Grensverleggend herstel (deel 4, slot)

Grensverleggend herstel 4Ik stond voor de spiegel. Mijn werkblouse nog niet dichtgeknoopt en mijn haar in een losse paardenstaart. Op de grond lag, tussen de rest van mijn kleren, mijn slipje met Marks opgedroogde zaad nog duidelijk zichtbaar. Een herinnering aan mijn zwakte. Maar vandaag voelde ik een sprankje hoop. Ik kon mezelf herpakken. In de keuken schonk ik koffie in mijn favoriete mok en opende mijn laptop. De agenda lichtte op, een lijst van routineklussen. Ik scande de namen, mijn vingers ontspannen op het toetsenbord. Tot ik het zag. In rood gemarkeerd: “9:00 Huisbezoek ~ Jesse. Inval voor Jolanda (ziek). Advies huisaanpassingen, laatste controle.”

Mijn hart haperde. Jesse. De naam brandde op het scherm, een schokgolf trok door mijn lichaam. Mijn vingers bevroren, mijn adem stokte. Dit kon niet. Ik had zijn dossier weken geleden afgesloten, hem overgedragen. De herinnering aan Jesse flitste door me heen als een verboden film: hoe ik hem had bevredigd met mijn mond en hoe hij, tijdens onze laatste sessie, diep en vol in mij kwam terwijl ik op hem zat. Het was uit de hand gelopen, van professionele massage naar totale overgave. Het lag ver achter mij. Of toch niet? Was dit een wrede test? Mijn gedachten tolden, beelden van zijn lachende ogen en ons verleden overspoelden me. “Nee,” fluisterde ik. Dit was strikt beroepsmatig. Professioneel. Alleen advies over zijn huis, een loopadvies misschien. Maar mijn lichaam verraadde me al, de herinnering aan zijn aanraking maakte veel los.

Een venijnige wind joeg de laatste bruine bladeren over de parkeerplaats terwijl ik naar mijn auto liep. Ik had mijn jas tot bovenaan dichtgeknoopt, alsof een extra knoopje me kon beschermen tegen wat komen ging. De plekken van Mark’s vingers voelde ik nog op mijn heupen en Emma’s spottende stem galmde nog na in mijn oren. En nu dit. Jesse.

Ik startte de motor, zette de verwarming hoog en staarde naar het schermpje van mijn telefoon. 8:17. Nog drieënveertig minuten tot ik bij hem zou zijn. Drieënveertig minuten om mezelf weer in het gareel te krijgen. Ik drukte op het gaspedaal. De radio stond uit. Alleen het geruis van banden op nat asfalt en mijn eigen hart dat te hard klopte. Elke kilometer voelde als een stap dichter naar een afgrond. Ik zag zijn gezicht weer voor me zoals op zijn foto in het dossier: lachende ogen, onbezorgd. En daarna de latere beelden die alleen ik kende: diezelfde ogen halfgesloten van genot terwijl hij diep in mijn mond klaarkwam, zijn vingers verstijfd in mijn haar. De herinnering aan zijn warme zaad dat ik had doorgeslikt, aan hoe hij later in me was klaargekomen, mijn heupen draaiend alsof ik hem voor altijd wilde vasthouden. Ik voelde mijn wangen branden. “Professioneel,” zei ik hardop tegen de lege auto. Mijn stem trilde.

Ik parkeerde voor zijn flatgebouw en bleef secondelang zitten. Mijn handen klemden om het stuur en mijn ademhaling voelde alsof ik onder water was. Toen ik uitstapte sloeg de koude lucht in mijn gezicht. Mijn benen voelden slap.
De bel. Eén keer. Een korte, scherpe piep. De deur ging open en daar stond hij. Hij droeg een simpel grijs T-shirt en een joggingbroek die laag op zijn heupen hing. Zijn haar iets langer en met een stoppelbaard die hem ouder maakte. Zijn ogen werden groot.

“Huh? Ik verwachtte Jolanda…”
“Mijn collega is ziek,” zei ik. “Ik val in. Alleen advies voor je huis, en een snelle beencontrole.” Hij glimlachte, die lachende ogen die me hadden betoverd.
“Kom binnen.”
Zijn flat was warm en huiselijk. Hij liep beter, maar met een lichte hink, niet volledig genezen, zoals ik had gehoopt. Een subtiele terugval, zijn hamstrings waarschijnlijk strak van overcompensatie. Hij plofte op de bank en leunde hij achterover. Een dampende kop koffie stond voor hem op de salontafel.

“Oh ja, sorry, ga lekker zitten. Wil je wat drinken? Ik heb net gezet.” Ik schudde mijn hoofd, maar hij stond op, zichtbaar hinkend naar de keuken. Iets ongemakkelijk ging ik in het andere hoekje van de bank zitten. “Het leven gaat door, weet je,” riep hij vanuit de keuken. “Ik probeer weer te werken, maar die trap in het gebouw is een nachtmerrie. Vandaar het advies.” Hij kwam weer binnen en reikte me een mok aan. Onze vingers raakten elkaar kort. “En jij? Nog steeds de redder van gebroken lichamen?” Zijn toon was licht, maar zijn ogen serieus. Ik nam een slok.
“Altijd,” antwoordde ik, en we lachten zacht, een moment van normale connectie. Ik zette de mok neer. “Laat me je been zien.”

Hij trok zijn joggingbroek omlaag tot halverwege zijn dij. Zijn onderbroek spande strak om de contouren die ik zo goed kende. Ik begon professioneel: vingers over de biceps femoris, de semitendinosus, de littekens die ik ooit met mijn tong had gevolgd. Mijn handen herinnerden zich elk detail voordat mijn hoofd het kon tegenhouden. Focus!
“Het trekt weer,” gaf hij toe, zijn stem zacht. “Soms voelt het alsof ik terugval.” Mijn hart kneep samen. Ik kon hem repareren, moest hem repareren. Ik pakte de massageolie uit mijn tas, warmde een beetje tussen mijn handen.
“Even losmaken.” Zijn ogen volgden elke beweging. Ik begon, zoals altijd, met lange, trage halen over zijn dij. De spieren waren strakker dan ik had verwacht. Hij ademde langzaam en diep. Ik zag de stof van zijn onderbroek langzaam boller worden.

“Hier thuis ben ik geen patiënt meer,” mompelde Jesse. Zijn hand landde op de mijne, warm en vastberaden. “Hier ben ik de baas.” Zijn woorden stuurden een rilling door me heen, een echo van mijn dwangfantasie. Zei hij dat echt? Ik keek op en keek hem in zijn ogen. Mijn vingers verstilden op zijn dij, de olie nog glibberig tussen ons. Een seconde lang hing alles stil. Plotseling greep hij ruw mijn pols.
“Jesse… Nee…. Dit kan nie…” Hij trok me naar zich toe en kuste me. Hard. Hongerig. Alsof er geen weken tussen hadden gezeten. Alles kwam weer terug, onze sessies in de kliniek, hoe ik hem had genomen. Hoe hij mij had gevolgd.

“Laat me je nog één keer voelen,” fluisterde hij. Hij rukte mijn blouse open, een koele vlaag streek over mijn borsten. Zijn stevige greep duwde me omlaag. Impulsief schoof ik van de bank, knielde voor hem en trok zijn onderbroek omlaag. Mijn hart bonsde, niet alleen van verlangen, maar van het besef dat dit ons laatste moment was, een definitief afscheid. Ik opende mijn mond, voelde hoe zijn erectie langs mijn tong gleed, zoutig en warm. Een lichte kokhalsreflex trok door me heen. De tranen prikkend in mijn ogen, niet alleen van de intensiteit, maar van de pijnlijke wetenschap dat dit de laatste keer was. Ik zoog harder, mijn tong cirkelend en mijn handen knedend aan de basis.

“Slik het,” kreunde hij, zijn stem laag en smekend, een echo van onze verboden sessies. Zijn lichaam spande zich aan onder mijn handen, zijn vingers groeven dieper in mijn haar terwijl een warme, zoute golf over mijn lippen stroomde. Ik slikte. Maar het was niet genoeg. Met zijn smaak op mijn lippen stond ik op, mijn handen trillend terwijl ik mijn broek omlaag trok. Dit was het einde. Ik keek naar Jesse en zag zijn erectie zachter worden. Ik moest hem nog een keer in mij voelen. Ik klom op zijn schoot, mijn knieën aan weerszijden van zijn heupen. Zijn geslacht was nog halfhard, glanzend van mijn speeksel en zijn zaad. Met trillende vingers maakte ik mezelf nog natter, smeerde hem in, en liet me langzaam zakken. Hij gleed in me. Ik zuchtte diep, mijn voorhoofd tegen het zijne.

Ik begon te bewegen, mijn heupen wiegend in een langzaam, maar bijna wanhopig ritme. Ik wilde dit moment rekken, zijn aanwezigheid in me voelen, zijn geur opsnuiven. Zijn zweet, de seks, en de massageolie die nog aan mijn handen kleefde.
“Dichter,” fluisterde ik in zijn oor. “Ik wil je zo diep mogelijk.” Hij tilde me iets op, veranderde de hoek, en stootte omhoog. Een rauwe kreet ontsnapte me. Dit was geen neuken meer. Dit was blijven hangen in iemand die al weg was. Elke beweging was een herinnering. “Hier heb ik zo naar verlangd,” fluisterde ik terwijl ik mijn voorhoofd tegen het zijne liet rusten.

Ik kwam niet. Dat hoefde ook niet. Dit ging niet om mijn orgasme. Dit ging om het gevoel van hem in me, om het weten dat ik hem voor het laatst helemaal bezat. Zijn geslacht, nog steeds in me, begon zachter te worden, maar ik bleef bewegen. Toen zijn handen mijn rug streelden voelde ik tranen opnieuw opwellen. We vielen stil, onze lichamen verstrengeld, zijn geslacht nog steeds in me. Tranen stroomden over mijn wangen.
“Je huilt,” fluisterde hij. Zijn duim veegde een traan weg. Ik kon alleen maar mijn hoofd schudden. Hij trok me tegen zich aan, zijn armen stevig om me heen, en we bleven zo zitten. Minuten. Misschien een kwartier. Geen woorden. Alleen ademhaling die langzaam kalmeerde. Er was niets meer te zeggen, dit was ons afscheid.
“Dank je, redder,” fluisterde hij uiteindelijk, zijn stem hees en vol emotie. “Je hebt me weer heel gemaakt.”
“Dit was de laatste keer,” zei ik terwijl ik me langzaam van hem losmaakte. Zijn geslacht gleed uit me, een laatste warme druppel volgde.

In stilte kleedde ik me aan, mijn handen trillend, mijn ogen gevuld met tranen. Mijn blouse miste drie knopen. Ik liet het zo. Zonder hem aan te kijken, zonder een woord te zeggen, liep ik naar de deur. Daar draaide ik me nog één keer om. Hij zat nog op de bank, naakt van zijn middel omlaag, zijn ogen rood. Ik zei niets. Liep naar buiten en trok de deur zacht achter me dicht.
In de auto bleef ik secondelang zitten, handen om het stuur geklemd tot mijn knokkels wit werden. Zijn zaad liep langzaam uit me. Het voelde warm en plakkerig tussen mijn dijen. Ik startte de motor en reed weg zonder om te kijken.

In de kliniek aangekomen haastte ik me door de oefenzaal naar het kleine kantoor. Mark was bezig met een man in een rolstoel, zijn brede schouders gebogen over de rolstoel, maar hij keek op toen ik langsliep. Een halve seconde maar, lang genoeg om te zien dat dat we meer dan een werkplek deelden. Hij bloosde en keek meteen weer omlaag. Ik zuchtte diep toen ik de deur van het kantoor achter me sloot.Gedachteloos bladerde ik door de dossiers op mijn laptop. Ik hield stil bij Emma’s dossier. Een rilling trok over mijn rug toen ik de laatste rapportage las. Opnieuw ontslagen. Ze had de oefeningen geweigerd en bij ergotherapie had ze, voor de derde keer, een woede uitbarsting gehad. Onwerkbare situatie. John, de hoofdbehandelaar, had de knoop doorgehakt.

Thuis aangekomen liet ik mijn tas op de grond vallen. De flat was donker en stil. Ik liep rechtstreeks naar de slaapkamer en trok al lopend mijn kleren uit. Blouse, bh, broek, slipje, alles op een hoop. Ik stapte onder de douche en zette hem zo heet mogelijk. Het water brandde op mijn huid. Ik waste mezelf grondig, alsof ik hem helemaal kon wegspoelen. Maar zijn geur bleef.
Ik stapte uit de douche en veegde een streep schoon op de beslagen spiegel. Mijn spiegelbeeld had geen uitleg nodig: ogen rood, lippen gezwollen, hals licht rood van zijn stoppels. Ik zag er gebruikt uit. En tegelijkertijd intens levend.

In de slaapkamer liet ik me op bed vallen. Tussen mijn benen voelde ik hem nog. Een laatste, trage druppel die langs mijn dij gleed en in het laken verdween. Net als hij. Ik trok het dekbed over me heen en rolde op mijn zij. Mijn telefoon op het nachtkastje lichtte op. Een nieuw bericht, groen en uitnodigend. Jesse. “Dank je, redder. Bel me als je valt.” Ik staarde naar de woorden tot mijn tranen ze wazig maakten. Mijn duim zweefde even boven het scherm. Met een zachte zucht archiveerde ik zijn berichten, het scherm vervaagde tot zwart.

Voor nu was dat genoeg.

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Gemini

Hoi! Fijn dat je een kijkje neemt bij mijn verhalen. Ik schrijf graag over de complexe kanten van liefde en connectie. Laat me vooral weten wat je ervan vindt! Liefs.

PS: Wil je persoonlijke feedback geven, me een berichtje sturen of heb je een verzoek voor een verhaal? Mail dan naar pixpoxy12@gmail.com.

Dit verhaal is 3930 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

Plaats een reactie