We spraken af op een parkeerterrein. Na een bijeenkomst op het werk zouden we een beetje tijd stelen voor onszelf. Een parkeerterrein. Ik herhaal het nog eens in mijn hoofd. Het klinkt banaal, misschien zelfs goedkoop. Toch voelde het alsof er iets onherroepelijks zou gebeuren. Ik vroeg me af: wat wilde die charmante Miguel eigenlijk van mij? Waarom ik? Was hij wel serieus genoeg, of speelde ik slechts een passerende figurant in zijn zorgvuldig geordende leven?
Na dat gesprek waarin we eindelijk onze gevoelens erkenden, hadden we wekenlang intensief geappt, geflirt, elkaar vlugge zoenen gegeven die niets oplosten maar alles beloofden. En nu dit: een parkeerplaats als ons volgende toneel. Iedereen die beweert dat hij dat niet zou willen, liegt. Het is spannend, schaamteloos bijna, en toch vreemd genoeg ook een beetje romantisch.
Het was hartje herfst. Het terrein lag er verlaten bij, op twee auto’s zonder bestuurder na. Geen publiek, geen geluid, behalve de wind die tegen het metaal sloeg en het ritme van mijn hart.
Miguel reed het terrein op, parkeerde naast me en stapte mijn auto in. Een blijdschap stroomde door me heen, helder en eenvoudig, zoals de vreugde van iemand die een schelp openbreekt en onverwacht een parel vindt.
Ik had de drang om meteen de deuren te vergrendelen—zodat hij voor mij was, alleen voor mij. Maar ik deed het niet. Hij dacht al dat ik een beetje “psycho” was, dus dit zou het beeld alleen maar bevestigen. En ergens wist ik: wij hadden ieder onze kaders, grenzen die we moesten respecteren, ook al was de verleiding groot om telkens eroverheen te willen stappen.
Soms, wanneer hij zachtjes zei: “Ik moet gaan”, voelde ik de neiging om de boze heks te spelen. Om zijn wereld met woorden te laten instorten. Maar ik deed het nooit en zal het ook nooit doen. Er was een reden voor, maar die zal ik je later vertellen.
We gleden naar de achterbank, die ons net iets meer ruimte gaf. Ik kroop op zijn schoot, mijn gezicht vlak bij het zijne. Ik kuste hem. Zijn tong vond de mijne. Al was het niet de eerste kus, deze voelde als een betovering. De smaak van zijn lippen, vermengd met de geur van zijn parfum, maakte me duizelig. Verslaafd, bijna. Alsof ik niet meer wist of ik in mijn auto zat, of in een droom die ik zelf had geschreven.
De chemie was zo vertrouwd dat het onnatuurlijk leek. Alsof onze lichamen elkaar al langer kenden dan wijzelf. Zijn adem, zijn zweet, zijn geur—alles viel samen met de mijne. Ik kuste zijn hals en liet mijn lippen traag langs de zachte ruigheid van zijn baard glijden. Elke aanraking prikte licht, alsof mijn huid zich herinnerde dat ze wakker gemaakt kon worden. Ik hield ervan, misschien meer dan ik ooit hardop durfde te zeggen.
Later vroeg ik hem of hij die baard speciaal voor mij niet trimde. Hij lachte, zijn ogen warm en plagerig, en zei: “Welke baard?” Een grapje, maar voor mij werd het een geheim dat ik koester, alsof hij onbewust had toegegeven dat alles aan hem, al was het maar even, van mij was.
Daar in de auto, waar de ramen al beslagen waren van onze hitte, voelde ik zijn hardheid tegen me aanduwen, ongeduldig en toch beheerst, alsof ook hij zich bewust was van de vreemde grens waarop we balanceerden. Zijn vingers gleden naar mijn overhemd, knoop voor knoop, traag genoeg om de tijd die hij niet had te rekken.
Toen hij het openvouwde, gleed zijn blik over mijn rode bh, gekozen voor hem alleen. Hij had de voorpret al geproefd in de foto die ik hem stuurde, maar nu zag ik in zijn ogen hoe het verlangen verdubbelde. Hij boog voorover en kuste de welving van mijn borst. Zijn lippen waren zacht, zijn adem warm. Met een trage beweging schoof hij de rand van mijn bh opzij en zijn mond vond mijn tepel. Al had ik het verwacht, een schok schoot door mijn lichaam heen. Genot, maar ook iets triomfantelijks, alsof ik eindelijk iets veroverde dat al die tijd verborgen had gelegen. Mijn hand gleed naar zijn riem, naar de druk van zijn gulp. Ik wilde niets liever dan ontdekken wat daar wachtte, zijn hardheid in mijn hand voelen, in mijn mond proeven. Maar plotseling stopte hij me. Een scherpe steek trok door me heen.
Waarom?
– Wordt vervolgd –