RAMPSPOED
Dankzij de heren in de entourage van prins Philip die van ‘twee walletjes’ eten heb ik weer toegang tot onbekommerde seks. Zowel zij als ik hebben er geen belang bij dat wie dan ook te weten komt dat we bedgenoten zijn, waardoor het volkomen veilig is. De weken daarna vinden nog enkele andere heren uit het gevolg van de Prins de weg naar mijn sponde en met regelmaat wisselen zij elkaar af. Dit had zo tijdenlang door kunnen gaan, als in Versailles niet die ramp was geschied.
De Bedreiging
We zijn opnieuw voor enkele dagen in Versailles te gast bij prins Philip, vanwege allerlei overleg van Oom Ernzt. Omdat er afgelopen avond een diner met belangrijke relaties was, wilde Oom Ernzt mij graag aan zijn zijde hebben. Goddank is die bezoeking weer voorbij en kan ik mij gaan verpozen in de ‘Grand Salon’. Daar vindt de eenmaal per week gebruikelijke spelletjesavond plaats, waar ook de koning vaak aan deelneemt. Aan tal van tafels wordt kaart gespeeld maar ook wordt er veel gedaan aan dammen, schaken, kaatsen en wat al niet meer. Later op de avond volgen er vaak kleine optredens, meestal spontaan, als aanwezigen een lied zingen, een instrument bespelen of soms zelfs een kleine toneelopvoering geven.
Op het moment dat ik de Grand Salon binnenkom is bijna een van de eerste mensen die ik tegen het lijf loop Dottore Antonieri. Eén kort moment kijken we elkaar verbijsterd aan, maar binnen een fractie van een seconde schiet ik terug in mijn rol als Gräfin. Als de Dottore me vervolgens aanspreekt met ‘Anna, wat doe jíj hier?’ trek ik hautain mijn wenkbrauwen wat op en vraag: ‘hoe bedoelt u, waarde heer? Kennen wij elkaar?’ Ik zie hoe hij zich dan herpakt en twijfelt, hoe kan het ook anders, want wie verwacht er nou een meid uit een bordeel aan het hof in Versailles.
Het lijkt dus dat ik er mee weg kom…, tot oom Ernzt zich omdraait omdat ik achterblijf en vraagt: ‘Anna, waar blijf je?’ Op datzelfde moment verwijden zich de ogen van de Dottore, vertrekt hij zijn gezicht in een grijns en sist hij me toe: ‘dus tóch, jij klein gemeen vals hoertje!’ Als ik dan niet reageer: ‘De avond is lang, ik spreek je nog wel!’ en weg is hij.
So dumm, dat ik bij die man mijn eigen naam gebruikte…
Want nu wéét hij het, ik ben zijn hoertje uit Paris. Zonder dat hij het wist was ik het nep-hoertje waar hij verliefd op werd en dat hij na anderhalve maand helemaal alleen voor zichzelf wilde hebben als zijn betaalde maîtresse. Ergens vanavond wil hij met me ‘praten’, zegt hij dreigend. Naja, also, hij kan mijn adellijke rug op, om het maar eens beeldend te zeggen. Er zijn er ten slotte twee nodig om te praten en uit mij zal hij geen woord krijgen…
De Zonnekoning
Tegen de tijd dat de Grand Salon in vol bedrijf is, wordt er aan alle tafels gekaart, geschaakt, of gedamd. Ook zijn mensen Backgammon aan het spelen, de meer goklustigen dobbelen en in een naastgelegen vertrek van de salon zijn mensen bezig op een kaatsbaan. De sfeer is uitgelaten, vrolijk, die voor héél even wordt onderbroken door de binnenkomst van de Koning en de Koningin. De dubbele deuren naar de Koninklijke vertrekken zwaaien open, een man wordt zichtbaar die met een stok drie harde tikken geeft op de vloer en dan met luide stem aankondigt: ‘le Roi et la Reine!
Op datzelfde moment stopt iedereen met waar men mee bezig is, gaat staan en als dan Koning Louis en aan zijn arm Koningin Maria-Theresia binnenwandelen buigt men. Nadat de koning met een handgebaar heeft laten weten dat het zo goed is en men verder kan gaan wordt er, alsof er niks is gebeurd, met veel ijver en bijbehorend lawaai doorgespeeld.
Oom Ernzt en ik zijn gaan aanzitten bij het gezelschap van Prins Philip en tot mijn schrik komt de Koning rechtsreeks op ons af gewandeld, terwijl de Koningin onderweg met wat andere mensen in gesprek gaat. Philip blijft zitten, neigt alleen maar zijn hoofd naar zijn broer en zegt, een tikje sarcastisch: ‘Bonsoir, mon frère royal.’ De Koning grijnst breed, maakt eveneens een kleine hoofdbeweging en zegt dan alleen maar: ‘Monsieur’, waarna hij naast hem gaat zitten op de stoel die haastig is vrij gemaakt. Zó zeg, de spanning druipt er af tussen deze twee zo hooggeplaatste broers, intrigerend om dat mee te maken. Dan gaan ze fluisterend in gesprek, de hoofden dicht bij elkaar om afluisteren te voorkomen, waarbij de Koning hoofdzakelijk aan het woord is en Philip af en toe een vraag stelt maar vooral luistert.
Ik ben diep onder de indruk dat ik zo maar ineens tegenover de beroemde Zonnekoning zit, die in heel Europa al een legende is. Hun onderonsje geeft me de gelegenheid de beide broers te bestuderen en opvallend is hoe ontzettend ze op elkaar lijken. Tenger gebouwd, dezelfde lengte, schouderlange bijna zwarte haren, bleke gelaatstrekken, een sierlijke neus, opvallend rode lippen en donkere levendige ogen waarmee er hen niets van álles wat er om hen heen gebeurt ontgaat. En opnieuw valt me op hoezeer ik op hen lijk, met mijn al net zo donkere haren en ogen, zelfs qua postuur komen we overeen. Hoewel ik natuurlijk een vrouw ben zijn ook de beide broers niet erg fors van lijf en leden en zijn ze niet veel langer dan ik.
Op een bepaald moment lijkt de Koning te voelen dat hij langdurig bekeken wordt want ineens richt hij zijn blik vol op me, onderzoekend, vragend bijna door zijn wenkbrauwen iets op te trekken. Ik schrik ervan, kleur dieprood en kijk gegeneerd weg. Het duurt ruim vijf minuten, dit gesprek, daarna lijken ze het eens te zijn en dan kijkt de Koning op, waarbij zijn ogen opnieuw op mij komen te rusten. Bijna een beetje spottend bekijkt hij me nu óók eerst wat momenten. Het is alsof hij me mijn gedrag betaald te zetten, wat natuurlijk niet onterecht is als je iemand nogal onbeschaamd zit te bestuderen. Vervolgens vraagt hij: ‘…en u bent, madame…?’
Ondanks dat het van zijn zijde een soort van strafexpeditie tegen mijn gedrag lijkt, ben ik behoorlijk onder de indruk dat de Koning mij eruit pikt en sta dan op, waarna ik me met een diepe buiging voorstel: ‘Gräfin Anna Maria zu Castell-Rüdenhausen. Enchanté, votre Majesté.’
De koning kijkt me nog steeds bestuderend aan, neigt vervolgens licht zijn hoofd en stelt zich dan ook voor: ‘Louis de France. Prettig kennis met u te maken, madame.’ Zelfs Philip kijkt verbaasd op als zijn broer zich aan mij voorstelt, wat hij anders nooit doet en al helemaal niet met zijn voornaam.
Voor ik het besef is de Koning daarna verdwenen, vooraf gegaan door zijn lijfbediende, monsieur Bontemps, zo vertelt oom Ernzt me als ze zijn vertrokken. Die man is volgens oom in álles de steun en toeverlaat van de Koning, hij vertrouwt blindelings op hem. Nou, dat kan hij in deze slangenkuil van intriges wel gebruiken, lijkt mij, terwijl ik nog wat moet bekomen van deze onverwachte Koninklijke aandacht.
De Verkrachting
Het wordt een buitengewoon genoeglijke avond, de sfeer is heel ontspannen, met als gevolg dat het hele incident met de Dottore totaal op de achtergrond is geraakt. Tot ik op een bepaald moment nodig moet en het damesgemak opzoek. Als ik daar na afloop van terugkeer word ik in een donker deel van de corridor ineens stevig aan mijn arm achter een pilaar getrokken en voor ik het besef word ik een door slechts enkele kaarsen verlichtte smalle gang ingesleurd, die dienst doet voor het hof personeel. De Dottore, want die is het, duwt me onontkoombaar naar een ruimte waar van alles en nog wat is opgeslagen en ook een smal bed voor bedienden staat, waar hij me ruggelings op smijt. Dan bijt hij me toe: ‘dacht je dat je zo gemakkelijk van me afkwam, hoer? Want dát ben je, een hoer, ook al gedraag je je hier nog zo sjiek.’
En tegelijk met dat hij dat zegt sjort hij mijn jurk en onderjurken omhoog, waarna hij mijn linnen ‘pantalon dessous’ in flarden trekt en het restant ervan in een van zijn zakken steekt. Terwijl hij me goed in de gaten houdt laat hij zijn eigen broek zakken, waarna zijn monsterlijk grote steekzwaard stijf en trillend zichtbaar wordt. ‘Je gaf me niet de kans om zoals het hoort afscheid van je te nemen, vals kreng, dus gaan we dat nu alsnog doen.’ Meteen daarna trekt hij mijn benen vér uit elkaar, wringt hij zijn paal tussen mijn schaamlippen, waarna hij zich met kracht in één keer bij me naar binnen stoot. Ooohw, dit doet zó’n pijn… en het is zó opwindend…
Ik ben stomverbaasd over mijn eigen reactie, dat ik het niet uitgil en van me af bijt. Het tegenovergestelde is waar, ik kan het alleen maar ondergaan, met een gevoel dat ik het verdiend heb. Natuurlijk weet ik ook wel dat dat gevoel misplaatst is, maar ik beleef het wél zo, dat deze man neemt waar hij recht op heeft. En dus bijt ik me door de pijn heen en verbaas ik me tegelijkertijd over de golf van opwinding die deze verkrachting in me oproept.
Keer op keer trekt de Dottore zich bijna helemaal uit me terug, waarbij het voelt alsof mijn schede aan zijn dikke phallús vast geklemd zit en mee naar buiten wordt getrokken, zo’n pijn doet het. Maar de Dottore kan het niks schelen, hij is uit op wraak en na ieder terugtrekken stoot hij zich nóg harder en dieper in me terug. En zo gaat hij maar door, terwijl ik volledig dubbelgevouwen onder hem lig beukt hij maar in me door en het lijkt of deze man totaal geen vermoeidheid kent. Steeds als ik aan zijn ademhaling hoor dat hij zijn extase bijna bereikt houdt hij zich kort stil, om me aan te kijken en me kwetsende woorden toe te sissen. Zodra zijn zaad dan blijkbaar wat is teruggedrongen zet hij het weer op een stoten, hard en diep en gemeen.
Ik onderga deze ongewenste inbreuk op mijn lichaam door de Dottore met zachte kreuntjes, ik weet dat protesteren geen enkele zin heeft en het vreemde is dat ik ook bijna niet wíl dat dit stopt. Ik dacht dat ik nu alle vreemde reacties van mijn lichaam wel kende, maar dat ik zo om zou gaan met een verkrachting had ik niet kunnen vermoeden. Langzaam maar zeker is mijn schede vocht aan gaan maken waardoor ik dat enorme zwaard steeds beter kan hebben en uiteindelijk lukt het de dottore om me bijna mijn meest heftige extase óóit te laten beleven. Bíjna, want op dat moment trekt hij zich met een gemene grijns op zijn gezicht uit me terug en schiet hij zijn zaad over mijn onderrokken. ‘Zie je wel, jij kleine hoer, jij hebt me ook gemist…’ zijn zijn laatste woorden, en weg is hij, mij ontredderd achterlatend, met een lichaam dat tot in iedere vezel opgewonden is en nu die spanning niet kwijt kan.
Voor een kleine spiegel die aan de deur hangt fatsoeneer ik me zo goed en zo kwaad als dat lukt en gelukkig staat er een bidet kan met water, zodat ik me wat kan opfrissen. Van mijn kapsel weet ik niet veel meer te maken en daarom laat ik mijn haren maar los hangen, ze zo goed mogelijk fatsoenerend door mijn handen er met gespreide vingers als een kam een aantal keren doorheen te halen. Na een minuut of tien voel ik me, hoewel nog steeds opgewonden, weer voldoende zeker van mezelf om terug naar de Grand Salon te gaan.
Als ik door de grote dubbele deuren naar binnen ga zie ik, alsof hij mijn ogen als een magneet aantrekt, hoe vlak bij het podium de Dottore staat te praten met de koningin. Pas dán dringt tot me door dat híj die dokter is waar het hele hof het steeds over heeft, dat hij de Koningin niet alleen maar tegen haar somberte behandelt, maar haar waarschijnlijk ook bij nog wat andere fysieke ongemakken van dienst is…
De demonstratie
Op datzelfde moment dat ik binnenkom kijkt de Dottore me vanuit de verte aan, waarna hij zijn gesprek met de koningin beëindigt en het podium opstapt. ‘Mesdames et Messieurs, mag ik even uw aandacht’ zegt hij dan zo luid mogelijk. De Salon is zó groot dat zijn stem niet meteen iedereen bereikt, maar toch is er al een grote groep mensen die stopt met wat men aan het doen is, om te volgen wat er gaat gebeuren. ‘Mesdames et Messieurs, nu u hier in grote getale bijeen bent zou ik graag deze mogelijkheid willen benutten om u het een en ander uit te leggen over mijn behandelmethode. Ik heb begrepen dat daarover aan dit hof nogal wat vragen leven en graag kom ik u deze avond daarin tegemoet. Met een kleine demonstratie verwacht ik de meeste van uw vragen op voorhand al te kunnen beantwoorden.’
De stemming is direct al zowel gespannen als afwachtend, iedereen in de Salon stopt met spelen en praten en er ontstaat een grote kring van aandachtige toeschouwers rond het podium. Ook de Koning laat zich zien, naast zijn vrouw staand, zijn handen op zijn rug, zijn ene voet een tikje schuin op de andere geplaatst zoals Franse adellijke mannen vaak doen, de rust zelve, afwachtend wat er komen gaat.
‘Dank voor uw interesse! Allereerst wil ik u uitleggen dat ik mensen behandel via hun aura. Voor wie niet weet wat dat is, kijkt u dan in de Koninklijke kapel eens omhoog, naar de heiligen die daar zijn afgebeeld in de plafondschilderingen. Zoals u kunt zien hebben zij een stralenkrans om hun hoofd. Dát nu, mesdames et messieurs, is een aura en ieder mens bezit dat, een energieveld dat zich overigens niet alleen om het hoofd manifesteert maar rond het hele lichaam.
Ik kan dat bij u allen waarnemen en als u zich harmonieus voelt is uw energieveld dat ook, wat te zien is aan de mix van wat koelere kleuren, vooral groen en blauw. Als u zich echter onevenwichtig of opgewonden voelt neem ik dat óók waar doordat zich meer de vurige kleuren tonen, zoals dieprood, oranje en geel. Door de juiste behandeling kan ik daar vervolgens verandering in brengen en deze avond wil ik u dat graag demonstreren.’
Vervolgens doet de Dottore alsof hij rondkijkt naar een ‘vrijwilliger’ maar direct al voel ik aankomen wat er gaat gebeuren en ik probeer snel weg te glippen. Helaas, net op het moment dat het me lukt de zware deuren open te krijgen klinkt zijn indringende stem: ‘madame, ik zie dat u wilt vertrekken maar juist u zou ik graag een korte behandeling willen geven. Zelfs vanaf hier zie ik een ernstige verstoring in uw aura en neemt u van mij aan, ik kan u daar mee van dienst zijn.’
Iedereen heeft zich naar me omgedraaid, ook de Koning en de Koningin, er is geen ontkomen meer aan. En terwijl er in de toeschouwende menigte een pad voor me wordt gevormd loop ik langzaam naar voren, bezorgd, niet wetend wat Dottore Antonieri gaat doen. Het zal ongetwijfeld een vervolg zijn op wat hij een half uur terug nog met me uitspookte….
X. Zara
Snel door naar het laatste deel.