De tree die niet kraakte (deel 1)

De tree die niet kraakte 1We beginnen te begeren wat we elke dag een beetje van ons wordt.

Het is geen groot, dramatisch moment. Het is geen bliksemflits. Het is een langzaam gif dat je pas proeft als het al door je bloed stroomt. Hannibal Lecter zei het zachtjes, bijna terloops, tegen Clarice Starling in die schemerige cel: “We begin coveting what we see every day.” Ik hoorde die zin jaren geleden voor het eerst, en hij gleed toen nog van me af als water van een regenjas.

Tot Esmee.

Want dat is precies wat er gebeurt wanneer iemand langzaam deel wordt van het decor van je leven. Eerst is ze gewoon “die achterbuur-dochter die met Imke hockeyt”. Een vage vlek aan de rand van je blikveld. Dan gaat ze trainen op dinsdag- en donderdagavond, en op zaterdagochtend. Dan zie je haar elke keer een beetje langer. Haar lach die over het veld schalt. De manier waarop ze na een sprint even voorover buigt, handen op haar knieën, rood haar voor haar gezicht, borsten zwaar ademend onder dat shirt.

De kleine zweetdruppel die soms van haar slaap langs haar hals glijdt en verdwijnt in haar decolleté. Je ziet het één keer. Dan twee keer. Dan elke keer. En zonder dat je het doorhebt, begint je brein het beeld op te slaan. Niet als “leuk meisje van de buren”.

Maar als een reeks losse, scherpe fragmenten: de welving van haar onderrug als ze zich bukt om haar stick op te rapen, de manier waarop haar broekje een fractie omhoog kruipt als ze een sliding maakt, de sproeten die alleen tevoorschijn komen als de zon precies goed staat. Je hoeft er niet naar te kijken. Je kijkt toch. Je hoeft er niet aan te denken als je ’s avonds in bed ligt. Je denkt toch. En op een dag besef je dat je niet meer gewoon “kijkt”. Je verzamelt. Je slaat op. Je vergelijkt de echte Esmee van vandaag met de Esmee die je gisteren in je hoofd hebt afgespeeld onder de douche.

Je vraagt je af hoe haar huid zou aanvoelen als je met je duim over dat kleine littekentje net boven haar heup zou gaan. Je vraagt je af hoe haar adem zou klinken als die niet meer van het hockeyen kwam, maar van iets heel anders. Het griezelige is: je hebt niets gedaan. Je hebt geen grens overschreden. Je hebt haar niet aangeraakt, geen verkeerd woord gezegd, geen blik te lang laten duren (althans, dat denk je). Maar Hannibal had gelijk. Het dagelijks zien is al genoeg.

Het is een soort onzichtbare verslaving. Een langzaam groeiende honger die je pas herkent op het moment dat iemand je een hap voorhoudt…en je merkt dat je je mond al open hebt. En Esmee?
Die weet het. Natuurlijk weet ze het. Want terwijl ik stond te kijken hoe zij elke dag een beetje meer van mij werd, was zij al lang begonnen hetzelfde te doen met mij.

Een paar huizen verderop wonen ze. Onze achterburen: Frank en Indy, met hun dochters Franca (22) en Esmee (19). Leuk gezin. Vooral Esmee bleef hangen in mijn vizier. Ze hockeyt met mijn dochter Imke, zelfde team, zelfde ritme. Drie keer per week zie ik haar over het veld vliegen: lang, slank, rood haar dat wappert als een vlag in de wind. Ze beweegt met een soort natuurlijke, bijna arrogante gratie. Nooit buiten adem. Nooit moe. Een lichaam dat gebouwd lijkt om bewonderd te worden.

Ik sta daar echt niet als een geile bok langs de kant, dat zweer ik. Maar ik ben ook niet blind. Die meiden van negentien… er zit iets ongedwongens in, iets wat je onwillekeurig raakt. Esmee heeft volle, stevige borsten die lichtjes deinen onder dat strakke hockeyshirt, een smalle taille, en een kont die precies die ronde welving heeft waar je blik heel even blijft haken, ook al wil je dat niet.

Op een zaterdagmiddag kwam ik thuis van de supermarkt. Water kletterde boven. Ik dacht dat het Imke was. De badkamerdeur staat bij ons altijd op een kier. Ik liep naar binnen terwijl ik al half “Imke?” riep.

En daar stond Esmee.

Helemaal naakt onder de douchestraal.

Een seconde, misschien twee. Maar lang genoeg. Water gleed over haar schouders, langs haar borsten, zwaarder en mooier dan ik me ooit had durven voorstellen, met kleine, donkere tepels die direct hard werden toen ze me zag. Een strakke, platte buik. En daaronder een smal, zorgvuldig bijgehouden streepje rood haar boven een gladde, zachte schede die licht glansde onder het water. Ze keek me recht aan. Geen gil. Geen paniek. Alleen een korte, bijna geamuseerde flits in haar ogen. Alsof ze dacht: gevangen.

Ik mompelde iets onverstaanbaars: “sorry, godver, sorry”, en trok de deur dicht, mijn hoofd knalrood. Beneden vertelde ik het aan Imke, lachend van de zenuwen, mezelf volkomen voor schut zettend. Ze vond het vooral hilarisch. “Ga je nog je excuses aanbieden?” plaagde ze.

Toen Esmee een half uur later beneden kwam, had ze een oude, verschoten joggingbroek van Imke aan en een dun, grijs T-shirt dat mijn dochter al jaren niet meer droeg. Geen bh. Haar haar zat nat en warrig in een slordige knot; af en toe viel er een druppel vanaf die langs haar sleutelbeen gleed en in de stof trok. Precies op de plek van haar tepels.

Door die natte plekken werd het shirt half doorschijnend. Haar borsten tekenden zich duidelijk af: zwaar, natuurlijk, met harde, kleine tepels die licht tegen de stof drukten. Ze merkte dat ik keek. Deed geen moeite het te verbergen. Ze glimlachte alleen. Zacht. Een tikje plagend: “Geeft echt niet hoor,” zei ze, bijna fluisterend.

Haar ogen bleven net een seconde langer in de mijne dan strikt noodzakelijk was. Een blik die niets vroeg… maar ook niets wegwuifde. Ik voelde mijn keel droog worden en knikte alleen maar, alsof dat genoeg was. De weken daarna ging alles gewoon door. Esmee kwam niet vaker of minder langs, zei niets wat ook maar iets kon betekenen. Langzaam begon ik te denken dat ik het me had ingebeeld – die blik, die glimlach, die seconde te lang. Gewoon een relaxte meid die zich niet druk maakt om een onhandige vader die per ongeluk binnenloopt.

Tot het jaarlijkse straatfeest.

Ik had er niet meer aan gedacht. Tot ik haar zag: wit topje, kort spijkerbroekje, blote bruine benen, rode haar los over haar schouders. Imke en zij stonden al met een wijntje bij de statafel te lachen.
Toen kwamen de Oud-Hollandse spelen. En natuurlijk eindigden we bij de lange-latten-race. Vier personen per lat, handen op de schouders of heupen van de voorste. Toeval, zei de organisator. Ja ja.
Esmee stond achter mij.

De regel is: handen op de heupen. Maar zij legde haar handen niet op mijn heupen. Ze schoof ze onder de rand van mijn T-shirt, haar warme vingertoppen plat tegen mijn buik, duimen net boven de rand van mijn broek. Haar adem kriebelde in mijn nek: “Zo staan we steviger,” fluisterde ze, haar lippen bijna tegen mijn oor.

Bij elke stap die we probeerden te zetten drukte haar onderlijf kort maar duidelijk tegen mijn rug. Niet opvallend voor de anderen, maar ik voelde alles. Een zachte, ritmische stoot, telkens als we “links-rechts!” riepen en bijna omvielen van het lachen.

Haar vingers bleven waar ze waren. Soms gleden ze een centimeter lager – alsof het per ongeluk was – dan weer iets omhoog, tot net onder mijn ribben. Alsof ze precies wist waar de grens lag… en er heel rustig, heel bewust overheen gleed.

We haalden de finish niet. Halverwege struikelden we en vielen in een hoop in het gras. Esmee lag half over me heen, haar borsten stevig tegen mijn rug gedrukt, haar mond vlak bij mijn oor: “Jammer,” zei ze zacht, terwijl ze langzaam van me af rolde. “Volgende keer beter coördineren, hè?” Ze stond op, veegde gras van haar benen en liep weg alsof er niets gebeurd was.

Het volgende spel was het grote opblaasparcours. Vooral de kinderen renden er gillend overheen, maar de organisatie riep: “Ook voor de groteren! Teams van twee, wie het snelst is wint prosecco!” Imke was al met een groepje moeders bij de wijn gaan staan. Toen de speaker vroeg wie er nog mee wilde doen, stak Esmee zonder aarzelen haar hand op en keek recht naar mij: “Team?” vroeg ze, met diezelfde lichte, bijna uitdagende glimlach. Ik kon moeilijk nee zeggen.

We stonden aan de start. Eerste obstakel: een smalle tunnel waar je alleen kruipend doorheen paste. Esmee dook als eerste naar binnen, op handen en knieën. Haar korte broekje kroop omhoog, de onderste rand van haar billen werd zichtbaar – zacht, zongebruind, perfect rond. Ik volgde, lager dan nodig was. De lucht in de tunnel was warm en muf. Ik rook haar: zonnebrand, een vleugje zweet, iets zoets van haar shampoo.

Ze kroop expres langzaam. Haar heupen wiegden lichtjes voor mijn gezicht. Af en toe keek ze achterom, rode haar plakkend aan haar wangen. “Kom je nog?” vroeg ze zacht, haar stem galmend in de nauwe ruimte. Daarna de hoge, gladde bult. Ik ging eerst, reikte achter me om haar een hand te geven. Ze greep die stevig vast en zette haar voet precies tussen mijn benen om zich af te zetten. Een seconde lang drukte ze zich volledig tegen me aan – haar borsten warm en stevig tegen mijn rug, haar adem in mijn nek.

Bovenop moesten we samen naar beneden glijden. Ze ging voor me zitten, tussen mijn benen, rug tegen mijn borst: “Hou me maar vast,” zei ze kalm. Ik sloeg mijn armen om haar middel, mijn handen net onder haar borsten. Ze leunde achterover, hoofd naast het mijne, en liet zich vallen. We schoten naar beneden, haar lichaam gleed over het mijne, haar billen precies over mijn kruis. Ik was al keihard. Ze moest het gevoeld hebben. Ze zei niets. Lachte alleen zacht toen we onderaan in een hoop neervielen.

Laatste stuk: een smalle balanceerbalk boven een dikke mat. Ze liep voor me uit, wiebelend, armen gespreid. Halverwege keek ze om, deed alsof ze haar evenwicht verloor en viel achterover – recht in mijn armen. Ik ving haar op. Een tel lang stonden we zo: haar rug tegen mijn borst, mijn handen om haar middel, haar billen stevig tegen mijn pik gedrukt. Ze draaide haar hoofd een beetje, lippen vlak bij mijn oor: “Je vangt me altijd op, hè?” fluisterde ze.

Toen liet ze zich op de mat zakken, draaide zich om en liep naar de finish alsof er niets was gebeurd.
Haar moeder Anouk, altijd iets te hard, iets te vrolijk, iets te veel rosé, klapte in haar handen toen we met onze fles prosecco en bronzen medaille voor haar stonden. “Derde plaats, maar wel het allerleukste team! Kom op, fotoooo! Niet zo stijf, dit moet een écht feestplaatje worden!”

Ze pakte haar telefoon al, zwaaide met haar vrije hand als een dronken regisseur: “Esmee, draai je naar hem toe. Armen om zijn nek, lekker hoog! En jij…” ze keek naar mij met een knipoog waar een halve fles in zat, “handen lager, gewoon om haar middel… nee wacht, nóg lager, op haar heupen, dat staat gezelliger!” Esmee deed precies wat haar moeder zei. Armen om mijn nek, vingers gekruist in mijn nek, op haar tenen, borsten licht tegen mijn borstkas. Haar gezicht centimeters van het mijne.

Anouk was nog niet klaar: “Dichterbij! Plak jullie eens lekker tegen elkaar aan! Esmee, heupen naar voren, ja zo! En jij… hand precies op dat randje van haar broek, ja, dat is schattig! Alsof jullie een stelletje zijn, hahaha!” Ik voelde Esmee’s onderbuik tegen de mijne drukken. Mijn handen lagen nu laag op haar rug, net boven de welving van haar billen. Warm. Zacht. Trillend bijna: “En nu lachen… of nee, doe eens gek! Esmee, geef hem een dikke zoen op zijn wang!”

Esmee draaide haar hoofd. Haar lippen raakten mijn wang, bleven daar een volle seconde hangen. Warm. Zacht. Haar adem streek langs mijn huid. Klik-klik-klik: “Perfect! Dit wordt de hit van de buurtapp!” riep Anouk triomfantelijk. “Jullie zien er zó cute uit samen!” Esmee liet haar armen langzaam zakken. Haar vingertoppen streken bewust langs mijn nek voordat ze losliet. Ze keek me aan. Ogen glinsterend. Een klein, geheim lachje. Anouk had geen flauw benul.

Maar de foto liegt niet.

En Esmee ook niet.

02:17 uur (het feest is voorbij en ik ligt in bed) Mijn telefoon trilt één keer op het nachtkastje. Ik pak hem meteen, scherm op de laagste helderheid. Een onbekend nummer. Geen naam, alleen een foto.
Het is de foto van Anouk. Maar nu strak bijgesneden: alleen Esmee en ik. Haar armen om mijn nek, haar lippen op mijn wang, mijn handen laag op haar rug. Haar ogen half dicht van het lachen, maar je ziet het nog: die glinstering.

Daaronder één regel: Vind je hem mooi? Ik slik. Mijn duim zweeft boven het toetsenbord. Ik typ, wis, typ opnieuw. Ja. Heel mooi. Verzenden. Drie seconden later: Zij is online. Die twee vinkjes worden blauw. Dan een nieuwe foto. Zelfde pose, zelfde glimlach. Maar nu in haar eigen kamer. Spiegel-selfie. Het witte topje is omhoog geschoven tot nét onder haar borsten. Haar buik bloot, navel zichtbaar, een smalle streep huid die omlaag loopt in haar korte spijkerbroekje. Haar ogen kijken recht in de camera. Recht naar mij. Deze is nog mooier.

Maar alleen voor jou. Mijn hart bonkt in mijn keel. Ik draai me op mijn zij, telefoon onder het dekbed zodat het licht niet op mijn vrouw valt. Ik typ: Wanneer heb je die gemaakt? Direct: Vanavond. Na het feest. Kon niet slapen. Dacht aan jou.

Ik lig op bed, telefoon in mijn hand, hart bonkt in mijn borstkas. Dan komt de volgende foto binnen.
Ze heeft het topje nu helemaal omhoog geschoven, tot net onder haar keel. Haar borsten liggen zwaar en vol op haar ribbenkast, melkwit met een lichte blos van opwinding. De onderkant van haar tepelhoven piept net zichtbaar boven de stof uit, zachtroze randjes die me gek maken. Haar hand rust laag op haar buik, vingers glijdend onder de losgeknoopte band van dat korte broekje. De rits staat half open, een uitnodigend V’tje.

Mijn lul klopt meteen pijnlijk hard tegen mijn broek. Ik moet mezelf even vastpakken, gewoon om de druk te verlichten. Ik typ: “Je maakt me helemaal gek.”

Zij: “Dat weet ik!”

Vijf minuten niets. Ik denk dat het stopt, dat ze me laat sudderen. Dan trilt mijn telefoon weer.
Nieuwe foto.

Ze ligt op bed, topje helemaal uit. Haar cup D borsten torenen als perfecte heuvels boven haar uit, tepels hard en omhoog gericht. Ze heeft de camera van onder genomen, dus ik kijk recht tegen die volle rondingen aan terwijl ze op de achtergrond plagend haar tong uitsteekt. Dan komt het filmpje: ze pakt haar linkerborst vast, tilt hem op en likt langzaam over haar eigen tepel. Haar speeksel glimt, druppig en glibberig, loopt in dunne draden over haar huid. Ze kijkt recht in de lens terwijl ze het doet, ogen half dicht van genot.

Ik kreun hardop. “Oh mijn god, ik hou dit niet meer.” Dan draait ze de camera om. Alleen dat korte broekje nog aan, knoopje los, rits helemaal open nu. Haar schaamstreek is volledig kaalgeschoren, glad als zijde. Ik zie het begin van haar lipjes, licht gezwollen, een glinstering van nattigheid ertussen.

Ik zie mezelf al voor me: op mijn knieën tussen haar benen, tong helemaal uitgestoken, één lange, diepe haal van onder tot boven, dwars door dat gladde, natte kutje. Proef haar, voel hoe ze trilt als ik over haar clit ga, haar heupen die omhoog duwt omdat ze meer wil. Ik typ met één hand, de andere om mijn pik geklemd: “Als ik daar nu was… ging mijn tong zo langzaam van je gaatje tot je clit, één keer heel diep erdoorheen. En dan nog een keer. Tot je smeekt.”

Ze antwoordt meteen:
“Kom maar… deur staat open.” “Kom maar proeven!”

Ik staar naar dat spraakbericht. Haar stem nog in mijn oor, zacht en hijgend: “Kom maar proeven…”
“Fuck, fuck, fuck,” mompel ik hardop tegen mezelf. Ze is 19. Negentien. Ik ben 49. Oud genoeg om haar vader te kunnen zijn. Letterlijk. Mijn verstand schreeuwt: Dit kan niet. Dit mág niet. Ze is de dochter van een vriendin van een vriendin, iemand die ik al jaren ken van verjaardagen en barbecues. Ik heb haar nog zien opgroeien van een mager meisje met beugel naar… dit. Naar dit perfecte, geile, uitdagende wezen dat nu boven in dat bed ligt. Met haar benen open. Wachtend.

En toch.
Toch voel ik die drang. Die oerdrang.
Om die trap op te lopen.
Om die deur open te doen.
Om op mijn knieën te vallen tussen die jonge, gladde dijen.
Ik wil mijn tong diep, héél diep tussen die strakke, natte lippen duwen.
Langzaam op en neer glijden, haar openen, weer naar beneden, dan weer omhoog, penétrerend met alleen mijn tong.

Al haar jonge, zoete vocht opslurpen, het warm laten lopen over haar clit en dan met mijn lippen zachtjes zuigen tot dat harde knopje helemaal uit zijn schulp komt, kloppend en gevoelig. Terwijl ik dat doe glijdt eerst één vinger moeiteloos naar binnen, dan een tweede, dan een derde; haar kutje zo nat en gewillig dat het ze zonder weerstand opslokt. Ik krom mijn vingers, zoek dat plekje vanbinnen waarvan ik weet dat het haar gek maakt, en ik voel hoe ze meteen strakker om me heen knijpen. Ik wil zo diep mogelijk in haar kruipen.

Met mijn tong, mijn vingers, mijn hele mond. Ik wil haar van binnenuit laten exploderen, haar laten klaarkomen zo intens dat haar ogen wegdraaien, haar adem stembanden breken op mijn naam, en heel even haar bewustzijn vervaagt in één lange, sidderende golf van genot. Ik wil dat ze vergeet wie ze is, waar ze is, alles; alleen nog maar voelt hoe ik haar helemaal vanbinnen bezit.

Ik voel mijn hart bonken in mijn keel. Mijn pik klopt zo hard dat het pijn doet.
Dit is verkeerd.
Dit is zó verkeerd.
Maar mijn voeten bewegen al.
Langzaam.
Naar de trap.
Elke tree kraakt onder mijn gewicht alsof het huis zelf zegt: “Denk na, idioot.”
Maar ik denk niet meer met mijn hoofd.
Ik denk met mijn pik, kloppend, dwingend, ongeduldig.

Ik denk alleen nog maar aan hoe ik haar ook zover krijg dat ik haar sterretje mag hebben. Dat ik haar op haar buik leg, haar billen zacht uit elkaar trek, en eerst met mijn tong een paar trage, natte cirkels om dat strakke, maagdelijke gaatje draai tot ze ontspant en zacht kreunt. Dat ik daarna mijn pink, glibberig van haar eigen kutvocht, heel langzaam naar binnen laat glijden. Hoe ze eerst verstijft en dan, als ik haar clit blijf strelen, langzaam meegeeft. Dat ik dan mijn duim neem, dikker, dwingender, en haar nog iets verder open tot ze hijgt en haar rug kromt.

Dat ik uiteindelijk twee vingers diep in haar kontje duw, ze voorzichtig uit elkaar trek, haar rek, haar klaar maak. Tot dat kleine sterretje soepel en hongerig wordt, tot ze zelf naar achteren duwt en smeekt om meer. Tot ik mijn pik, hard en druipend, tegen dat opgerekte gaatje zet en heel langzaam naar binnen glijd, centimeter voor centimeter, terwijl ze mijn naam uitkotst van pure overgave. Ik denk er alleen maar aan hoe ik haar helemaal wil bezitten.
Voor- én achterkant.
Tot er geen plek meer op of in haar lichaam is die ik niet heb geclaimd.

Elke tree kraakt, en bij elke kraak hoor ik nu twee stemmen tegelijk.

De ene is rauw, laag, begerig: Neuk haar kontje, breek haar open, maak haar van jou, helemaal van jou.
De andere is stiller, ouder, bekender.
Het is de stem die haar jaren geleden een pleister plakte toen ze van haar fiets viel.
Die haar rapporten zag, haar tranen droogde toen haar eerste vriendje haar dumpte, die haar moeder beloofde: “Ik let wel een beetje op haar.”
Die stem zegt nu: Ze is negentien.
Je bent 30 jaar ouder.
Je kent haar ouders. Je kent haar geschiedenis.
Je weet dat ze soms nog steeds in paniek raakt als dingen te snel gaan.
Je weet dat ze zich groot voordoet, maar dat ze eigenlijk nog zo klein is vanbinnen.
Die stem vraagt: Als jij straks klaarkomt in haar kontje en morgenochtend weg bent, wie houdt haar dan vast als ze in elkaar klapt van schaamte?
Wie zorgt ervoor dat dit geheim niet langzaam haar keel dichtknijpt?
Wie garandeert dat ze dit over tien jaar niet als een litteken met zich meedraagt in plaats van een geile herinnering?

Die stem fluistert: Je hebt macht over haar. Niet alleen omdat je ouder bent, maar omdat je haar al kent van vóór ze zichzelf kende.
Omdat ze jou vertrouwt op een manier die ze bijna niemand anders geeft.
En macht maakt dat toestemming nooit helemaal schoon is.
Dus sta ik boven aan de trap,
met een pik die klopt van verlangen
en een maag die omdraait van angst.
De ene stem zegt: “Neem haar. Ze wil het. Je hebt het verdiend.”
De andere stem zegt: “Bescherm haar. Zelfs tegen zichzelf. Vooral tegen jou.”
En voor het eerst in mijn leven
is de tweede stem net iets luider.
Niet omdat ik een heilige ben.
Maar omdat ik weet hoe het voelt om iets kapot te maken dat je eigenlijk alleen maar wilde vasthouden wilde. Ik draai me om en ga naar huis .

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Dit verhaal is 5554 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

Plaats een reactie