Ik weet nog precies hoe het voelde, die ochtend in de zomer van 2000, toen Pieter en ik over de smalle wegen reden die zich door het groene hart van de Franse Jura slingerden. We hadden geen plan, geen tijdschema, geen reserveringen – alleen het verlangen om samen naar het zuiden te reizen, de zomer tegemoet. Het was pas onze tweede nacht onderweg. De avond ervoor hadden we in Luxemburg gekampeerd, vrolijk als twee jonge geliefden die nog maar net ontdekt hadden hoe vanzelfsprekend en bijzonder hun liefde was. We kenden elkaar nog geen jaar, maar het voelde alsof we al een eeuwigheid samen waren. Het was het soort verliefdheid die je de hele dag laat stralen en alles in je lichaam licht en verwachtingsvol maakt.
Ik was net 22, had blond haar, blauwe ogen, en was slank en lenig van jarenlang sporten. Pieter was 21, had halflang donkerblond haar dat altijd net iets te wild over zijn voorhoofd viel en ogen die ik nog steeds niet goed onder woorden kan brengen: zacht en tegelijk ondeugend. Elke keer als hij me aankeek, met die glimlach die alleen hij had, voelde ik een warmte in mij opkomen die me het gevoel gaf dat ik zweefde. Alles wat we wilden, was samen zijn.
In zijn oude Volvo waren we die ochtend de Jura ingereden zonder enig idee wat we zouden vinden. Pieter stuurde ontspannen met één hand en had de andere losjes op mijn bovenbeen liggen, onder de wegenkaart die uitgevouwen op mijn schoot lag. In een flauwe bocht in de heuvels zag ik ineens het kleine meer liggen. Het zag er uit als een idyllische plek die onwerkelijk stil was, een blauw geheim in een kom van bergen, omzoomd door bomen die zacht ritselden in de warme zomerbries. Een smal pad leidde naar een hele kleine camping die alleen tenten toeliet. Geen caravans, geen motorhomes, geen drukte – alleen stilte, water en het zachte geritsel van hoge bomen.
— Stop, zei ik, zonder erbij na te denken. Pieter grijnsde en remde onmiddellijk af.
— Dit is perfect, zei hij, terwijl hij de motor uitzette.
En dat was het. We liepen over de camping en vonden een plek vooraan bij het water, onder een scherm van bladeren van een rij berken die ons een flink deel van de dag konden beschermen tegen de felle zon. Pas toen we onze eigen tent hadden opgezet, merkte ik de tent naast ons goed op. Een grote, rechthoekige tent van dik, wit canvas, robuust en stoer, die waarschijnlijk vele verhalen meedroeg van verre reizen, spannende avonturen en lange zomers. De lijnen stonden strak en waren bevestigd aan grote, houten haringen die ver de grond in waren geslagen. De tent oogde ouderwets en romantisch. Pieter floot bewonderend.
— Die mensen weten hoe je kampeert.
We kookten voor onze tent met uitzicht over het kalm kabbelende water. We aten een simpele pasta met een verse zomersalade van groenten die nog naar zon roken. De lucht kleurde langzaam naar het donkerrood dat de avondschemering aankondigde. Het oppervlak van het meer was zo glad dat het leek of de bergen erin oplosten. Achter ons hoorde ik stemmen – een jongen en een meisje, vrolijk, levenslustig, rap pratend in het Frans. Toen ik me omdraaide, zag ik ze voor het eerst écht. Ze waren van onze leeftijd. De jongen was slank en sportief. Hij had ogen die voortdurend leken te lachen. Hij had halflang donker haar. De soepele manier waarop hij bewoog, verried een natuurlijke kracht.
De jonge vrouw naast hem was zeker niet klein; voor een Française was ze zelfs lang. Ze had een mooi, slank lichaam met rondingen die zich niet lieten verstoppen. Haar kastanjebruine haar viel op haar schouders. Ze droeg een eenvoudig, lichtgekleurd topje dat haar volle, stevige borsten met moeite binnenboord kon houden. Ze had prachtige, amandelvormige ogen met een levendige uitstraling. Ze praatte snel, met handen die voortdurend leken te dansen. Het was een natuurlijke flair, vermengd met een vleugje elegante nonchalance, die me meteen intrigeerde. Pieter maakte een zacht bewonderend geluid naast me, en ik moest lachen.
— Wat?, vroeg hij. — Ik kijk alleen maar.
— Ik ook, zei ik.
Want dit was het mooie aan stapelverliefd zijn: je voelt je nergens door bedreigd, alleen maar nieuwsgierig naar wat de wereld je nog meer gaat geven. Ze zwaaiden naar ons, wij zwaaiden terug, en even later liepen ze glimlachend onze kant op.
— Bonsoir!, zei de jongen. — Wij zijn jullie buren, Félix en Ghislaine. Enchanté.
Hun Engels klonk charmant, een beetje wiebelig, net als hun vrolijke energie. We praatten even, een luchtige, vriendelijke conversatie, zonder nog te weten dat dit het begin zou zijn van iets dat veel verder zou reiken dan deze ene avond.
Later, toen de zon achter de bergen zakte en de schemering zich als een zachte blauwe deken over het meer legde, kwam Ghislaine naar ons toe lopen.
— Bonsoir! riep ze. Ze droeg een fles wijn in haar hand en twee glazen bungelden aan haar vingers.
— Ça vous dirait de prendre un verre avec nous ?, vroeg ze met een vrolijke glimlach. Voordat ik mijn Frans hoefde te herpakken ging ze vanzelf verder:
— Or… maybe English is better?” Ze lachte opnieuw, verontschuldigend en uitnodigend tegelijk.
Pieter kwam naast me staan.
— Graag, zei hij.
Frans of Engels, het maakte hem nooit iets uit. Hij vond alles goed als het maar gezellig was. Ik knikte instemmend. We liepen mee naar hun tent, waar een klein kampvuur in een metalen schaal zacht knetterde. Félix ontkurkte de fles en schonk de glazen in. We namen plaats op een kleed dat was uitgespreid in het gras vóór de tent. Félix had een aanstekelijke energie. Zijn verhalen sprongen van reizen naar muziek, van kunst naar koken, van studie naar dromen. Zij vertelden over hun zomer. Hoe ze Frankrijk hadden doorkruist, vrije geesten die van het leven genoten en zich door niets lieten tegenhouden.
Ze studeerden allebei kunst — hij fotografie, zij tekenen — en hoe ze ervan droomden ooit samen een atelier te openen in Marseille of misschien in Bordeaux. We praatten over eerste liefdes, over gênante verhalen van school, over hoe heerlijk het was om begin twintig te zijn, op dat punt tussen jong zijn en volwassen worden, wanneer alles nog open ligt maar je het nog niet altijd durft te kiezen.
Félix had een warmte om zich heen die meteen vertrouwd voelde. Ik merkte dat Pieter hem aardig vond — hij had dat typische open gezicht dat Pieter waardeerde in mensen. We voelden de warmte van het vuur en luisterden naar elkaar terwijl de avond langzaam in nacht overging. Ghislaine zat naast mij. Net dicht genoeg om haar warmte te voelen wanneer ze zich naar me toe boog om iets te zeggen. Ze had een melodieuze stem. Haar woorden vloeiden bijna net zo soepel als de rode wijn in onze glazen. Na verloop van tijd raakte ze me af en toe aan – een hand die mijn arm licht raakte als ze iets wilde benadrukken, haar vingers die soms even over mijn pols streken als ze een grap maakte. Het waren kleine dingen, maar ik voelde ze allemaal. Ze hadden een heel eigen soort intensiteit, zacht maar doelgericht.
We lachten en praatten over van alles in een amicale sfeer. Wijn was er in overvloed. De nacht werd voller en intiemer. De onwennigheid van een eerste ontmoeting met mensen die je niet kent was allang verdwenen. Op een gegeven moment pakte Félix zijn camera en vroeg of hij een foto mocht maken.
— Pour la mémoire, zei hij.
Ik knikte. We gingen naast elkaar zitten. Ik leunde tegen Pieter. Ghislaine hing aan de andere kant tegen hem aan, en Félix lag half voor ons. De flits verlichtte de nacht één seconde om een herinnering achter te laten die ik tot vandaag bijna kan aanraken. Het gesprek ging daarna nog alle kanten op: hoe Pieter en ik elkaar net geen jaar kenden, hoe dit onze eerste zomervakantie samen was, hoe verliefd we waren. Ghislaine keek me soms aan van opzij aan, met een blik die ik toen nog niet helemaal durfde te begrijpen.
Rond twee uur ’s nachts begon de lucht verder te verkleuren naar dat donkere, intense blauw dat de diepte van de nacht aankondigde. Het vuur knetterde lager, de wijn was bijna op, en onze stemmen klonken moe maar tevreden. Sterren fonkelden overal aan de hemel die snel donkerder werd. Félix rekte zich uit, gaapte breed en zei:
— It’s time to turn in. Sleep well, my friends.
Hij gaf Pieter een stevige hand en mij een vriendelijke kus op de wang. Ghislaine bleef nog even zitten, maar kwam toen gracieus overeind. De vlammen van het kleine kampvuur lichtten haar lokken op alsof ze van koper waren.
— Bonne nuit, zei ik zacht.
Ze stapte dichter naar me toe. Veel dichter dan ik had verwacht.
— Attend, fluisterde ze, bijna als een ademtocht.
Ze legde haar armen om mijn hals – niet vluchtig, maar langzaam, bewust. Ze trok me licht tegen zich aan, heel vrouwelijk, heel soepel. Haar wang raakte de mijne. Haar lippen vonden die van mij. Teder. Zwoel zonder brutaal te zijn. Intiem zonder grens te overschrijden, maar net iets te lang om onschuldig te zijn. Een kus die heerlijk aanvoelde en dieper leek te gaan dan de paar seconden die hij duurde. Mijn ademhaling versnelde. Nog nooit had ik met een vrouw gezoend.
— Fais de beaux rêves, fluisterde ze.
Ze liet haar handen langzaam langs mijn lichaam glijden. Toen deed ze een stap achteruit, met een kleine, geheimzinnige glimlach die speels en ondeugend was, alsof ze precies wist welke rimpeling ze in me had achtergelaten. Pieter keek me aan en nam mijn hand. Hij was stil en geraakt door de omhelzing die hij zojuist gezien had, maar zei niets. Mijn hart sloeg nog steeds sneller dan ik kon verklaren. Terwijl we naar onze tent liepen, keek ik nog één keer achterom. Ghislaine stond daar in het schijnsel van het vuur. Stil en verleidelijk, haar donkere lokken rond haar gezicht. Ze keek naar mij. Niet toevallig. Niet per ongeluk. Een laatste, stille, zwoele blik. Dit was niet zomaar een ontmoeting.
De volgende ochtend werd ik wakker van het zachte licht dat door het tentdoek viel. Pieter lag nog dicht tegen me aan, warm en ontspannen, en ik voelde meteen hoe loom ik zelf was. De avond ervoor had meer indruk gemaakt dan ik durfde toe te geven. Ghislaine’s kus tintelde ergens diep in mijn geheugen — alsof mijn lichaam het onthouden had. Pieter rekte zich uit en drukte een zachte kus in mijn nek.
— Douchen? murmelde hij.
— Ga jij maar vast, fluisterde ik. — Ik blijf nog heel even liggen.
Hij trok zijn shirt aan, gaf me half slaperig een kus en stapte de tent uit, zijn handdoek over zijn schouder. Het sanitairgebouw bevond zich tussen de bomen. Het was van hout, eenvoudig maar schoon. Binnen waren er een paar douches en toiletten. Buiten, onder een afdak van golfplaten, hingen een aantal wastafels waar het water helder en koud uit de kraantjes liep. Toen Pieter de hoek om kwam, stond Ghislaine daar al. Het verraste hem. Ze boog net iets voorover bij één van de wasbakken. Het ochtendlicht gleed over haar gestalte. Ze droeg alleen een hooguitgesneden slipje. Ze bewoog met vanzelfsprekende elegantie, een vrijheid die niets uitdagends had, maar juist iets natuurlijks. Het benam hem heel even de adem.
Ze merkte Pieter op en draaide zich naar hem toe met een overrompelende glimlach. Haar grote, volle borsten stonden trots naar voren alsof zwaartekracht geen enkele factor van betekenis was. Ze moest zich bewust zijn van de indruk die ze maakte, en zag dat Pieter met meer dan alleen interesse naar haar naakte bovenlichaam keek. Haar tepels waren hard van het koude water waarmee ze zich gewassen had.
— Bonjour, Pieter, zei ze zacht, vrolijk. — You slept well?
Hij knikte en groette terug, verrast door haar ongedwongenheid, en ging bij de wastafel naast haar staan. Ze praatten luchtig, alsof ze elkaar al veel langer kenden.
Toen Ghislaine klaar was, draaide ze zich naar hem toe als een ochtendscène in een schilderij. Ze legde haar hand tegen zijn schouder, kwam op haar tenen en zei:
— Ce soir… shall we cook together? The four of us?
— Ja, lijkt me leuk, zei Pieter net iets té snel.
— Good.
Ze glimlachte speels. Toen pas trok ze een shirt aan.
— And… give Sanne a kiss for me, yes?”
De rest van de ochtend brachten Pieter en ik door aan het meer. Félix en Ghislaine waren vroeg vertrokken — rugzakken, waterflessen, wandelstokken — ze zouden de hele dag weg zijn, hadden ze gezegd. Een klim? Een stadje? We wisten het niet precies. Pieter had me natuurlijk verteld van de toevallige ontmoeting bij de wastafels. Ik merkte dat hij heel erg onder de indruk was van Ghislaine, en ik dacht in mezelf grinnikend dat dat vooral haar borsten betrof. Hij raakte er niet uitgepraat over.
Het meer was zo helder dat je de stenen op de bodem kon tellen. We lagen in de zon op een kleed, ik las een boek terwijl Pieter naast me in slaap dommelde. Ik droeg een fleurig bikinibroekje en genoot van de zonnestralen op mijn lijf. Het voelde als een weldaad. Af en toe gingen we zwemmen. Het koele water gleed als zijde langs mijn huid. De uren vloeiden traag voorbij. Ik dacht regelmatig aan Ghislaine. Niet op een onrustige manier, maar als een heerlijke herinnering die me warm maakte van binnen. Dat glimlachje. Die kus. Haar lippen op de mijne. Die blik.
Tegen zessen hoorden we in de verte stemmen en gelach. Félix en Ghislaine kwamen het pad afgelopen, bezweet, stoffig, maar stralend. De begroeting was hartelijk. Heel even kwamen ze bij ons zitten en vertelden over de bergwandeling die ze hadden gemaakt. Ze waren over een smal pad zelfs Zwitserland binnen gelopen en hadden daar gevreeën in het hoge gras. Zoals Félix het vertelde, klonk het extra spannend. Ghislaine bekeek mijn naakte bovenlichaam, merkte ik. En ook bij Félix leek ik in de smaak te vallen. Ik was bijzonder tevreden met mijn kleine, stevige borsten, en was trots op mijn lichaam. Mijn tepels waren hard, en ook dat bleef niet onopgemerkt.
Iets later zaten we met z’n vieren in het gras voor hun tent, net als gisteravond. Borrels, olijven, charcuterie, stokbrood, aioli, noten, wat kaas. De gesprekken verliepen nu nog soepeler, alsof de vriendschap zich inmiddels al krachtiger geworteld had. Tegen achten stond Félix op.
— I am going to cook, zei hij. — You…, hij wees naar Pieter, — please help me.
Pieter klopte het gras van zijn broek en volgde Félix. Ghislaine keek mij aan. Haar blik bleef net iets langer hangen dan nodig was.
— Walk with me? vroeg ze. — Au bord de l’eau? The boys will manage.
Ze nam mijn hand, alsof dat vanzelf sprak, en trok me zachtjes overeind. We liepen langs de rand van het meer in het zachte licht van de vroege avond. De lucht was warm en stil, behalve het zachte tikken van insecten in het gras. Ghislaine liet mijn hand niet meteen los. Onze vingers waren in elkaar verstrengeld. Eerder had ik snel een t-shirt aangetrokken over mijn blote bovenlijf. Mijn tepels waren hard en prikten van binnen tegen de stof die er steeds tegenaan schuurde. Ghislaine zag het.
— Last night… begon ze, maar ze stopte halverwege en glimlachte voorzichtig, alsof ze woorden niet vertrouwde.
— Ja?, vroeg ik zacht.
Ze keek naar het water.
— You are… how do I say it… très douce. Very warm. Very… open and welcoming.
Ik slikte.
— Ik voelde me ook meteen op mijn gemak bij jou.
Ze keek weer naar me. Haar blik gleed over mijn gezicht, alsof ze alles wilde onthouden. Ik voelde een blos van opwinding op mijn wangen. De stilte tussen ons was geladen. Aan de oever van het meer, ver weg van de tenten, stopte ze, draaide zich naar me toe en nam deze keer wél bewust mijn hand in de hare.
— I’m glad we met, zei ze.
— Dat ben ik ook.
Ik meende het op een manier die ik zelf nog niet kon verklaren. Ik voelde opwinding. Ze intrigeerde me, en bovendien vond ik haar heel erg mooi. Ik realiseerde me ook dat ik nog nooit op zo’n manier naar een vrouw had gekeken. Ghislaine stond dicht genoeg bij me om haar adem te voelen. Heel even dacht ik dat ze me zou kussen. Heel even wilde ik dat ook. Maar ze kneep alleen zacht in mijn hand. Haar ogen vertelden de rest — er lag een belofte in besloten.
— We should go back, fluisterde ze tenslotte. — The meal will be ready.
Ze liet mijn hand pas los toen we bijna bij de tent waren.
De maaltijd zag er prachtig uit en rook overheerlijk. Félix had een prachtige pastaschotel gemaakt: olijfolie, knoflook, tomaat, basilicum, courgette en tonijn. Een salade caprese er naast. Pieter stond te roeren in een pan terwijl hij lachte om iets wat Félix had gezegd. Hij had deze keer de rode wijn geregeld. We aten met onze borden op schoot. Het meer lag als een spiegel voor ons. Het voelde intiemer dan de vorige avond, alsof we met z’n vieren in een bubbel zaten die niemand van buitenaf kon verstoren. Na het eten stonden de jongens op om af te wassen.
— Come inside… just a moment, fluisterde Ghislaine tegen me met een ondeugende blik in haar ogen.
Ze nam me mee naar binnen. De grote canvastent rook iets wat leek op wierrook of patchouli. Het was binnen verrassend ruim — twee slaapgedeeltes, een groot vierkant matras, een kleed op de grond, en een kist met kleding. Ghislaine opende die kist en keek me met twinkelende ogen aan.
— Let’s wear something… light, zei ze. — Something playful.
Ze haalde twee volledig doorschijnende zomerjurkjes tevoorschijn. Haar jurkje was zachtgeel, van ragfijne katoen, met smalle bandjes. Het mijne was beige, volledig transparant, tot net boven mijn knieën, met een soepele halslijn die mijn huid zacht omlijstte. Naakt stonden we tegenover elkaar in de tent. Ze was prachtig en zo verschrikkelijk sexy. Haar borsten waren vol en groot, en heel stevig. Ik kon me heel goed voorstellen wat Pieter vanochtend had gevoeld toen hij haar zo zag, en ik gaf hem geen ongelijk. Ik was ook geintrigeerd. Het was zeker een DD-cup. Ik wilde voorkomen dat ik teveel staarde, maar zag nog wel dat ze een smal, kort getrimd streepje schaamhaar had staan.
Zoals ik haar bekeek tijdens het omkleden, dwaalden haar ogen ook over mijn naakte lichaam. Ik was volledig glad geschoren. Ik vond dat zelf het mooiste staan, en bovendien was Pieter dol op een kaal kutje, dus ik deed hem graag een plezier.
Toen ik mijn jurkje aantrok voelde ik hoe het licht stofje op mijn blote huid danste. Ghislaine stapte achter me, legde een hand op mijn schouder en fluisterde:
— Très belle…
Ze gaf me een lichte kus in mijn hals. Ik durfde me niet meteen om te draaien — bang dat de warmte in mijn wangen té duidelijk zichtbaar zou zijn. Toen ik het toch deed, glimlachte ze langzaam, alsof ze precies wist wat ze met me deed.
— Ready?, vroeg ze.
— Oui, fluisterde ik.
We stapten samen naar buiten, de zwoele avond in. Het voelde alsof we een complot beraamd hadden, maar we deelden in ieder geval iets geheimzinnigs dat alleen wij tweeën begrepen. Al was de schemering ingezet, het was was duidelijk dat we onder deze niemendalletjes niets droegen. Onze naakte lichamen waren zichtbaar door de flinterdunne stof. De jongens keken allebei verrast op en kregen een ondeugende blik in hun ogen. Pieter had een brede grijns op zijn gezicht. Félix, die eerst mij uitvoerig bekeek, en daarna zijn vriendin, floot zacht en maakte een grap die ik niet helemaal verstond, maar zijn blik sprak boekdelen.
— Zeg, wat ben jij van plan?, vroeg Pieter zacht in een onbewaakt ogenblik.
Ik lachte lief en gaf hem een kus in plaats van een antwoord. De rest van de avond brachten we door in het gras. Dit keer hingen Ghislaine en ik vooral in elkaars armen. Ook dat was me nog nooit overkomen. Bijna verliefd tegen een andere vrouw aanhangen in kleding die niets verhulde. Ik was opgewonden, en voelde de warmte zich tussen mijn dijbenen bundelen. We dronken wijn, vertelden verhalen, lachten, raakten elkaar aan. Ik gaf Félix een klein kusje toen hij me uitdaagde. Ghislaine had haar pijlen even op Pieter gericht. Maar boven alles voelde ik voortdurend Ghislaine’s aanwezigheid en dat wond me mateloos op.
Een prachtig, subtiel verhaal over de ontluikende liefde tussen twee jonge vrouwen zoals je zelden tegenkomt. Heerlijk geschreven op een hele beeldende manier.
Luc
Heel veel dank, Luc. Ben uiteraard blij dat je ervan geniet.
WOW Arabella, een pracht erotisch verhaal. Dit vraagt gewoon om een mooi erotisch vervolg.
Dank je wel, het volgende deel komt er aan.
Dat schrijven kan jij Arabella. Goed, vlot, stijlvol, [ ik bedoel vol stijl ],verhalend. Mooi. Wij hopen meer van je te mogen lezen. Het is een plezier.
A.
Wat heerlijk om zo’n prachtige reactie te lezen. Dank je wel! Heb nog een beetje geduld; er zit nog het één en ander in de pen.