Ik kies voor de aanduiding extreem. Waarom? Omdat hij voor mij zo voelt. Terwijl ik in het restaurant van een hotel op een collega zat te wachten hoorde ik twee mannen achter mij praten, de jongere van de twee vertelde een verhaal over iets wat hij had meegemaakt. Ik heb geprobeerd zijn verhaal als leidraad voor het onderstaande verhaal te gebruiken.
————-
Uit verveling had Derrek zijn Tinder account maar weer eens geactiveerd. Zijn vrouw werkte in de thuiszorg, zes avonden in de week en soms ook nog nachtdiensten. Hij was net veertig en had nog de sexdrive van een twintig jarig, zijn Anny had die drive als een tiental jaren niet meer. Al snel had hij beet op Tinder. Grehta was haar naam en ze omschreef zich als begin dertig met een iets strenge inslag en een verrassing. Ik neem graag de leiding stuurde ze hem toe na het maken dan de afspraak. Schreef ze. De afspraak bestond uit een kleding aanwijzing en een tijd en datum. Geen locatie. Die volgt die middag afhankelijk van het weer. Schreef ze als antwoord op zijn vraag.
Hij had zich voorbereid, van onder geschoren en gekleed in een jeans en een blouse zoals Grehta had opgedragen maar ook wat condooms en wat cash mee voor een hapje of drankje. Omdat de afspraak niet in de buurt was had hij een hotelkamer geboekt. Hij ontving een appje. A2 Parking de Hucht tussen Aeldoorn en Nieuw Millingen. Met een uurtje te rijden stapte hij om zeven uur ’s avonds in zijn auto.
De hemel was vrijwel onbewolkt en de volle maan verlichtte de parkeerplaats en de aangrenzende bosrand. Toen Derrek uit zijn Opel stapte en aandachtig om zich heen keek, hoorde hij in de verte het geluid van de snelweg, wat een bijzondere rust gaf aan de warme, windstille zomernacht. Deze bijna vredige situatie stond in schril contrast met Derreks innerlijke onrust. Wat bezielde hem om zich hiermee in te laten? Anders had hij “gewoon” een date in een hotel. Drankje doen aan de bar en naar de kamer. Hij kon nog steeds in de auto stappen en terug naar huis. Op dat moment piepte de telefoon in zijn zak. Met trillende vingers en een blik om zich heen haalde hij hem tevoorschijn. Het was haar nummer. “Hallo?” zei hij in zijn mobiel met een zachte iets nerveuze stem. “Je bent te laat – ik dacht dat je het niet zou durven,” zei de stem, die hem een rilling over de rug deed lopen. “Ga naar de kofferbak, maak hem open en doe je shirt en broek erin!” De instructie was duidelijk en ondubbelzinnig – zonder ruimte voor interpretatie.
Derrek liep naar de achterzijde van zijn auto, opende de kofferbak en trok na een korte aarzeling zijn shirt en broek uit en legde ze in de kofferbak. Even voelde het alsof zijn lichaam even stopte met kloppen en ademen. Op datzelfde moment voelde hij een windvlaag die hem een rilling over de rug bezorgde. Uit de telefoon klonken de woorden: “Dat is goed.” Een gevoel van voldoening overspoelde Derrek. “En luister nu goed en onthoud wat ik zeg: je legt je mobiele telefoon bij je spullen in de kofferbak, doet de auto op slot en legt de autosleutel op het rechterachterwiel.” Derreks keel verkrampte, duizend gedachten raasden door zijn hoofd en hij besefte dat dit geen spelletje meer was zoals de andere. “Ga dan naar de noordkant van de parkeerplaats en volg het pad rechts het bos in!” De beller beëindigde het gesprek zonder op Derreks reactie te wachten.
Derrek liet zijn hand met de mobiele telefoon langzaam zakken. Alsof hij in trance was, gleed de telefoon uit zijn hand en viel in de kofferbak. Terwijl de hij kofferbak sloot, keek hij naar de autosleutel in zijn hand. Wat moest hij nu doen? Moest hij toegeven aan zijn nieuwsgierigheid of zijn verstand gebruiken? Terwijl hij zich oprichtte nadat hij de sleutel had neergelegd, ervoer hij een gevoel dat hij nog nooit eerder had gekend. Hij voelde zich vrij, onbelast en één met de wereld om zich heen. Met elke stap richting de splitsing voelde hij een groeiend verlangen om los te laten.
Nadat hij een paar stappen over het pad vanaf de parkeerplaats het bos in had gezet, keek hij even om. Hij zag alleen zijn auto staan op de verder lege parkeerplaats, draaide zich weer om naar het pad en liep langzaam de steeds donkerder wordende duisternis van het steeds dichter wordende bos. Hij stelde zich voor dat het lawaai van de snelweg wegstierf en zijn voetstappen op de stevige bosbodem steeds luider werden. Net toen de twijfel begon toe te slaan dat hij, ondanks zijn beste bedoelingen, toch op het verkeerde pad zat, opende het pad zich naar een kruispunt. Aan de overkant zag hij een oude, vervallen schuur.
Hij naderde voorzichtig, bleef even staan, luisterde en keek in alle richtingen. Hij kon niets horen of zien dat wees op de aanwezigheid van iemand anders. Toen hij onder de afdak stapte, rook hij de geur van muf hout, verbrand papier en natte, modderige grond. Op de rustieke tafel, gemaakt uit één stuk hout, lag een smetteloos witte envelop. Hij pakte deze en zag zijn naam. Weer keek hij om zich heen en toen opende het. Op een wit, A4tje stond in duidelijk leesbaar handschrift:
Trek nu al je kleren uit en gooi ze in de prullenbak. Achter de hut is een pad, volg het!
Hij keek om zich heen en vervolgens het pad af dat hij net had bewandeld. De angst om hier ontdekt te worden was zo groot dat hij besloot zijn verstand te gebruiken. Hij begon te rennen, steeds sneller, draait zich om en kijkt of er iemand hem volgt. Wanneer hij de splitsing op de parkeerplaats bereikt, overspoelt een gevoel van ontspanning hem, zijn looptempo vertraagt en hij gaat geleidelijk over in een stevige wandeling. Plotseling ziet hij een figuur in zijn auto: hij begint te rennen – hard schreeuwend terwijl hij de auto nadert die net start en wegrijdt. Hij vloekt luid en beseft zich dat achtervolgen zinloos is. Wanhopig stopt hij en staart hulpeloos naar de auto! “Verdomme, wat moet ik nu doen?”, denkt hij bij zichzelf, terwijl hij om zich heen kijkt en probeert te bedenken wat zijn opties zijn. Terug naar de hut of proberen te liften naar een hotel.
Hij heeft een hekel aan deze hulpeloze situatie; anders heeft hij altijd de honderd procent controle – hij kent de risico’s en mogelijkheden – maar deze situatie is zo anders dan normaal. Dan kijkt hij om zich heen, sluit zijn ogen en ademt de warme boslucht diep in. Terwijl hij uitademt en zijn ogen opent, voelt hij weer die vrijheid; hij weet wat hij moet doen. Hij draait zich om en keert terug naar de hut dit keer zekerder van zich zelf dan eerder die dag. Bij de hut aangekomen, realiseert hij zich dat hij de brief tijdens zijn haastige vertrek op de grond had laten vallen. Hij pakt het op, leest de instructies nogmaals en doet de brief terug in de envelop.
Dan trekt hij zijn T-shirt, boxer en zijn sokken. Deze rolt hij op en doet ze zoals altijd in zijn schoenen en dan beseft hij zich hoe prettig het voelt om blootsvoets op de bosgrond te staan. Hij besluit de schoenen onderin de prullenbak te leggen, vervolgens legt hij zijn ondergoed eroverheen en ten slotte legt hij de brief er bovenop. Voorzichtig en langzaam loopt hij om de hut heen. Hij ziet het pad, maar kan nauwelijks een paar meter vooruit kijken. Hij loopt verder, zijn ogen wennen langzaam aan de duisternis, en het pad slingert zich een weg naar een kleine open plek.
De open plek lijkt een lichtpuntje, omgeven door absolute duisternis. Aarzelend, gespannen, stapt hij het donkere bos uit de openplek op. Wanneer hij het midden bereikt, ziet hij een brief en een rugzak. Hij leest de brief:
Trek de kleren uit je rugzak aan. Bevestig vervolgens de karabijnhaken die klaar liggen!
Als hij de roze rugzak opent, stokt de adem hem in de keel. Zijn eerste gedachte is: “Dit gaat echt te ver”, maar hij bekijkt elk voorwerp aandachtig. Roze laarzen, een minirok die zijn naam eer aan doet, en een topje van imitatieleer, maar niet van die goedkope dingen die je in discountwinkels vindt. Dan ziet hij een muts, eigenlijk een kap met blonde, nep vlechten. Hij zet het ding op. Zijn ogen verborgen achter een soort hor, alleen zijn mond blijft onbedekt. Ten slotte haalt hij een gagball en enkel- en polsboeien uit zijn rugzak.
Hij kijkt om zich heen; nog steeds lijkt er niemand in dit deel van het bos te zijn. Derrek besluit het te doen; wat kan er misgaan – er is hier niemand. Als hij klaar is, heeft hij er bijna spijt van dat hij zichzelf niet kan zien of checken in een spiegel. Een beetje wankelend sjokt hij naar de twee opvallende, half omgevallen bomen waaraan hij van een afstand al twee touwen losjes had zien hangen. Als hij tussen de bomen aankomt, ziet hij ook twee korte touwen losjes op de grond liggen, elk met een karabijnhaak aan het uiteinde. Hij deed nog een laatste controle om er zeker van te zijn dat hij alleen was en bevestigde snel de karabijnhaken met de enkelboeien aan de grond, en vervolgens één voor één de linker- en rechterpolsboeien aan de bovenste touwen. Terwijl hij daar stond, overwoog hij even hoe het zou zijn als de touwen zo ver uit elkaar zouden liggen dat hij zichzelf niet kon bevrijden.
Plotseling ging er een schijnwerper aan in het bos tegenover hem, recht voor hem, en verblindde zijn ogen. Net toen hij na een moment van schrik met zijn linkerhand naar de rechter karabijnhaak greep, trokken de twee touwen strak. De ruk aan zijn armen deed hem naar adem snakken. Hij besefte dat hij zich nu in een hopeloze situatie bevond. Hij probeerde iets te zeggen, maar de knevel verhinderde hem te spreken. Nu hoorde hij overal om zich heen voetstappen, die uit het bos kwamen. Paniek slaat toe, hij trekt aan zijn boeien, dan klinkt die stem, hij herkent hem van de chat en de telefoontjes. Ze zegt spottend: “Kijk eens, nu doet het net alsof het hier niet wil zijn, alsof het niet uit eigen beweging hierheen is gekomen en zichzelf niet in deze situatie heeft gebracht!” De stem lijkt afkomstig te zijn van de vrouwenfiguur die recht voor hem uit beweegt, uit de richting van de schijnwerper.
Ze stond een stukje voor hem en blokte het licht van de spot. Ze meet ongeveer één meter zeventig is atletisch, slank, zeer vrouwelijk en sexy. Ze straalde een zelfvertrouwen uit dat hem de rillingen over de rug bezorgde. Hij kon alleen haar contouren zien door het felle licht. Op dat moment beseft hij dat hij in haar val is getrapt. Hij kijkt haar aan en er ontstaat een soort afgunst in hem. Heeft ze hem gemanipuleerd, letterlijk op het verkeerde been gezet, of heeft ze hem of zijn meest geheime fantasieën uit de schaduw en in het licht gebracht?
Op dat moment voelt hij haar hand op zijn bovenbeen, de hand gaat langzaam langs de binnenkant van zijn dij en onder zijn rok wordt geduwd. Hij deinst terug en voelt dan hoe die hand, die net zacht was, krachtig zijn balzak grijpt en de vrouwenstem op een angstaanjagende toon zegt: “Het is van mij en als ik het wil aanraken, reageert het niet — begrepen?” Hij keek haar met grote ogen onder zijn masker aan en wilde antwoorden, maar zijn woorden bleven onverstaanbaar en hij knikte bevestigend. Toen verslapte zijn greep en zei ze: “Ik hoop dat hij het snel leert – het zou zonde zijn als dat niet gebeurde.” Deze uitspraak heeft een spottende ondertoon.
Derrek dacht bij zichzelf: “Die bitch, wat denkt ze wel dat ze aan het doen is…”, maar hij wordt uit zijn gedachten gerukt als ze zijn inmiddels stijve pik begint te strelen. “O shit, dit is geweldig,” denkt hij, en geeft zich volledig over aan de sensatie. Hij vergeet zijn situatie. Hij realiseert zich dat hij geketend en hulpeloos is, gekleed als een Barbiepop en met een stijve pik midden in een bos. Haar hand sloot kundig over zijn geslacht. De spanning van angst slaat over in geilheid. Net voordat hij klaarkomt, laat ze zijn pik los, en ze vraagt Derrek “Denkt je dat ik hier bent om af getrokken te worden? Ben je echt zo dom?” Ze lacht, en het klinkt arrogant. Ze loopt om hem heen en fluistert in zijn oor: “Jij zult doen wat er gevraagd wordt, toch?” zei ze, terwijl zijn haar rok over zijn billen trok. Hij knikte en ze sloeg Derrek met een platte hand op zijn blote wang; hij voelde een licht branderig en tintelend gevoel op zijn huid.
Ze staat weer voor hem, haar benen op schouderbreedte, en hij kan haar onderzoekende blik bijna voelen. “Op je knieën!” Galmt haar stem door de nacht. Hij vraagt zich af hoe dat in vredesnaam mogelijk is, maar probeert het en is verrast wanneer de touwen meegeven. Dus knielt hij nu voor deze onbekende, volkomen dominante vrouw. Ze legt haar hand op zijn hoofd. “Heel goed!”, de lof wordt onderstreept door een zachte stem. Deze lofprijzing maakt hem innerlijk beter; hij beseft hoe fijn hij deze situatie vindt. Ze haalt de prop uit zijn mond en hij kokhalst een keer luid. Ze loopt naar hem toe, het felle licht wordt gedimd dan tilt ze haar rok op “Nu laat jij voor het eerst jouw waardering blijken.”
Uiteraard buigt hij zijn hoofd richting de schoot van de vrouw, zij legt haar hand op zijn hoofd en zodra hij zijn tong uitsteekt, duwt ze haar slipje naar beneden, waardoor een stijve penis tevoorschijn schiet. Geschrokken probeert zich los te rukken, maar ze grijpt zijn hoofd met beide handen vast. Hij kijkt naar haar op en ziet een brede grijns. “Jij gedraagt je zoals het hoort!” Gebied ze Derrek terwijl ze zijn hoofd in haar schoot dwingt. “Doe mij geen pijn!” bijt ze hem toe. “Ik geef jou meer pijn dan je mij ooit kunt geven.” Hij kan het niet tegenhouden en opent zijn mond, haar penis wordt in zijn mond geduwd, zo diep dat hij nauwelijks kan ademen. Ze stoot steeds sneller en dieper in hem, hij is machteloos.
Hij laat de angst en walging los en komt er steeds meer mee in het reine, berust in zijn lot en merkt dan dat zijn eigen penis begint te groeien. Hij hapt naar adem tussen haar stoten door en ervaart al snel een orgasme dat aanstormt, één zoals hij dat nog nooit eerder heeft gehad. Ze voelt hoe zijn zaad over haar voeten en tegen haar benen spuit. “Oh ja, dat is geweldig, toch? Is dat wat je echt nodig hebt?” Ze trekt zich van hem terug – hij laat zijn blik zakken naar zijn nog steeds stijve, kloppende en zaad lekkende pik. Hij kijkt haar op “Ja, je hebt waarschijnlijk gelijk…” en voordat hij verder kan gaan, duwt ze haar pik weer in zijn mond, terwijl ze duivels lacht. In een hoog tempo naait ze hem in zijn mond. Telkens klapt haar zak tegen zijn kin.
Korte tijd later komt ook ze in zijn mond klaar. Voor het eerst in zijn leven proeft hij sperma en hij geniet ervan haar te laten zien dat hij goed is geweest. Ze doet een stap opzij en zegt goedkeurend: “Goed en getalenteerd!” Terwijl ze langzaam van hem weg stapt en tegen een boom leunt. Dan hoort Derrek krakende takjes en voetstappen. In het vage licht naderen mannen hem van alle kanten. Ze zijn allemaal naakt, met alleen bivakmutsen en schoenen aan. Ze masturberen allemaal, en wanneer ze recht om hem heen staan, realiseert hij zich dat er tien, misschien wel vijftien mannen van verschillende bouw, etniciteit en leeftijd staan. Ze kijken op hem neer en hij voelt zich diep vernederd.
Wanneer de eerste recht voor zijn gezicht begint te kreunen en hij zijn stijve penis ziet trillen, probeert hij zijn hoofd weg te draaien. Dat lukt hem nauwelijks; het sperma raakt zijn hoofd. Één voor één komen ook de andere mannen klaar en ze verlaten de plek. Het wordt stil en is er donker. Ben ik alleen vraagt hij zich af. Hij voelt de koude sperma op zijn gezicht, in zijn haar en op zijn lichaam druppen. “Is daar iemand?” vraagt hij zacht. Het bleef stil. “Is daar iemand!” Klinkt zijn stem luider.
“Je hoeft niet de schreeuwen!” Klinkt Grehta’s stem. “Je gedroeg je voor de eerste keer zoals het hoort.” Ze raakte zijn masker aan en trok het af. Hij sloeg zijn blik neer, in de hoop niet herkend te worden. “Kijk me aan, of denk je dat ik niet weet wie je bent?” De instructie kwam in een gebiedende toon, en de vraag verbaasde hem. Derrek keek haar aan en een bliksemflits doet hem opnieuw schrikken.
“Nu tel je hardop tot honderd en dan bevrijd je jezelf, trek je kleren uit, pak je spullen in je rugzak en neemt je rugzak mee. Ga terug zoals je gekomen bent en vergeet je spullen niet in de prullenbak te gooien.” Voordat hij iets kan zeggen, draait ze zich om en gaat het licht uit. Hij kijkt om zich heen nadat haar voetstappen zijn weggestorven – stilte, niets en niemand te bekennen. Hij begint te tellen van 1-2-…-99-100, hij haalt adem en beseft dat de touwen hem een manier bieden om zichzelf te bevrijden. Hij trekt snel het rokje en topje uit, propt ze achteloos in zijn rugzak en verlaat de open plek zonder om te kijken.
Gedesoriënteerd komt hij aan bij de hut, loopt er omheen en wil zich snel aankleden in de beschutting van de hut. Zonder verder tijd te verspillen… rent hij in zijn ondergoed, schoenen en een roze meisjesrugzak over het bospad richting de parkeerplaats. Zijn blik dwaalde eerst terug in de richting waar hij vandaan kwam, en vervolgens over de ogenschijnlijk vredige parkeerplaats voor hem. Tot zijn verbazing stond zijn auto er precies zo als hij hem had achtergelaten; het leek alsof er niets was gebeurd. Hij liep snel naar zijn auto. Zelfs de sleutel lag weer of nog op het rechterachterwiel. Hij opende de kofferbak, trok zijn natte kleren uit en trok zijn shirt en broek aan.
Derrek stapte in en reed naar het hotel. Aangekomen in de ondergrondse parkeergarage haalt hij diep adem, loopt naar de lift en neemt die direct naar de verdieping van zijn kamer, zodat hij ongezien zijn kamer kan bereiken. Hij ging direct naar de douche. Vond hij het goor of toch geil? Hij wist het even niet meer. Het warme water kletterde op mijn hoofd en body. Handen vol shampoo maakten hem weer schoon. Het verbaasde hem dat hij bij de gedachte aan de eerdere ervaring weer een stijve pik kreeg.
Na het douchen pakt hij twee flesjes Johny Walker Blacklabel uit de minibar. De eerste is in een paar seconden soldaat gemaakt. Dan stapt hij met het tweede flesje en zijn vape het balkon op. De nacht is nog steeds aangenaam warm. Boven de daken lijkt de stad vredig. Hij voelt zich ontspannen en de vermoeidheid neemt de overhand. Nadat hij de tweede flesje geleegd heeft, gaat hij in zijn badjas op bed liggen en valt meteen in slaap.
Spannend, geil. Ik zou het niet durven