Domus Rosula Secreta (deel 4)

Domus Rosula Secreta 4De dagen na die regenachtige dinsdagavond hadden een nieuwe, fluisterende taal in het huis gebracht tussen Sven en mij. Een taal van blikken die net iets te lang duurden, van handen die per ongeluk raakten en daar heel even bleven. We waren een ‘ding’, dat wist iedereen, zelfs Joost en Lars, hoewel er geen enkel woord over was uitgesproken. Die stilte, die onuitgesproken afspraak, maakte het des te opwindender, des te spannender. Elke ochtend, wanneer ik hem in de gang tegenkwam, voelde ik de spanning in de lucht, een zoete, onzichtbare rook die om ons heen hing. Zijn glimlach, nu minder luid en brutaler, maar meer een zachte, intieme uitnodiging, trok me naar hem toe als een magneet.

De herinnering aan zijn hand op mijn huid, de geur van zijn adem, de zachte kreunen die we in de woonkamer hadden gedeeld. Het speelde op herhaling in mijn hoofd. Ik voelde me tegelijkertijd volledig overdonderd en ongelooflijk levend. Alsof ik eindelijk, na al die jaren van onzichtbaar zijn, begon te ademen. Mijn boek, dat ik die avond op de tafel had laten liggen, was de volgende ochtend op mijn bed gelegd. Een stil gebaar van Sven, zijn manier om te zeggen: ik heb je gezien, ik heb je gehoord, en dit is van jou, gekoesterd.

Ik droeg mijn roze hoodie nog vaker, niet langer als een schild om mijn lichaam te verbergen, maar als een vlag, een omhelzing van mijn eigen kwetsbaarheid die Sven zo onverwacht leek te zien als een kracht. De kritische stem in mijn hoofd, die zo lang over mijn ‘volle’ dijen, mijn ‘te brede’ heupen, mijn zachte buik had geoordeeld, was niet verdwenen, maar klonk nu zachter, minder dwingend. Ik had een ankerpunt gevonden. Soms keek ik in de spiegel en zag ik niet alleen mijn ‘gebreken’, maar ook de gloed in mijn ogen, de glimlach die gemakkelijker kwam, de zachtheid in mijn rondingen die misschien toch niet zo verkeerd was. Svens blik had een deur in me geopend, een perspectief op mezelf dat ik nooit eerder had durven zien. Zijn acceptatie voelde als een zalf op mijn oude wonden, een stille belofte dat ik goed genoeg was, precies zoals ik was.

Sven had zich ook verder geopend. In de weken die volgden, hadden we diepgaande gesprekken gevoerd, niet alleen over oppervlakkige studenten-dingen, maar over zijn ambities, zijn familie, zijn angsten. Vorige week had hij me geholpen met een lastige opdracht voor anatomie. Terwijl we in de keuken zaten, onze hoofden dicht bij elkaar gebogen over de boeken, had hij ineens over zijn eigen onzekerheden gesproken.
“Soms voel ik me zo dom,” had hij gemompeld, zijn vinger onrustig over een diagram van het menselijk skelet glijdend. “Alsof iedereen hier weet wat ze doen, en ik maar wat aanmodder. Vooral Joost en Lars. Die lijken alles zo makkelijk te vinden.”

Zijn stem was zacht, bijna beschaamd. Ik keek verrast op. Sven, de altijd zelfverzekerde, de luidruchtige gangmaker? Het raakte me. Zijn angst om niet goed genoeg te zijn, zijn stille twijfels, weerspiegelden mijn eigen onzekerheden zo pijnlijk en treffend. Het creëerde een nog diepere, onuitgesproken band tussen ons. Onze kwetsbaarheden lagen nu open op tafel, en die gedeelde kwetsbaarheid voelde veiliger dan welke façades ook. Ik zag een kant van hem die niemand anders zag, net zoals hij de mijne zag. En dat was onbeschrijflijk waardevol.

Die onuitgesproken intimiteit verspreidde zich door het huis. Wanneer Joost en Lars ’s avonds te luidruchtig waren met hun game, trok Sven me met een kleine glimlach aan mijn arm naar de keuken om ‘thee te zetten’, en dan bleven we daar staan, fluisterend, elkaars nabijheid zoekend. Hij raakte vaker mijn arm aan wanneer hij langs me liep, of zijn hand bleef net iets langer op mijn rug rusten als hij een opmerking maakte. Deze kleine, vluchtige aanrakingen waren geladen met betekenis, beladen met de herinnering aan wat er was gebeurd, en met de belofte van wat nog zou komen. Elke aanraking voelde als een bevestiging dat we een geheime taal spraken, een taal die alleen wij begrepen, een die ons verder trok in elkaars ban.

De aanwezigheid van Joost en Lars werd een zachte achtergrondruis. Hun platvloerse grappen raakten me minder, hun aanwezigheid intimideerde me minder. Ik had Sven. Die wetenschap omhulde me als een warme deken. Ik lachte vaker mee met hun grappen, voelde me meer ontspannen, al sloot ik me nog af als ze te plat werden. Domus Rosula Secreta, dat studentenhuis vol kakelende huisgenoten en onverwachte hoekjes, voelde steeds meer als een plek waar ik mezelf kon zijn, waar ik kon groeien, niet ondanks, maar dankzij de mensen om me heen, en vooral dankzij Sven. Het was mijn veilige haven geworden, en Sven was mijn kompas.

Op een vrijdagavond gingen Joost en Lars naar de sociëteit.
“We zijn waarschijnlijk diep in de nacht pas terug, rond een uur of drie, als we al terugkomen,” had Joost lachend geroepen, een fles bier bungelend aan zijn hand, terwijl hij de voordeur dichttrok.
Lars had alleen gemompeld en zijn hand opgestoken. De voordeur sloeg dicht, en een diepe, veelbelovende stilte vulde het huis. Ik keek op de klok boven de bank: half negen. Uren van vrijheid lagen voor ons, maar de onzekerheid van hun mogelijke vroege terugkomst zweefde als een lichte schaduw over het moment. Sven en ik keken elkaar aan, een onuitgesproken afspraak in onze ogen. Een afspraak die als een onvermijdelijkheid voelde. Het was tijd.

“Ik ben zo terug,” zei Sven terwijl hij richting de keuken liep.
Mijn hart begon sneller te kloppen, een wilde trommel in mijn borstkas. Ik zat op de bank, zogenaamd een studieboek lezend, maar mijn ogen gleden telkens naar de keukendeur, waar Sven rommelde met pannen en stromend water. Was hij eten aan het maken, of stelde hij het moment uit, net als ik? De spanning was bijna ondraaglijk, een dikke, zware deken die om ons heen hing. Een kriebel van zenuwen en opwinding stroomde door mijn aderen, vanuit mijn buik door mijn hele lijf. Dit was het vervolg op die regenachtige avond, de onvermijdelijke voortzetting van onze groeiende intimiteit. Ik voelde het. Mijn handpalmen werden klam. De woonkamer, waar ik hem voor het eerst echt had gezien, waar de vonk was overgesprongen, leek nu te ademen met mij, te wachten op wat komen ging.

Sven kwam de woonkamer in, geen thee dit keer, maar een glas water. Wat hij in de keuken had gedaan was mij een raadsel. Hij plofte neer in de versleten fauteuil tegenover me, dezelfde plek als toen. Zijn ogen glinsterden, een diepe, donkere glans die me betoverde. Een zachte glimlach speelde om zijn lippen, een glimlach die me uitnodigde, me geruststelde. De stilte sprak boekdelen. We waren alleen, en we wisten allebei wat dat betekende. Hij nam een slok water, en ik voelde mijn wangen gloeien, een hitte die door mijn nek trok. De roze hoodie, die ik opnieuw droeg, voelde ineens dun, alsof elke vezel de spanning in de lucht voelde. Zijn blik rustte op me, een warme gloed die door de stof heen drong en mijn huid deed tintelen.

Ik legde mijn boek neer op het tafeltje wat Sven had gemaakt, mijn handen trilden licht. De stilte was geladen, maar niet ongemakkelijk. Vol belofte, vol wederzijds begrip. Ik stond op, mijn benen voelden onvast, maar mijn hart wist wat het wilde. Ik liep naar hem toe, mijn ogen vast op de zijne. De woonkamer, met zijn versleten meubels en zachte lamplicht, was onze wereld geworden, een plek die we samen hadden opgeëist. Ik bleef voor hem staan, mijn ademhaling versnelde.

“Kom hier,” zei hij zacht, zijn stem een warme uitnodiging, echoënd van die fantasie die ik ooit in mijn kamer had gekoesterd.
Ik glimlachte, een lichte blos op mijn wangen, en stapte dichterbij. Hij reikte naar me, zijn handen vonden de mijne, en met een zachte, vastberaden beweging trok hij me naar zich toe. Ik klom op de armleuning van de fauteuil, net zoals die eerste keer, maar nu zonder aarzeling, zonder onzekerheid. Onze gezichten waren dicht bij elkaar, onze adem vermengde zich. De geur van zijn aftershave vermengde zich met een lichte zweetgeur, warm en intiem, die mijn zintuigen prikkelde. Zijn ogen, zo open en vol verlangen, hielden de mijne vast. Ik legde mijn hand op zijn wang, voelde de ruwe stoppels, en proefde in onze kus een zweem van zout en warmte, een smaak die rauw en echt was.

“Ik heb hier zo lang aan gedacht,” fluisterde hij.
Mijn hart zwol op.
“Ik ook,” antwoordde ik.
Onze lippen vonden elkaar in een kus die allesomvattend was. Teder, hongerig, een belofte van alles wat we voor elkaar voelden. De schaduwen van de lamp dansten op de muren, de contouren van zijn spieren tekenden zich af in het schemerlicht.
Ik verbrak de kus, mijn ademhaling zwaar.
“Ik wil jou,” fluisterde ik, de woorden brandden op mijn lippen.
Hij knikte, zijn ogen donker van verlangen.
“Ik jou ook,” mompelde hij, zijn stem schor.

Ik schoof van de armleuning af en landde zachtjes op zijn schoot, mijn benen om hem heen. De stof van zijn broek schuurde tegen mijn blote dijen. Ik voelde de hardheid van zijn erectie tegen me aandrukken, een opwindende belofte. Mijn hand gleed naar zijn kruis, en ik voelde de spanning in zijn lichaam. Ik wilde hem helemaal, nu. Hier. In deze woonkamer, waar ik zo vaak onzeker had gezeten, zoekend naar mijn plek. Nu voelde het als de meest natuurlijke plek om met hem te zijn, een heiligdom van onze gedeelde passie.

Met een gezamenlijk, onuitgesproken begrip bewogen we ons. Onze kleren vielen snel op de vloer naast de fauteuil, een wirwar van stof die onze overgave symboliseerde. Mijn blote huid tegen de zijne voelde als een openbaring. De textuur van zijn borsthaar kietelde tegen mijn tepels, de warmte van zijn lijf stroomde door me heen. Het zachte kraken van de fauteuil begeleidde onze bewegingen, een intiem geluid dat de stilte vulde. Hij tilde me op, en met een zachte beweging schoof ik dieper op zijn schoot, mijn benen om hem heen geslagen.

Een pasvorm zo perfect, zo volledig. Een zucht van genot ontsnapte toen ik hem voelde binnendringen, langzaam, teder, maar zo volledig. Ik voelde hem, helemaal in mij. Mijn bekken boog zich om hem te omhelzen, om hem nog dieper te ontvangen. De lichte spanning van de jongens die elk moment konden terugkomen, misschien vroeger dan drie uur, voegde een scherpe, opwindende rand toe aan onze intimiteit, maar het kon ons niet stoppen. Dit moment was van ons, en niemand kon dat afnemen.

De beweging begon, langzaam en ritmisch. Onze lichamen vonden elkaar, elke stoot een diepere verbinding, een diepere samensmelting. De kracht van zijn stoten, de tederheid van zijn aanrakingen, het kloppen van zijn hart tegen mijn borst. Alles versmolt. Zijn handen grepen mijn heupen, leidden me, dwongen me in een ritme dat onze ademhaling en kreunen perfect aanvulde. Mijn hoofd lag op zijn schouder, mijn vingers grepen zijn haar vast, de zachte krullen warm onder mijn vingertoppen. Ik voelde me volledig overgegeven, volledig gezien, volledig gewenst. Er was geen schaamte, geen angst, alleen puur, onversneden verlangen en genot.

De wereld buiten ons verdween, de klok stopte met tikken, de regen verstomde. Er was alleen wij. Twee lichamen, twee zielen, die versmolten tot één geheel in de stilte van de nacht. De woonkamer, ooit een plek van mijn vervreemding, was nu ons heiligdom van onze gedeelde passie. Een kort moment dacht ik aan mijn oude onzekerheden, mijn strijd met mijn lichaam, maar hier, in zijn armen, voelde ik me mooi, krachtig, geliefd.
De intensiteit nam toe. Een golf van genot zwol in me op, krachtiger en dieper dan ooit. Elke stoot zond een schok van puur genot door mijn lijf. Mijn benen klemden zich strakker om hem heen, mijn heupen bewogen instinctief mee.

Zijn ademhaling was zwaar, zijn spieren gespannen. Mijn haar streelde zijn gezicht. Ik voelde hem dichter bij zijn climax komen, zijn kreunen luider, dieper. Ik keek in zijn ogen, zag een mengeling van verlangen, liefde en pure overgave. Zijn gezicht vertrok in het schemerlicht, een intiem moment dat me overweldigde. Dit was niet alleen fysiek, dit was emotioneel. Een complete verbinding, een samensmelting van twee zielen in de meest intieme omhelzing.

“Ik… ik kom,” fluisterde hij.

Ik voelde de spanning in zijn lichaam verder toenemen, zijn spieren bulten onder mijn handen, zijn stoten werden intenser, dieper. Ik boog me naar zijn oor, mijn mond zo dichtbij dat mijn lippen zijn huid schampten.
“Ik wil dat je in mij komt,” fluisterde ik, de woorden waren nauwelijks hoorbaar, maar doordrongen van een diep, oeroud verlangen.
Ik voelde hem verstijven, een schok ging door hem heen, en toen liet hij los. De warme stroom verspreidde zich in mij, een uitbarsting van puur genot dat me vulde. Zijn vocht voelde als een deel van hem dat nu in mij leefde, een verbintenis die verder ging dan woorden. Het voelde als een intiem geschenk, een belofte van onze band, en ik omhelsde het volledig. De golf van zijn ontlading was krachtig, allesomvattend. Ik voelde mijn lichaam trillen onder de intensiteit van zijn genot. Onze lichamen trilden samen.

We bleven zo zitten, stil, uitgeput, onze lichamen nog steeds samengevoegd. Zijn hoofd lag in mijn nek, zijn warme adem streelde mijn huid, zijn zweetgeur vermengde zich met de mijne. Ik streelde zijn haar, voelde de zachtheid van zijn krullen onder mijn vingers. De regen tikte zachtjes tegen het raam, een zachte melodie die de stilte vulde. De angst voor de terugkeer van de jongens was verdwenen, opgelost in de nasleep van ons intieme moment. Niets kon dit verstoren. Ik voelde een diepe, roerende liefde voor deze man die me zo volledig zag, zo volledig accepteerde. Hij was niet de irritante huisgenoot die ik ooit dacht dat hij was; hij was mijn partner, mijn vertrouweling, mijn veilige haven. In zijn armen voelde ik me thuis, niet alleen in dit huis, maar in mezelf.

Toen hij zich langzaam terugtrok, voelde ik een lichte leegte, maar die werd meteen opgevuld door een overweldigend gevoel van geborgenheid. We bleven tegen elkaar aanliggen, onze handen verstrengeld, onze vingers speels verweven. Er was geen behoefte aan woorden; de aanwezigheid van de ander was genoeg. Ik wist dat dit het begin was van iets diepers, iets dat mijn angsten en onzekerheden overtrof. De reis naar zelfliefde was niet voorbij, maar Sven had me geholpen de eerste stappen te zetten, me laten zien dat ik mooi was, precies zoals ik was. En ik wilde die reis met hem voortzetten, elke stap van de weg.

Met een zachte glimlach tilde hij me op en legde me voorzichtig neer op de bank, en kwam naast me liggen onder een deken die we over ons heen trokken. We lagen dicht tegen elkaar aan, naakt, zijn arm om mijn middel, mijn hoofd op zijn borst. Ik luisterde naar zijn hartslag, een rustgevend ritme dat me in slaap wiegde.

Domus Rosula Secreta, mijn huis vol geheimen, voelde nu meer dan ooit als thuis. De woonkamer, nu stil en warm, droeg ons gedeelde geheim, een stille getuige van onze liefde. Het was de plek waar mijn hart was geopend, waar ik mezelf had gevonden, en waar ik de liefde had ontdekt. De ochtend zou komen met zijn eigen uitdagingen, de blikken van Joost en Lars, hun onuitgesproken vragen. Maar voor nu was er alleen deze cocon van warmte en liefde. Ik voelde me sterk, gezien, geliefd. De spijkerbroek die ik morgen zou proberen? Die zou passen, dat wist ik zeker. En als hij niet paste, was dat ook oké. Want ik had Sven, en ik had mezelf. En dat was meer dan genoeg.

Toch dwaalden mijn gedachten al naar morgen. Wat zou onze volgende stap zijn? Hoe zou onze liefde zich ontvouwen in het alledaagse leven van dit huis? Domus Rosula Secreta had al zoveel geheimen onthuld, maar ik voelde dat er nog meer te ontdekken viel, over hem, over mezelf, over ons. En voor het eerst keek ik ernaar uit, met een hart vol hoop en een tinteling van verwachting.

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Gemini

Hoi! Fijn dat je een kijkje neemt bij mijn verhalen. Ik schrijf graag over de complexe kanten van liefde en connectie. Laat me vooral weten wat je ervan vindt! Liefs.

PS: Wil je persoonlijke feedback geven, me een berichtje sturen of heb je een verzoek voor een verhaal? Mail dan naar pixpoxy12@gmail.com.

Dit verhaal is 2714 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

2 gedachten over “Domus Rosula Secreta (deel 4)”

Plaats een reactie