Bollen pellen (1/4)

NICHTJE

Haar ogen…! Vanaf de andere kant van de brede tafel weten ze me steeds weer te vinden. Haar handen pellen als een automaat de bollen, terwijl ze steeds weer haar dromerige intens blauwe ogen op mij richt. En dan dat lieve lachje dat ze me dan laat zien, met haar felblonde krullenbol en ondanks haar overall is ze het mooiste meisje van de bollentafel…

Dit verhaal speelt zich af in 1967, de ‘summer of love’ en na al die jaren wil ik dat graag eens aan jullie vertellen. Mijn echte vader overleed toen ik nog maar een baby was en al gauw hertrouwde mijn moeder met mijn stiefpa. Jammer genoeg kwam er nooit een broertje of zusje en nu gaan ze ook nog eens scheiden. Het was vaak ruzie thuis, misschien sloeg ik daarom geen zomer over om te gaan logeren bij de familie van mijn stiefpa in Noord-Holland. Logeren bij zijn jongste broer Theo, die maar liefst zéven kinderen had. Niet dat het daar nou allemaal rozengeur en maneschijn was, maar altijd was er in ieder geval mijn nichtje Rina, mijn beste maatje en het meisje waar ik deze zomer zo verliefd op ben geworden…

Jezelf worden

‘Snótvurdómme Niko!! Haal ik alweer acht bollen achter je kont vandaan’ moppert oom Theo. We zijn met tien man bollen aan het rooien, keer op keer ploegt mijn oom een strook om waardoor een rij bollen boven komt te liggen. Meteen daarna neemt ieder van ons een meter of vijf voor zijn rekening, in zware canvas-broeken op de knieën door de klei kruipend en met de handen in dikke handschoenen de bollen eruit graaiend. Regelmatig checkt oom Theo een van ons en het lijkt wel of ik op zijn ‘zwarte lijst’ sta, mij pikt hij het vaakste eruit. Iedere bol is ongeveer een dubbeltje waard en alles wat oom Theo vindt trekt hij ijskoud van ons loon af. Bij mij dus het meest…

Ik kan er niks aan doen, ik vind het waardeloos werk, dat gegraai in die kouwe natte klei, liever zou ik in de warme bollenschuur aan het werk zijn, bij al die gezellige bollen-pellende meisjes, kwebbelend of meezingend met de nieuwste tophits. Hier op het veld is het één groot machoclubje en op de een of andere manier sta ik daar helemaal buiten. Sinds een jaar laat ik mijn haar lang groeien, om alle oubolligheid en eenzaamheid in mijn jeugd van me af te schudden, en misschien komt het wel dáárdoor dat ze me niet moeten. Gelukkig heb ik het gezelschap van het transistorradiootje in mijn borstzak, dat ik kon kopen van het geld dat ik vorig jaar hier verdiende.

Zeker nu ben ik blij dat ik er naar kan luisteren want minstens ieder uur draaien ze op Veronica mijn lievelingsnummer, ‘All you need is love’, net verschenen van de Beatles. Het lijkt wel of John Lennon in mijn ziel keek toen hij het schreef…

“Love Love love…
Nothing you can make that can’t be made
No one you can save that can’t be saved
Nothing you can do,
But you can learn how to be YOU in time,
It’s easy!
All you need is love…”

Zó voel ik het ook, dat ik dan misschien wel niet mijn ouders en alle moeilijkheden om hen heen in de hand heb of kan veránderen, maar dat ik wel mezélf kan veranderen en kan leren om meer te zijn wie ik bén. Daarvoor moet ik eerst ontdekken wie ik ben en al een jaar, sinds mijn zestiende, ben ik daar behoorlijk ijverig mee aan de gang gegaan. Op de een of andere manier was ik er toen ineens helemaal klaar mee om in de ogen van iedereen ‘t lulletje te zijn. Mijn moeder is altijd overbezorgd waardoor ik niks mag en met ook nog eens de allerergste kleren uit het jaar nul was ik echt het sufste ventje van de school, waar niemand rekening mee hield.

En dus nam ik een besluit, net als de Beatles liet ik mijn haar groeien en net als de Beatles ging ik op zoek naar kleren die ánders waren. Ik vond die in een dump, een lange blauwe pilotenjas werd mijn zeg maar tweede huid en verder droeg ik gewoon wat ik daar voor een appel en een ei kon kopen, zo’n militaire trainingsbroek, een bommenjack, kistjes, het maakte me niet uit, als het maar anders was. Nog weer later kwam ik er achter dat in de stad iets verderop iedere maand een vlooienmarkt is, en daar verkopen ze echte hippiekleren. En zo loop ik dus meestal in een fel oranje of groene broek met Indiabloes, en als het koud is daarop mijn lange blauwe pilotenjas, kraag omhoog, mijn lange haren er overheen…

Rina

Ondertussen staat oom Theo maar tegen me aan te lullen en pas na een tijdje dringt tot me door dat hij steeds nijdiger wordt. ‘Niko de Boer, hoe heb ik het met jou, luister je nog?’ toetert hij ineens zowat in mijn oor. Kláár ben ik met hem en zijn gechagrijn, ik pleur die klote-handschoenen weg, ruk de kleikruipbroek van mijn lijf en met mijn haren woest wapperend in die eeuwige snoeiharde Noord-Hollandse zeewind stamp ik er vandoor. Ik pak een van de duwschuiten en kriskrassend door al die vaartjes punter ik als een bezetene terug naar de stolpboerderij, vast van plan om met de eerste de beste boemeltrein die stopt in dit gat naar huis, naar Brabant te vertrekken.

Maar ja, ik durf voorlopig niet het huis in te gaan want dan moet ik natuurlijk tante Truus van alles uitleggen, en daarom ga ik maar naar de bollenschuur. Zodra ik die binnenga kom ik al wat tot rust, de meiden zitten net mee te blèren op ‘San Francisco’ van Scott Mckenzie en het is meteen alsof ik weer in mijn eigen wereldje ben, bij hén voel ik me op mijn gemak. Hiér wil ik zijn, de plek waar ik al zoveel zomers heb doorgebracht en mand na mand heb gevuld met al die duizenden bollen die ik hier heb gepeld. Liefst zou ik dit weer doen, maar ja, oom wilde me net als m’n neven en de andere jongens op het land hebben en eigenlijk heb ik hier nu niks meer te zoeken.

Een beetje onzeker blijf ik staan en natuurlijk is Rina de eerste die me ziet. Meteen komt ze naar me toe en door haar lieve uiterlijk kom ik nog meer tot rust.
Wij wonen in Brabant, bijna niemand heeft er een auto en met de bus en trein is het een hele onderneming om hier te komen, daarom zien we elkaar als familie niet veel. Toen ik een paar dagen terug voor het eerst na een jaar weer hier aan kwam was het dan ook alsof de bliksem bij me insloeg. Zomer na zomer trok ik van alle zeven kinderen van mijn oom en tante het liefst op met Rina, het klikte tussen ons en op de een of andere manier had ze vanaf het begin in de gaten hoe alleen ik was. Het leek of ze aanvoelde wat ik tekort kwam en vanaf die tijd voel ik me pas compleet als ik bij háár ben.

Voor mij is ze dus geen meisje maar een maatje, een zielsverwant, iemand met wie ik alles deel. Maar nu is dat inééns veranderd, in dit jaar is ze een meisje geworden. Haar blonde krullen zijn langer geworden, ze heeft zich een beetje opgemaakt en dan haar kleding, whow, dat korte rokje met daaronder die eindeloos lange blote benen en dan dat strakke truitje waarin ineens bórsten zitten die ook nog eens bij iedere beweging wiebelen. Voor het eerst voelde ik me verlegen tegenover haar en aan haar zag ik het ook. Pas toen ik na enkele uren merkte dat er in dat mooie meisje nog steeds mijn lieve maatje Rina verscholen zat durfde ik weer wat normaler met haar om te gaan.

Ander vaarwater

‘Nou joh, wat is er met jou beurd dan?’ zegt ze in dat dialect wat alleen zíj zo leuk en zangerig gebruikt, en dan kan ik er niks aan doen, het is thuis al zo’n klotezooi en nou weer die ruzie met oom Theo, mijn ogen lopen vol. Pittig als ze is trekt ze me aan mijn arm mee het keukentje in en als we aan de tafel zitten commandeert ze: ‘vertel me alles Niko.’ Eerst gaat het natuurlijk over de ruzie met haar vader maar al snel komt mijn hele verdriet eruit, dat ik altijd maar alleen ben, mijn ouders die nu ook nog eens gaan scheiden en alleen maar ruzie maken, en dat ik dus geen idee heb waar dit allemaal naartoe moet. Dat ik als zij uit elkaar gaan ook m’n familie hier kwijt raak omdat ik het kind van een andere vader ben en dat ik dan helemaal alleen kom te staan, met alleen nog een half-hysterische moeder…

Voor ik het besef zit mijn nichtje dat dus niet écht mijn nichtje maar zeg maar een ‘stiefnichtje’ is op mijn schoot en snift ze volop met me mee. Als troost slaat ze haar armen om mijn nek en geeft ze me een heftige knuffel, haar betraande gezichtje tegen het mijne drukkend waardoor het met al die tranen van ons samen een behoorlijk natte boel wordt. Ze is heel lief voor me maar eigenlijk wordt het hierdoor allemaal nóg verwarrender. Want natuurlijk is ze mijn lieve Rina waar ik alles mee kan delen maar zoals ze nu tegen me aan zit besef ik dat ze dus toch ook een méisje is, een mensensoort waar ik nul-komma-nul ervaring mee heb. Hoewel ze zoals altijd hier in de schuur een overall aanheeft is ze toch totaal veranderd. Haar hele wezen lijkt anders, ze oogt hetzelfde en toch weer niet, ze is nog steeds hetzelfde meisje en toch ook weer niet.

Het komt er eigenlijk op neer dat ze behoorlijk opwindend is geworden, want ‘dankzij’ haar tietjes die nu tegen mijn borstkas drukken en haar gewiebel op mijn schoot gebeurt er iets waar ik me helemaal geen raad mee weet: mijn lul wordt stijf. Al een paar jaar trek ik me vaak af maar nog nooit zat er een meisje op mijn schoot en ook nog nooit kreeg ik daardoor dus een stijve. Net nu ik alles een beetje kwijt kan bij Rina gebeurt dit, sjit. Eerst doet ze of ze niks merkt, we praten gewoon door maar op een gegeven moment hoor ik een giecheltje en zegt ze: ‘wat is dit nou, Niko?’ en puur gemeen wrijft ze haar billen nog een keer extra over mijn lul, die inmiddels meer zeg maar een harde paal is geworden.

Met een kop als een boei duw ik haar van me af, ik schaam me kapot, dit is het laatste wat ik wilde dat er zou gebeuren. Rina is door mijn reactie behoorlijk ontdaan, ze kijkt me bozig aan en vraagt dan: ‘wat is dat nou joh? Zo erg is dat toch niet? Ik heb twee broers boven me die ik regelmatig in hun blote kont zie hoor, denk jij dat ik bleu ben of zo?’ Nou schaam ik me nóg meer, omdat ik overduidelijk niks gewend ben en veel te heftig reageerde. Ik sta op, trek haar tegen me aan en mompel in haar lekker ruikende krullenbos ‘sorry hoor. Ik ben ook zó’n stomme Brabantse dokus, sorry!’ Dan beantwoordt Rina mijn hug en of we het willen of niet, langzaam maar zeker komt onze vriendschap in een ander vaarwater terecht.

Terug naar de meiden

Later die middag, als vlak voor het avondeten oom Theo arriveert, komt hij de bollenschuur binnen stampen, overduidelijk op zoek naar mij. Ik heb me die middag nuttig gemaakt door de te pellen bollen steeds op de grote tafel te kieperen en de door de meisjes vol gepelde manden weg te sjouwen. In een schriftje heb ik precies bijgehouden hoeveel manden iedereen klaar heeft, mijn oom betaalt de pellers namelijk per mand.
‘Niko de Boer, meekomen jij’ en natuurlijk kan ik niks anders doen dan gehoorzamen. Ik snap ook wel dat hij boos op me is, niet echt slim om er zomaar vandoor te gaan. Rina komt achter ons aan maar als oom Theo dat ziet snauwt hij ‘terug naar binnen jij’, waarna Rina afdruipt. Dat had hij beter niet kunnen doen want meteen voel ik de boosheid en adrenaline weer door mijn lijf knallen.

We lopen de keuken van de boerderij binnen waar tante Truus al aan het koken is, een beetje verwonderd ziet ze ons binnenkomen. Meestal zijn tante Truus en oom Theo twee handen op één buik, maar als hij me terwijl we nog maar amper zijn gaan zitten begint uit te kafferen zegt ze ‘Theo, doe eens even rustig aan. Die jongen heeft thuis al genoeg op zijn bordje hoor.’ Dat komt er zó bezorgd om mij uit dat ik meteen weer volschiet en jankend de keuken uitren, naar boven, naar de hoge stolpzolder, naar mijn bed tussen dat van mijn neven.

Na een minuut of vijf komt tante Truus me achterna en ik kan niet anders, ook aan haar vertel ik weer het hele verhaal. Ze luistert tot ik alles heb verteld, geeft me een knuffel en zegt dan geruststellend: ‘’t is moeilijk voor je maar het komt vast allemaal wel weer goed, hoor vent. En als jij dat zo graag wil ga jij de rest van de tijd lekker de bollenschuur in. Ik regel dat wel.’ En zo komt het dus dat ik weer mijn dagen hier kan doorbrengen tussen al die leuke meiden, met als mooie middelpunt Rina…

X. Zara

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Zara

Hi, fijn dat je mijn verhalen leest, ik hoop dat je ze leuk vindt.
En jouw reactie is altijd welkom!
Liefs. Zara

Dit verhaal is 9555 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

2 gedachten over “Bollen pellen (1/4)”

  1. Ga je alle mogelijkheden redden in 4 verhalen, Zara. Uiteraard tenzij het giga lange verhalen worden.
    Mooi begin van een nieuwe reeks. Kijk uit naar de vervolg verhalen.

    Beantwoorden
  2. Hoe slaag je erin om aan zo’n tempo, zo’n goede verhalen te schrijven.

    Een goede pen heb je sowieso, maar waar haal je de inspiratie; waar haal je de tijd?

    Beantwoorden

Plaats een reactie