Mare (8) De nacht wacht. Storm niet.

Mare deel 8De nacht valt als een zachte sluier over Anna’s slaapkamer, het witte laken plakt aan haar huid, de glazen wijn zijn leeg, maar haar dorst is niet gestild. Anna’s blik is uitdagend, haar handen speels, haar verlangen naar controle zo zichtbaar als haar honger. Ze probeert Storm te binden met haar armen en benen klemt ze hem, ze trekt aan zijn polsen en fluistert bevelen in zijn oor. Maar Storm laat zich niet zo maar vangen. Hij keert het spel om, pakt haar bij de polsen, draait haar op haar buik, bindt haar handen zacht maar stevig aan het hoofdeinde.

Anna’s hart bonkt van opwinding, ze geeft zich helemaal over aan hun spel. Storm streelt haar rug, drukt zijn mond op haar schouderblad, en fluistert: “Ik beloof je een gouden nacht, Anna. Je zult dit, mij nooit meer vergeten.” Dan begint hij, langzaam eerst, zachtjes kloppend met zijn hand over haar billen, steeds iets feller en krachtiger tot haar huid rood gloeit, haar lichaam zich spant en ontspant in een cadans van wachten en ontvangen. Ze kreunt, haar stem wordt naarmate zijn slagkracht verstevigt rauwer, haar heupen bewegen tegen zijn hand, ze roept hem toe: “Ga door, Storm… oh ja, mep me, sla me, vuur me aan, spuit in me, geef me alles!”

Dat is voor Storm het startsein om zijn stormram in te zetten en beukt hij haar. Zijn handen klemvast stevig op haar heupen, zijn lul diep in haar en met elke stoot, met elke mep maakt haar losser. Hij hoort haar kreunen stijgen tot een schreeuw die niet meer in de kamer blijft. Door het open raam waaien de geluiden de nacht in, ze drijven naar het huis waar zijn bed deze nacht leeg staat. Mare wordt wakker in haar bed, luistert, haar hand zoekt haar dijen, een glimlach op haar lippen als ze de stem van Anna hoort en de beukende kracht van Storm herkent.

Ook Storms moeder, wakker geworden in haar kamer, herkent de rauwe kreten van haar hongerige zoon, de roffel van handen op rode billen, de overgave in Anna’s stem. Ze draait zich om in bed, haar hart warm en tintelend, de wetenschap dat haar zoon ook daar een bedding van verlangen vindt maakt haar alleen maar voller, rijker, een moeder die ook verlangt om zo door hem bemind te worden.

Anna, nog altijd stevig vastgebonden gloeit vurig, ze lacht en huilt tegelijk, want Storm is zijn belofte meer dan nagekomen. Het was een gouden nacht, die haar nog dagen zal doen trillen. Al was het maar van pijn aan haar billen bij het zitten op een stoel.

De volgende morgen wordt Anna wakker met haar gezicht diep in het kussen gedrukt, de lakens kreukelig, haar billen nog rood en warm. De touwen zijn los, maar de sporen van zijn handen en de herinnering aan zijn kracht blijven als een zinderend reliëf op haar huid. Ze rekt zich uit, glimlacht loom, haar benen plakkerig van zaad en zweet, ze proeft aan haar vingers de geur van overgave en bewoond zijn, en dat zalige gevoel van even niet hoeven kiezen, van alleen maar klaar liggen voor ontvangst. Ze kijkt naar het lege kussen naast haar. Storm is al vertrokken, maar zijn aanwezigheid zit nog in haar lijf. Ze sluit haar ogen, drukt een hand op haar billen, en voelt een nieuw soort honger.

Mare is wakker geworden van het licht, in haar zweeft de herinnering aan het nachtelijk geluid dat haar kamer vulde als een golfslag van lust en wellust. Ze hoorde Anna’s kreten, het doffe ritme van klappen en stoten, en voelde zichzelf steeds natter worden tot haar vingers zacht over haar kutje cirkelden en ze fluisterde: “Storm… ram mij zoals jij haar ramt.” en ze met die woorden haar orgasme kracht bij zette. Nu, bij het ochtendgloren, trekt Mare haar dekbed weg. Haar dijen zijn nog steeds vochtig van haar eigen nachtelijk spel en ze voelt voldoening en verlangen in haar lijf tintelen. Ze weet dat Anna haar in natheid evenaart, dat ze dat delen maakt haar verlangen alleen maar groter. Zij wil vanavond Storm, misschien nog dieper, nog rauwer dan hij Anna nam, omdat hij vooral van ‘haar’ is.

Ook Storms moeder ligt nog even in stilte in haar kamer, het ochtendlicht over haar huid. Ook zij hoorde Anna’s roep, Storms ritme, het koor van loslaten en ontvangen deed haar eigen lijf gloeien onder het dunne nachthemd. Ze wrijft over haar buik, haar hand langs haar borst, haar vingers in haar kutje die verlangt naar hem, haar zoon. Ze wilde dat hij haar zo nam, beminde, volspoot. Ze voelt geen jaloezie tegen Anna, alleen maar groeiend verlangen naar Storm. Want elke vrouw die zich aan Storm geeft, maakt ook haar eigen verlangen rijker, want zij is de oorsprong, de bedding van waaruit alles begon, hij ontstond. Als ze opstaat, haar ogen nog glinsterend, keert ze in zichzelf terug, klaar om te zorgen, te geven, te ontvangen, wetend dat haar huis de plek is waar die geile beuker leeft en woont en dat zijn vuur verzengend om hem heen woedt.

Inmiddels heeft de ochtend ook het huis wakker gekust; de zon valt door de gordijnen op de keukentafel, een massieve beukentafel. Stevig, zwaar, en doortrokken van een groeiend aantal herinneringen aan Storm Ram de Beuker en alles wat er onder, op, en rond deze tafel gebeurt. Als moeder Gerda beneden komt zit Storm al met ontbloot bovenlijf aan het hoofd. Zijn blik is vermoeid maar voldaan van de nachtelijke seks met Anna, zijn handen groot en nog ruig van nachtelijk werk klemmen om een halflege kom kwark met noten en roodfruit.

Gerda is zich bewust dat ze schaars gekleed is, dat haar verlangen uit haar schaamstreek geurt en vraagt hem als afleiding en om die geur te verbergen of hij koffie wil. Een dubbele espresso maakt ze voor hem en als ze het voor hem zet voelt ze zijn hand onder haar nachthemd, tussen haar schaamlippen glijden. “Vroeger sliep je met een slipje. Was je toen ook zo nat als nu?” Ze kreunt. “Storm als je doorgaat…” maar hij onderbreekt haar, duwt haar op de tafel…en dan voelt ze hoe zijn lid tussen haar billen gloeit. “…maak je me klaar…”

Hij neemt de moeite niet zijn broekje, zijn enige kledingstuk, uit te doen en stoot, naar zij vermoedt, het laatste restje van zijn portie geilheid in haar schoot. Zij voelt de viriele kracht van hem die met zijn knieën op de tafel haar billen klemt en zo op de beukentafel een heel ander menu serveert dan gebruikelijk. En dit keer is het niet moeder die serveert, nu wordt zij bediend en bevredigd in haar eigen lusten en driften. “Deed je vader dit maar eens.” klonk veel te snel als een wens, uitnodiging op herhaling. En ook al naait hij haar zonder pardon en genadeloos, schuurt haar huid soms vurig langs de ruwe, massief beukenhouten keukentafel, ze geniet mateloos dat zij niet alleen de geluiden hoort van haar huisgenoot die sinds kort ontketend in zijn beukkracht is geraakt, maar dat ze zijn staaf in zich voelt, zijn knieën die haar billen en dijen pijnigen en dat alles om het hoge doel te dienen dat hij haar en zichzelf in haar bevredigt.

Vlak voor zijn ultieme stoot, grijpt hij haar borsten, bijt hij in haar nek, hard en ruw, plant een hand om haar keel en dan smeekt Gerda “kom, mien jong, geef het aan me, geef terug wat ooit van mij was.” En dan voelt ze hoe hij zich in haar ontlaadt, zijn kracht in haar schoot een laatste stoot geeft, hoe zijn hand haar kin grijpt en hij zegt… “alsof je dit niet wilde dan…, je geilt al weken op me als een loopse teef”, glijdt uit haar, loopt naar de kraan, wast zijn lul en droogt die met de handdoek, die hij vervolgens op haar rug gooit. “Om je kutje schoon te maken.” en maakt een nieuwe dubbele espresso, omdat de andere koud geworden was.

Gerda heeft zich net weer opgefrist als Mare de trap af loopt en de keuken binnenkomt. De geur van koffie verdringt de geur en restwarmte van het bronstig samen zijn dat net beëindigd is, alleen een klein plekje half wit half doorzichtig en opdrogend vocht op tafel verraadt dat de tafel meer droeg dan de kopjes die er nu op staan. Mare schuift aan, haar ogen glanzen, haar haar nog warrig van dromen en ze strijkt met haar hand over het gladde beukenhout, haar vingers voelen elke nerf, ze ruikt haar hand en als ze zit zoeken haar voeten onder tafel die van Storm. Ze grijnst: “Als deze tafel zou kunnen vertellen…”

Moeder zet verse broodjes op tafel, laat haar hand heel even op Storms schouder rusten en knipoogt naar Mare: “Ach het is zo’n lieve jongen, dat weet je toch.” De sfeer is geladen, niet ongemakkelijk, het is eerder alsof ieder haar of zijn rol kent en alsof deze tafel niet alleen hout is, maar een heiligdom van samenspel, waar men alles deelt, ook wat er in het lijf brandt. Er wordt gelachen, geplaagd, geflirt. Mare zegt ondeugend: “Misschien moeten we de tafel eens testen op piepen en kraken…” alsof de storm in Gerda’s kut haar deze morgen toch ontgaan is.

Storm lacht, moeder maakt verse thee en koffie, en hun blikken zeggen meer dan woorden: dat het zij de tafel deze ochtend al getest hebben, dat hij daar goed tegen bestand is.

Anna zit diezelfde ochtend in haar eigen keuken met een glas water in haar hand, haar heupen nog warm van de nacht, een rode gloed op haar billen. Ze kijkt uit het raam naar het huis waar Storm woont, voelt hoe zijn stormram haar beurs en schraal gebeukt heeft en glimlacht om het gevoel dat zelfs de stilte in haar keuken nu gevuld is met datzelfde ritme van beminnen en beukkracht. Ze voelt zich verbonden, een stille medespeler in het koor van Storm’s engelen en ze weet dat haar nacht een nieuwe melodie heeft toegevoegd aan de symfonie van verlangen die door de straat heen waait en ze vraagt zich af wie die symfonie allemaal al gehoord heeft, of misschien ook zelf gevoeld heeft hoe die symfonie in haar lichaam werd uitgevoerd of werd aangetikt met iets dat meer is dan een dirigentenstokje, maar wel net zo strak het ritme van de noten aangeeft en de zang tot het crescendo begeleidt.

De ochtend glijdt verder. De koffie verdampt, het licht strijkt warm over het beukenhout. Mare is ondeugender dan ooit, haar ogen vol honger, haar mond al vochtig van verwachting. Met een speelse zwaai veegt ze haar bord en kopje opzij, springt op de beukentafel, haar billen op het gladde hout, haar benen wijd, haar slipje achteloos uitgetrokken en als vlaggetje aan de tafelrand gehangen. Ze grijnst naar Storm en moeder: “Jullie willen toch een toetje? Nou, hier is het.” Storm hoeft ze aan te sporen, zijn handen omspannen al snel haar heupen, zijn lul staat al weer trots gestrekt, en met één vloeiende beweging beukt hij haar daar, op het hout dat piept en zingt van hun ritme.

Moeder kijkt toe, haar ogen hongerig, haar handen spelen in haar schoot, en ze geniet van het samenspel: Mare’s gegil, Storms roffel, het duet van beuken en overgave. De geluiden stijgen op, Mare’s kreunen en Storms diepe stoten, een duet dat zich ook nu niet laat beperken door muren of glas. Anna, zit in haar keuken met een boek in haar hand, maar geen letter blijft hangen als de Stormramgeluiden via de schuifpui haar keuken binnen waaien: het bonken van hout, het zachte gillen van Mare, de onmiskenbare cadans die broer en zus bij elkaar gevonden hebben.

Anna’s adem stokt, haar buik gloeit weer op. Ze twijfelt geen seconde, loopt op blote voeten het tuinpad af, haar jurk losjes, haar dijen nog rood van gister. Ze glipt via de achterdeur binnen, treft het tafereel, Mare op de tafel, Storm in volle kracht, Gerda die geniet als de stille priesteres van het huis. Anna’s haar hand glijdt onder haar jurk, haar voeten dragen haar dichter naar het beukend ritueel, klaar om deel te nemen, aan wat er uitziet als het dessert van hun gulzig consumeren van elkaar. Of beter nog misschien, om zich straks, als de tafel vrij komt, zelf te laten vullen op het warme beukenhout. Anna aarzelt niet.

De geur van lust, het ritme van beuken, de aanblik van Mare’s openheid en Storms kracht, het maakt haar alleen maar gretiger. Met één gebaar laat ze haar jurk vallen, stapt blootsvoets naar de beukentafel, klimt op het hout, haar billen vol en stevig als een aambeeld, haar dijen rood en glanzend van verlangen. Ze kijkt Mare uitdagend aan, knipoogt naar Storm, en spreidt haar benen nog verder. “Nu is het mijn beurt, Stormram. Sla maar raak.”

Storm, bezield door het vuur van twee vrouwen en het verlangend oog van Gerda, glijdt tussen Anna’s benen, laat zijn handen over haar billen glijden, knijpt stevig, en drukt haar tegen het blad als een ware smid. Hij beukt haar, elke stoot een bonk op het aambeeld van haar verlangen, de tafel zingt en piept van het geweld, Mare kust Anna’s hals, hun natheid vermengt zich, hun kreten stijgen op tot een koor van wellust dat het huis vult met zinderend leven. Gerda kijkt toe – nog wel-, haar hand in haar schoot, haar hart vol trots. Anna’s stem slaat over, haar billen gloeien rood onder Storms handen, en als ze samen komen, bonkt de tafel een laatste keer, het aambeeld draagt hun geheim als een stempel in het hout. Als alles tot rust komt, ligt Anna hijgend in Mare’s armen, Storm’s hand rust stevig op haar heup. In dit huis zal de beukentafel nooit meer hetzelfde zijn.

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Thomas

Ik houd ervan om verhalen te schrijven. Mijn erotische verhalen wil ik hier graag met je delen. Wil je contact dan kun je me mailen op thomasnoorderlicht@gmail.com

Dit verhaal is 3337 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

2 gedachten over “Mare (8) De nacht wacht. Storm niet.”

Plaats een reactie