwaad bewust, zette ik een stap dichter en ik zag dat de strelingen van Lore op het lichaam van Jos toch iets specialer waren dan ik dacht. Ze was met één hand de pik van Jos aan het strelen en die stak een heel eind uit zijn normale omhulsel. Dan hoorde ik Lore zeggen : “lieve Jos, jij hebt daar echt een serieuze joekel van een piemel hangen”. Jos lag languit, half op zijn rug, met de poten omhoog en gespreid en leek het geheel van strelingen te waarderen.
Ik liep terug naar mijn auto, opende het portier en sloeg dat met een harde slag terug toe. Dan zette ik twee stappen in de richting van de veranda en riep luidkeels : “ik ben terug !!”. Dan wandelde ik naar de achterkant van mijn huis. Lore was uit de veranda verdwenen.
Ik liep naar binnen en zette me aan mijn bureau in de veranda. Wat later kwam Lore vanuit de keuken en zei : “ha, al terug”. Ik knikte en zag dat ze nogal bloosde, maar ik zei niets en Lore ging verder poetsen.
Einde deel 1, 2 volgt
Voor commentaar op dit waargebeurde verhaal, enkel namen en locaties zijn aangepast ; stuur een berichtje naar rickdanvers@yahoo.com of hier op de site. Alle eventueel crimineel interpreteerbare feiten zijn vanzelfsprekend compleet verzonnen. Elke gelijkenis met personen of gebeurtenissen in dit verhaal, berusten louter op toeval. Tevens is dit verhaal enkel bedoeld voor de Gertibaldi site, enkel te kopiëren of te vertalen, mits voorafgaande, schriftelijke toestemming van de auteur.
Sensuele groeten,
Rick