Keltisch winterritueel

Keltisch winterritueelUit de mist wordt langzaam de groep mensen zichtbaar. Uit ieder dorp is een oude man afgevaardigd; sommige lang, recht en met een lange witte baard, andere kort en dik, krom, kaal en met een kroesig baardje maar altijd de oudste van het dorp. Elk voert een paard of een ezel mee met daarop iemand die in een warme deken is gewikkeld. De laatste mijl lopen ze samen, de heuvel op naar de ruïne.

Het is de winterse zonnewende en sinds mensenheugenis wordt die hier gevierd, op de heuvel. In de oude tijd stond er een tent van bizon huiden, daarna een heidense tempel van eikenhout en nadat het Romeinse fort was ingestort alleen nog deze ruïne. De stoet oude mannen richt zich op het vuur dat brandt tussen de afgebrokkelde muren. Morgen, na het ritueel van de winter ceremonie, zal de stoet de omgekeerde weg volgen. Alleen zullen dan de oude mannen in de warme deken op het rijdier zitten, moe, misschien nog wat dronken maar in ieder geval bevredigd.

De ruïne muren geven beschutting tegen de wind, de warmte van het vuur wordt weerkaatst. Er liggen vachten en dekens om op te liggen en zo de stand van de sterren te zien. Vannacht zal het keerpunt zijn: in plaats van elke dag minder licht komt er elke dag meer licht. En dat betekent leven, nieuw leven….. en de oude mannen zullen het leven doorgeven. Aan wie, dat weten ze vannacht pas. Als de druïde Bodhmall haar goddelijke keuze heeft gemaakt. Nu verwelkomt zij de oudsten, zij kent ze alle vijftien en neemt hun giften aan. Gerookt vlees, bier, honing en sterke drank. Zelf heeft zij gedroogde paddestoelen en mede. Op een achteraf plek in de ruïne zetten de oudsten voor haar een tent op van zeildoek en houten palen.

Dan maken ze een kring, samen met Bodhmall en het eerste bier gaat rond. Iedereen drinkt één keer, twee keer en een derde keer en dan begint het gezang. Een eeuwenoude trage, slepende melodie klinkt uit de gesmeerde kelen. Één voor een lopen de oudsten naar het paard dat ze meegevoerd hebben en helpen de berijder afstappen. Eigenlijk de berijdster, maar dat is nog niet te zien. De warme deken wordt losgemaakt en een mooi, jong meisje wordt zichtbaar. Een dun, wit gewaad laat zien dat de kleine gestalte al aardige borstjes heeft. De eerste is blond en kijkt onzeker om zich heen. De betoverende muziek werkt geruststellend ze loopt met de oudste mee naar de kring.

Drie keer loopt ze een rondje om het vuur. Dan geeft de druïde haar glimlachend een brokje om op te zuigen en ze gaat zitten voor haar oudste. Zachtjes neuriënd zet ze haar lied in. De volgende oudste toont een maagd met sproeten en rood haar. Zij glimlacht en kijkt de kring rond. Zij heeft al meer borst en bij het lopen zie je een deining van de boezem. De derde is langer, bijna als een man en haar hemd toont vooral de tepels die ongeduldig haar gewaad aanduwen. En zo haalt iedere oudste een jonge dorpsmaagd, toont die aan de kring en dan gaat ze zitten wachten. Kauwend op een brokje gedroogde paddenstoel van de druïde.

Nu alle maagden zitten en zachtjes zingen en de oudsten staan en zingen gaat druïde Bodhmall haar tentje binnen. In volgorde van aankomst gaan de oudsten met hun dorpswichtje naar de tent. Het meisje mag naar binnen, de oudste wacht voor de tent. Maar beiden blijven zachtjes zingen. De druïde noemt de naam van het meisje en laat haar achterover liggen tegen een stapel huiden. Ze oliet haar handen en voelt of de meid inderdaad een maagd is. Al die tijd wordt er gezongen, ook door het meidje die in haar blote gleufje ligt en bevoeld wordt. Het is in orde, ze is maagd en Bodhmall zingt ls signaal luid een ander, vrolijker liedje.

De gelukkige staat op en gaat terug naar de kring, de volgende meid staat op. In de kring gaat ze niet zitten, zoals eerst, maar achterover liggen. Het hoofd naar het warme kampvuur toe. Haar dorpsoudste is nog steeds aan het zingen als hij zijn donkerbruine gewaad optilt. Ook het meisje blijft zingen, zij het met een dunne, bibberende stem. Ze ziet de oude, geplooide pik van haar dorpsoudste en glimlacht. Daar krijgt ze het leven van! Ze weet nog niet dat elke oudste die een maagd heeft meegebracht ook de andere maagden gaat neuken. Het leven wordt over de dorpen verdeeld! Haar oudste kruipt moeizaam over haar heen en hij moet haar uitleggen hoe je de stijve goed voor het gleufje krijgt. Maar dat lukt en de oude naait het meidje terwijl ze beide zingen.

De paddestoelen van Bodhmall doen hun werk en de jonge meiden zij zo geil als maar kan. Na de tweede schuiven de oudsten door en neuken elkaars wichtjes. En zo worden alle vijftien jonge meiden gepaald door alle vijftien oudsten. De eerste beurt is door de eigen oudste, liggend op de rug. Maar al gauw vraagt iemand ze om te knielen, of op handen en voeten. De dikste van de mannen is op zijn rug gaan liggen en laat zich rijden. Telkens door een andere meid. En telkens zie je een oude, verweerde pik met rimpelige zak tegen een strak en slank meisje aan glijden en stoten. Bodhmall kijkt toe hoe onder de sterrenhemel de jonge borstjes opwippen en meedeinen met de stoten van de oude bokken. Kleine harde tiegjes, halve bollen die al deinen en volle memmen die als volwassen jopies meeneuken. Ze zucht van voldoening: zoveel leven……

Naarmate de oude mannen harder moeten werken wordt het gezang zwakker en zwakker. Ook de dorpsmokkeltjes komen adem tekort door het neuken en zo wordt het langzaam stil in de oude ruïne. Het vuur knappert luid en de vijftien verse meiden kreunen zachtjes van hun pril ontdekte geile lijfjes, van hun eerste gedeelde geilheid. En natuurlijk van de vijftien oude dikke pikken die hun komen bevruchten. De oudsten zijn na vijftien jonge wichtjes uitgeput. De druïde dekt alle slapende mensen toe met de huiden uit haar tent.

De winterzon komt langzaam op gang. Na een warme thee gaat de groep terug, elk naar zijn of haar eigen dorp. De oudsten zitten nu op het rijdier en de meiden lopen er voor. De oudsten zijn moe van de korte nacht, een beetje dronken en in ieder geval goed moe van het neuken van vijftien dorpsmokkels. Als ze hun dorpje binnen komen tonen de meiden trots de vlekken in hun gewaad: rode vlekken en witte, stukjes nat……iedereen kan zien dat ze goed gewerkt heeft als vrouw. Straks komt het voorjaars ritueel, dan zien ze elkaar weer. Bodhmall treft intussen al de voorbereidingen.

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Stootdemper

Als Stootdemper kan ik wel een stootje hebben!
Lekkere verhalen voor eigen en andermans genot vloeien als vanzelf uit mijn.....

Dit verhaal is 4128 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

1 gedachte over “Keltisch winterritueel”

Plaats een reactie