Lune is een jonge vrouw van 17 die bij haar moeder Chantal (43) woont. Sinds een jaar heeft moeder een nieuwe vriend Erik (38) die een aantal maanden geleden bij hen is ingetrokken. Lune is vanaf de eerste dag dat ze hem zag best geïnteresseerd in Erik en in de manier waarop hij en haar moeder met elkaar om gaan, elkaar uitdagen en plagen. Of als hij alleen in onderbroek, net als zij, in de badkamer zijn tandenpoetst. Op een vrijdagavond in het voorjaar is ze bij vriendinnen en ‘s avonds laat is ze een beetje ontremd en stuurt ze Erik een iets te pikant appje: ‘Ik lig klaar. Nat. Open. Ik wil je, Erik. Ik smeek je. Neem me.’
Op datzelfde moment, verderop in de stad, licht een scherm op. Erik ziet het en ziet ook haar naam. Lune. Zijn hart stokt even — maar hij reageert niet. Want haar moeder zit op dat moment op zijn schoot. Naakt, lachend, zoenend. En hij zit in haar. Maar… toch. Die melding. Die naam. Hij heeft het gezien. En als hij die nacht naast haar moeder in bed ligt, wakker, met zijn lul nog plakkerig van haar binnenste… pas dan pakt hij zijn telefoon en leest haar bericht. Steeds opnieuw denkt hij er aan. Haar smeekbede. Hij weet dat haar bed leeg is vannacht. Maar als haar moeder zaterdagmorgen weg is… en Lune komt op tijd thuis… Dan, weet hij, dan is ze voor mij.
De zon staat nog laag als Lune terug naar huis fietst. Ze draagt geen slipje, onbewust bewust. Alleen een kort rokje, een shirt, en tussen haar benen huist verlangen. Lune zet haar fiets in de schuur als ze thuis komt en sluit het hek in de poort. Ze legt haar hand op de klink van de bijkeukendeur en duwt die zacht open. Binnen ruikt het naar wasmiddel en voelt ze de warmte van de wasmachine die op volle toeren draait. Net als ze haar schoen uittrekt, hoort ze iets. Zachte voetstappen. Vanuit het huis. Niet toevallig. Erik. Verlangend. Hij kijkt haar recht in haar ogen. Zaadvragende ogen. Ze kijkt terug. En ze houden die blik een paar tellen vast. Dan zakt zijn blik langs haar T shirt en haar priemende tepels naar haar rokje. Naar haar blote benen. Hier staat Lune, de dochter van zijn geliefde. Ze ademt zacht, zegt niets, maar ze wacht niet. Een fractie van een seconde later opent ze haar benen, net genoeg. En haar ogen spreken maar één zin: ‘Hier heb ik op gewacht, Erik, naai me, nu.’ En ze ziet zijn opgezwollen geslacht in zijn joggingbroek als een aanwijsstok in haar richting alsof die zeggen wil ‘jij krijgt nú de beurt’.
Zijn blik is geladen, niet verbaasd. Alsof hij al veel langer wist dat dit moment onvermijdelijk komen ging. Hij pakt haar bij haar kin. Eerst zacht, maar al snel stevig. Hun ogen blijven vastgehaakt in iets dat ouder is dan woorden. Oh wat zuigt Lune hem, haar schaamlippen gaan wijd open staan. Hij tilt haar op alsof haar gewicht niets is en alsof haar lichaam al jarenlang bij hem hoort; hij zet haar neer op de rand van de wasmachine. De metalen ribbels koud tegen haar dijen. Lune zegt nog steeds niets, maar haar benen spreiden zich als vanzelf. De wasmachine trilt zacht. Een late cyclus. Of misschien begint hij wel opnieuw. En met elke trilling voelt ze zichzelf iets verder losraken van controle. Van het meisje dat ze gisteren nog was en van alles wat ze tot op dit moment dacht te zijn. Erik drukt een vinger op een van haar borsten en met een hese, dwingende stem zegt hij: ‘Je hebt me geappt las ik vannacht. Je was open. Ben je dat nog steeds? Open. Nat. Voor mij?’ Lune knikt, aarzelt geen moment. Zegt alleen ‘ja.’
Erik legt zijn hand op haar knie en zijn duim strijkt al snel omhoog, langs haar dij, langs de rand van haar rokje, tot hij voelt wat hij al wist: ze is warm. Zacht. Open. Nat. De trilling van de wasmachine resoneert in haar bekken. En ze ademt alsof ze eindelijk weer in haar lichaam thuiskomt. Maar nog steeds beweegt hij niet verder. Hij wacht. Niet op toestemming maar op overgave. Trillend fluistert Lune ‘Ik wil je. Niet straks. Nu.’ Erik zucht. Zijn hand streelt haar gezicht; dan buigt hij zich voorover, zijn voorhoofd tegen het hare en vermengt hun adem zich. ‘Ik voel dat je open bent. En nat.’ Dan volgt een kus. Één. Lang. Traag. Diep. De wasmachine trilt. Lune trilt mee. Zijn kus is nog niet verdampt of ook hij beweegt haar. Zonder woorden. Zonder haast. Erik knielt. Ruikt. En dan: zacht, met de tong volgt hij de geurige lijn van haar bilnaad tot haar clitje. Hij legt zijn handen op haar heupen. Niet leidend. Niet eisend. Ontvangend. Lune zit nog altijd met haar billen op de wasmachine, haar benen gespreid als een boek dat zo gelezen wil worden. De machine bromt. Een nieuw programma begint. De trilling onder haar bekken resoneert en bereidt haar hemelvaart voor. Ze opent zich, wéér, verder. Erik kust haar buik, haar navel, en dan: één vinger, langzaam, in de nog natte tempel die zij geworden is. “Ben je zeker?” fluistert hij. Lune lacht.
Dan draait hij haar om op haar buik. Fel. Op het gladde, trillende oppervlak van de wasmachine. Haar wangen raken het metaal en haar heupen rusten op de warme, bonkende schil van het draaiende lichaam onder haar. De trilling stroomt van onder haar navel tot diep in haar bekken. Een constante prikkel die haar raakt in haar geilheid. Een prikkel, niet van hem, niet van haar, maar van iets dat hen buiten hen in beweging brengt. Erik staat achter haar, zijn handen rusten op haar onderrug, vlak bij het begin van haar billen. Hij zegt niets maar de lucht tussen hen spreekt in spanning. Zijn adem raakt haar nek en zijn buikspieren tikken zacht tegen haar billen. Ze voelt hem, niet in maar tegen haar aan. Warm. Heet. Waar wacht hij in hemelsnaam op?
Lune fluistert dat de trilling van de wasmachine in haar kruipt. ‘Toe dan, Erik… je staat daar als een storm die maar niet beginnen wil.’ Hij wacht even, legt één hand op haar zij en trekt haar iets naar achteren. Haar bekken kantelt, de trilling verandert van toon en wordt intensiever, als een akkoord dat opnieuw aangeslagen wordt. En dan is er opnieuw een stilte van beweging, waarin alles aanwezig is: de trilling, zijn lichaam, haar adem, de geur van net gewassen lakens, de belofte van wat straks misschien eindelijk gebeurt. Maar nu is er alleen deze seconde. Trilling. Wachten. Dit oneindig duren. Een stilte die zindert van alles wat nog niet gezegd is en binnenkort ook nooit meer gezegd hoeft te worden. De bijkeuken wordt een hof van huishoudelijke banaliteit, geheiligd door de druppelende warmte van haar kut. Haar rokje lichtjes opgewaaid, het geluid van de draaiende trommel als ondertoon van wat op het punt staat zich te voltrekken.
Erik stapt dichterbij. Geen vragen. Geen aarzeling. Hij raakt haar niet aan. Nog niet. Maar zij komt wel in beweging. Lune zet haar voet op de rand van de wasmand. Trekt haar rokje zo ver mogelijk op. Houdt het hoog, onthult haar billen en kutje, stille spreeksters van haar geilheid. Alsof ze nogmaals zeggen wil, zie ze en neem me. Het is voor jou. Zo ligt ze op haar buik boven op de wasmachine. Billen omhoog. Rokje opgeschoven als een teken dat ze zich gewonnen geeft. Haar kut is open en er klaar voor. De centrifuge begint. 900 toeren. 1200. 1400. Haar hele lijf pulseert. En precies dáár — tegen haar klit — de metalen rand van het deksel. Ze kreunt. Niet eens om hem. Om de machine. Om zichzelf. Om de nacht van smachten die haar nog najaagt. En Erik? Hij staat achter haar. Zonder woorden. Hij ritst zijn broek. Zijn lul is hard, dampend van verlangen dat een nacht werd opgekropt. En zonder aankondiging, zonder spel, zonder liefkozing neemt hij haar. Hard. Diep. Rauw. De wasmachine gilt. Lune niet. Ze grijpt zich vast aan het rek waar de sokken drogen. Haar hoofd draait weg. Haar rug wordt hol. Erik stoot. En nog eens. En nog eens. Tot zijn buik tegen haar billen klapt en zijn handen haar schouders omlaag drukken alsof hij haar wil samenpersen met de was. ‘Ja naai me’ gilt ze boven het geluid van het centrifugeren. Eindelijk krijgt ze wat ze wilde. En voor het eerst heeft ze gemerkt hoe ze haar kut kan laten zingen. Erik komt niet. Nog niet. Hij kijkt hoe ze onder hem beweegt en kronkelt en hoe de machine haar bevingert.
1600 toeren. De wasmachine gilt nu écht. Een huilende sirene van geilmakende huiselijkheid.
Lune ligt nog steeds op haar buik, maar nu: steunend op haar ellebogen. Heupen als een offerblok omhoog. Haar kut glanst. Wijd open. En Erik… blijft haar nemen. Zwaar. Stampend. Beukend. En hij weet: dít moment komt nooit meer terug. Zijn ballen klappen tegen haar op, elk ritmisch bonkend op het deksel van de machine. En dan gebeurt het. Lune beeft. Haar handen schieten los. Ze spant haar rug, haar hoofd werpt zich achterover. Lune komt. Niet zacht. Niet stil. Spuitend. Een volle straal, warm en onmiskenbaar, die haar dijen natmaakt en over de machine druipt als een zegening aan wie haar naar dit hoogtepunt bracht. En datzelfde moment -ja, dat momént- Erik komt ook. Diep in haar. Zijn handen op haar onderrug. Zijn dijen beven. Zijn adem stokt. Zijn lul klopt. Zijn zaad vult haar, warm, zwaar, als een belofte dat het niet bij deze ene keer blijft. ‘Jezus wat ben je lekker’ likt ze met haar tong haar bovenlip.
En dán …. klikt de achterdeur open. Een sleutel. Een voetstap. Een stem? Ze bevriezen. Beiden.
Erik’s lul nog diep in Lune. Haar kut druipend van zaad en water. En de machine? Die valt stil. Het programma is klaar. De stilte die valt is ondraaglijk. Tot de stem klinkt. ‘Lune?’ Een vrouwenstem. Zacht. Vragend. Herkenbaar. Haar moeder. ‘Wat doen jullie nou?’ Ze staat in de deuropening. Een boodschappentas in haar hand. Nog in haar jas. Haar haar wat rommelig van de wind. Ze kijkt.
En ziet Lune, op haar buik op de wasmachine, haar rokje opgetrokken, haar billen beslagen van damp, haar kut nog zacht kloppend. En ziet Erik, nog ín haar. Zijn handen op haar heupen, zijn lul druipend van wat niet meer terug te nemen is. De geur van kut, van wasverzachter, van zaad en schaamte hangt als een nevel in de bijkeuken. Chantal slikt. De tas glijdt uit haar hand. Een appel rolt over de tegelvloer. Ze sluit de deur achter zich. En blijft staan. Ze kijkt. Lang. Jij bent mijn dochter…’ Ze fluistert het. Als verwondering. En met bewondering. Dan kijkt ze naar Erik. Lang en zacht: ‘…en jij…’ Hij durft haar niet aan te kijken.
Ze zegt het niet boos. Niet hard. Ze zegt het alsof ze wakker wordt in een droom die niemand haar uitgelegd heeft. ‘Wat doen júllie nou?’ Lune draait haar hoofd. Haar wangen zijn rood. Niet van schaamte. Maar van zinderende overgave. ‘Wat ik al een tijdje wilde,’ zegt ze zacht. Haar stem is breekbaar, niet zwak maar naakt. Alsof ze zichzelf pas hoort als ze het zegt., ‘Sorry mam, het kwam spontaan in me op, het gebeurde voor ik er erg in had…’ fluistert ze. Haar stem trilt niet van spijt, maar van waarheid.
Chantal blijft stil en kijkt naar haar dochter, haar meisje, haar vlees. Dat nu druipt van volwassenheid. Erik trekt zich langzaam terug, alsof hij zich uit een droom bevrijdt, maar z’n lul glanst nog van haar. Zaad van haar vriend druipt uit haar dochter’s kut. Lune beweegt niet. Ze ligt daar nog steeds, buik op het ronkende staal, kut als een open kelk, geopend, geliefd, gestraft. En Chantal, zakt op haar knieën naast de wasmachine. Streelt Lune’s haar. Niet alleen als moeder, als vrouw die zichzelf in haar dochter herkent. ‘Je hoeft geen sorry te zeggen.’ De jas van Chantal valt open. Haar trui eronder is half afgezakt.
Ze loopt naar de wasmachine waar haar dochter nog ligt te glanzen en te gloren, met haar billen omhoog en haar adem in een ritme dat nooit meer onschuldig wordt. Chantal legt haar hand op Lune’s rug. Warm, vol, zonder aarzeling. Een hand die bevestigt, misschien wel zegent. ‘Ik had het eerder moeten zien, Lune…’ Haar stem is hees van verlangen, van liefde, van spijt. ‘Je was al bezig te groeien en ik heb het laten liggen.’ Ze laat haar hand glijden. Van schouderblad naar onderrug. Langs een ruggengraat die ze ooit als baby aaide met dezelfde vingers. ‘Het is goed,’ fluistert ze. ‘Je bent niet van mij, maar ik ben nog steeds jouw moeder. En ik bén hier.’
Lune ademt diep. Haar moeder kust haar ruggengraat. Een kus op elke wervel. Tot ze stilstaat net boven haar billen. Daar legt ze haar voorhoofd neer. Alsof ze een buiging maakt. Dan kust ze Lune’s billen. Haar lippen leggen zich neer op de ronding van het vlees waar haar dochter zojuist werd genomen. Een eerbetoon. Lune zucht langzaam, diep. Haar benen nog gespreid, haar bekken als een open bloem. Chantal legt haar hand op de wasmachine en voelt het nat. Warm. Lijflijk. Eerlijk. Haar vingers glijden door het vocht, het mengsel van haar dochter en de man die nu naast haar staat. Ze houdt haar vingers omhoog en kijkt er even naar.
Dan kijkt ze Erik aan. Een glimlach, klein, maar geladen. ‘Maak jij die droog, Erik?’ zegt ze zacht. Geen opdracht. Geen bevel. Een uitnodiging. Erik slikt en knikt. Hij pakt een handdoek. Maar vóór hij Lune aanraakt klinkt de stem van de moeder, zijn geliefde. Vilein, laag en onontkoombaar. ‘Niet met een doek, Erik…’ Hij verstijft en kijkt op. Haar ogen – licht spottend, maar vol vuur. ‘..met je tong.’ Ze glimlacht. Lune beweegt haar bekken een fractie naar achteren. Alsof ze het bevestigt. Erik aarzelt niet meer.
Hij knielt tussen de benen van het meisje dat hij net vrouw gemaakt heeft. En voorzichtig, heel zacht eerst, glijdt zijn tong langs de binnenkant van haar dij. Langs de wasmachine. Langs het mengsel van kut en zaad en moederlijke toestemming. Hij proeft. Wat geen handdoek kon vangen, neemt hij in zich op. Lune kreunt. Haar moeder kijkt toe. En fluistert: ‘Ja, zo. Maak haar schoon. Van buiten. Van binnen. Alles wat van jou is… moet nu van haar worden.’ Zijn tong glijdt. Niet haastig. Niet alleen op háár. Eerst over het oppervlak van de wasmachine. Langs het zilvergrijze staal waar hun sporen liggen: druppels, strepen, het residu van haar spuitende climax, zijn zaad, hun samenkomen. Hij likt het op. Zonder schaamte. Met genoegen. Met eerbied.
Dan likt hij haar huid. Hij gaat van staal naar vlees. Van metaal naar meisje. Van koude kast naar kloppend leven. Zijn tong vindt haar dij. Haar bilplooi. De onderrand van haar kut. Daar, waar haar sappen zich verzameld hebben. Daar, waar ze openlag voor hem. En nog steeds ligt. En open. Haar benen nog altijd licht gespreid. Haar buik op het metaal. Haar gezicht naar opzij, haar ogen gesloten. Moeder zit op haar hurken, ademt langzaam, houdt een van Lune’s billen vast. ‘Je moet langzamer likken, Erik…’ fluistert ze. En Erik gehoorzaamt. Zijn tong volgt nu het pad van het spoor van wat Lune gaf. En wat hij nemen mocht. Elke lik zuigt hij haar op. In elke druppel proeft hij haar geilheid, tot hij haar kut likt. Lune rilt, trilt, kreunt, komt. ‘Oh wat lekker.’ Ze voelt Erik’s tong, Chantal’s hand.
Langzaam komt Lune overeind, zonder zich af te vegen. Met haar kut nog nat van haar eigen climaxen. Later op de bank in de woonkamer spelen Lune’s vingers met de rand van haar koffiekopje. Even zoeken haar ogen die van Chantal. Dan opent ze haar mond. ‘Je bent lief mam…’ Haar stem is breekbaar, maar niet onzeker. ‘Wat ik wil..’ Ze zucht; een zucht die iets opent in haar buik dat nog geen woorden kende. Ze glimlacht. ‘Wat ik wil is Erik… maar niet alleen zijn lul. Ik wil zijn mond, maar de manier waarop hij man is en voor me zorgt. En ik wil hem zien als lief van en voor jou. Maar ook voor mij.’ Ze drinkt een slok. ‘Mag dat?’ Klein meisje, grote vrouw, met een klein spoor havermelk op haar bovenlip. Ze likt het weg. Niet kinderlijk. Niet verleidelijk. Echt en puur. ‘Misschien…’ zegt ze zacht en kijkt naar haar moeder, ‘..misschien niet per se Erik, of niet per se voorgoed.’ Een stilte. De woorden mogen vallen. ‘Maar in hem…’ Ze ademt diep, zoekt naar eenvoud, de juiste woorden, ‘..vond ik daarnet wel waar ik naar verlang.’
Haar moeder knikt. Langzaam. Niet begrijpend, maar erkennend. ‘Dat zag ik, lieverd.’ Lune zet het kopje neer. Ze gaat door, wordt ze nu onzeker? ‘Niet zijn gezicht, of zijn stem, of zelfs zijn lul..’ Ze glimlacht nu, een beetje. Een beetje schuin. ‘..maar het was hoe hij me nam, mam. Hoe ik niet hoefde te vragen. Maar hoe ik daarnet door hem geopend werd. Gewoon alsof hij de weg wist, alsof het iets was dat allang besloten was en nu zomaar gebeurde.’ Ze kijkt weg. Niet uit schaamte. Maar om de woorden ruimte te geven. Chantal glimlacht. ‘En ik wil dat weer. Misschien met hem. Misschien met een ander. Maar dát…’ en ze legt haar hand op haar onderbuik ‘…..dat wil ik opnieuw.’
Chantal kijkt haar aan. Lang. Niet alleen als moeder. Maar van vrouw tot vrouw. Als iemand die weet hoe zeldzaam het is om iets te vinden wat je echt opent. Ze zucht. Niet zwaar, wel diep. Dan staat ze op van de bank. Ze trekt Lune op. Kijkt haar recht in de ogen. Dit is haar meisje. Dit is een volwassen vrouw. Levend in haar huis. Ze trekt haar trui uit, haar borsten vrij. Met haar handen glijdt ze naar de onderkant van Lune’s T shirt en trekt die omhoog. ‘Je borsten zijn mooi, Lune’ en ze omarmt haar, voelt haar warmte. En kust haar op haar lippen. Ze raken elkaar niet aan, ze ademen, en ze voelen hoe hun eigen lichaam ademt en spreekt.
Chantal zoekt Lune’s ogen, kijkt haar aan. ‘Dan moeten we er voor zorgen dat je het weer vindt, lief. Dát’ fluistert ze. ‘Opnieuw. Of nog beter’ Haar lippen bij Lune’s oor. ‘Niet zomaar een man. Niet zomaar een nacht.’ Ze streelt Lune’s borsten. ‘Een bedding waarin jij mag drijven, wegzinken, zingen. Wil je dat, Lune, je seksualiteit verder verkennen?’ Lune zegt niets. Maar ze beweegt haar hoofd zachtjes, tegen Chantal’s borsten. ‘Niet overhaast, niet als spel, maar echt en veilig.’ Ze schuift een hand door Lune’s haar, haar lippen bij haar slaap. En vervolgt, bijna als een geheim: ‘met Erik?’
Lune ademt in. En weer uit. En voelt een rilling’ geen angst, maar een fluisterend ‘ja’ dat door haar lichaam trekt. ‘Hij is zacht. Sterk en aanwezig.’ Ze legt haar hand op Lune’s onderbuik en dan, recht in haar ogen: ‘Neuk hem als je zin hebt, Lune. Voel je vrij. Ik vertrouw hem.’ Het was de opening van een deur die misschien altijd al op een kier stond. Lune knikt. Chantal kust haar op haar wang, streelt haar rug. ‘En hij wacht hier al zo lang op.’ Er glijdt een traan langs haar wang,
Lune fluistert: ‘Alleen als jij erbij bent.’ Chantal is resoluut. ‘Maar daarnet deed je het ook zonder mij’ en strijkt Lune’s haar naar achteren. ‘En dat was best goed, toch? Ik hoef jou of Erik niet te bewaken toch? Verlang iets omdat het bij jou hoort en past. En ik wil dat je leert dat je mij daar niet bij nodig hebt om het jezelf toe te staan.’ Chantal legt een hand op een van Lune’s borsten, bij haar hart. ‘Ik blijf dichtbij, lieverd. Altijd. Maar niet om tussen jou en hem te staan. Hooguit om jou er aan te herinneren dat je bij jezelf moet blijven.’ Lune knikt, traag, ze voelt tranen in haar ogen, maar ook stroming in haar kruis. Wat Chantal zegt lijkt bij haar in te dalen’ iets van een eigen bedding opent zich.
Met een kus op haar voorhoofd zegt Chantal ‘dus als je het wilt, vraag hem. Ik geef je die ruimte. Niet voor altijd natuurlijk, maar voor een keer of 5. Of 10 misschien.’ Langzaam stapt ze op, loopt naar de deur en kijkt naar Lune ‘in elk geval krijg je hem niet voor altijd. Er groeit een kleine glimlach om haar mondhoeken, alsof ze de kracht en de kwetsbaarheid van haar aanbod goed heeft afgewogen. ‘Dat is volgens mij genoeg, meer dan genoeg voor je.’ Met haar ogen zoekt en vindt ze begrip bij Lune. Ze draait zich om en gaat de kamer uit. De deur blijft op een kier. En die kier symboliseert de vrijheid van een jonge vrouw die zelf kan weten wanneer ze wie toelaat.
De deur valt zacht in de kier. Een lichte tocht strijkt langs haar huid. Ze krijgt kippenvel. Lune blijft nog even zitten. Rechtop. Alsof haar lichaam nog voelt wat haar moeder net voor haar opende. Haar woorden echoën. ‘Vraag het hem gewoon. Ik blijf dichtbij jou. Bij jullie.’ Lune sluit haar ogen en voelt met het verlangen naar eros in haar bloed, de wind op haar huid, de stilte tussen haar natte benen. Dan staat ze langzaam op. Alsof elk gebaar een toestemming aan haarzelf is. Ze loopt naar de badkamer, draait de kraan van de wastafel open en laat het water stromen tot het lauw is. Ze dompelt haar handen erin, wast haar gezicht, haar hals, haar borsten, haar billen, haar kutje.
Nadat ze zich afgedroogd heeft gaat ze naar haar kamer, gaat op bed liggen, niet op haar rug, maar op haar zij, legt een hand tussen haar dijen en de ander onder haar hoofd. Ze drukt haar dijen zacht tegen haar vingers. Niet eens om te komen maar om te voelen wat van haar is. Haar adem versnelt niet, ze voelt het moment, en beseft dat haar lichaam een rivier is die pas net begonnen is te stromen. Het gonst zacht in haar, geen storm zoals net op de wasmachine, alleen het deinzen van iets dat dichterbij komt. Haar vingers zijn niet brutaal, ze bewegen niet, ze rusten tussen haar lippen, tegen haar warmste plek. Als iemand die een deur wil leren kennen zonder hem meteen te openen.
De woorden van haar moeder zijn als een lint dat losjes rond haar pols hangt. Iets wat zegt: Je bent vrij. Ze begint zacht te bewegen. Eerst haar heupen, heel licht. Haar vingers, alsof ze golven leest in haar eigen water. Ze beweegt ze, zonder beelden of fantasieën. Er is een stilte die zich vouwt rond haar schaamlippen als zijde in een doos. Ze voelt een trilling. Geen orgasme zoals eerder vanmorgen, maar iets wat zich opent, een bloem, een poort. Ze beweegt nog één keer en stopt dan. Niet omdat het klaar is, maar omdat ze voelt dat het nu begonnen is. Dan draait ze op haar rug, kijkt naar het plafond en lacht. Er ontstaat een brede grijns op haar gezicht en fluistert zacht, voor niemand hoorbaar: ‘Ik ben niet van jou, Erik, maar ik kies jou wel voor een tijdje. Als je wilt.’
Dan is er in de stilte een klop op de deur. Niet hard, niet ongeduldig, maar ze herkent hem en voelt die klop trillen in haar kut. Lune beweegt niet, haar adem versnelt, voelt haar vingers nog tussen haar dijen, al liggen ze daar niet meer. ‘Lune?’ Zijn stem. De deur gaat zacht open en hij komt naast haar zitten op de rand van het bed. Hij kijkt haar aan en ze komt recht op zitten, naast, tegenover hem. Hij streelt haar linkerbeen. En zacht zegt hij ‘je moeder en ik, we hadden het er laatst al over. Lune kijkt naar je Erik met ogen die ik ken van mezelf. Ze heeft honger.’
Lune luistert. Voelt Erik’s hand richting haar dij glijden. Alsof die daar hoort. ‘Alleen als jij het wilt, he.’ Haar hart klopt, warm, een nieuw ritme ontstaat. Er ontstaat een prachtig spel tussen luchtigheid en verlangen. Tussen de tederheid van een meisje dat net ontwaakt, en de speelse brutaliteit van iemand die voelt dat er meer mogelijk is. Hun stemmen dansen als vingers over huid. Ze kijkt hem aan, ontwakend, bewust. Geil, hongerig, verlangend. Erik’s ogen stralen en om de stilte te breken fluistert hij ‘Wil je de volgende keer teder of weer zo ruig?’ Haar kut gloeit van herinnering, van verlangen om nu direct toe te happen. Dat doet ze, maar subtieler ‘ik kreeg van Chantal een knipkaart voor een aantal keer met jou. Hoeveel knipjes mag jij van haar voor mij afknippen, Erik?’
Het spel is begonnen. Erik komt met zijn gezicht dichterbij. Snuift haar geur op, haar adem, haar toon. ‘Is dat belangrijk voor je, Lune?’ Ze wacht, zet haar vingers op zijn borst ‘nou als ik vaker wil dan zij zegt…’ ‘…dan wil je van mij geen nee horen… Ik ga niet tellen, Lune. Jij dan?’ Ze kijkt hem aan, boevig, partner in crime of in seks en haar stem wordt iets lager en ze hoort een fluistering die onder haar huid vandaan komt. ‘Ik denk dat ik de volgende keer wil dat je teder begint. En misschien… heel misschien… dat je halverwege vergeet hoe teder je was.”
Erik kijkt haar aan, zijn hand ligt inmiddels op haar onderbuik. Hij begrijpt haar. Voelt ze. Niet alleen de woorden. Maar de beweging daarachter. ‘Mag ik je dan aanraken alsof je van mij bent, Lune?’ Lune knikt, zacht. En zij weet: voor nu. Voor precies zolang als ik het wil.