Mare en de donder

Mare en de donderMare is een beetje slungelachtig, slank, met de fragiele souplesse van iemand die nog aan het groeien is. Ze oogt masculien met haar kleine tietjes, haar huid heeft de doffe glans van jeugd: zacht, ongeschonden, licht geurend naar karnemelk en zon. Haar schouders zijn smal, haar benen sterk maar nog kinderlijk rond van lijn. Haar handen zijn haar antennes, ze spreekt ermee voordat haar mond het durft. Haar vingers lang. De jongens in haar klas zijn er jaloers op, want ze wéten dat zij bij uitstek de ideale vingers heeft om om hun geslacht te klemmen en ze te subtiel of krachtig te masseren tot ze een ultieme verlossing ontvangen. Daar is het nog niet van gekomen, het is een kwestie van ontwaken. Mare had op haar 16e af en toe wat gezoend, met jongens, met een meisje, meer was het nog niet. Maar ze had potentie. De jongens vermoedden dat Mara ‘s nachts alleen met haar vingers aan de binnenkant van haar dijen sliep. Af en toe vroeg er wel eens één aan haar “Snak jij niet naar een jongen?” maar dan leek ze zo afwezig en dromerig dat er geen antwoord kwam.

De eerste tekenen dat er onder haar rokje iets van een prille ontluchting gaande was waren te zien in de kantlijn van haar dagboek, als ze slipjes, onweerswolken en bliksems tekende. Sinds die tijd sloeg ze het dragen van slipjes ook wel eens een dag over en als het onweerde maakte ze altijd haar knieën bloot, het liefst tot aan de rand van haar slipje. Soms trok ze haar slipje wat strakker. Veel verder reikte het ontwaken van het stille meisje nog niet. Tijdens ieder onweer trilde het in haar slipje en dat fascineerde haar. Daarom had ze een voorliefde voor regen, donder en bliksem. Die bezorgden haar intense trillingen.

Haar kutje is een smal en tenger vouwtje; nog niet uitgerijpt, maar wel gevoelig voor warmte. En voor de donder dus. Haar lipjes plakken nog vaak dicht, behalve als ze net gezwommen heeft, of ‘s morgens wakker wordt en haar vingers juist in haar schaamstreek liggen en voelen dat haar lipjes plakkerig open zijn. Haar kontje is rond en klein én stevig, vooral gevoelig voor kriebels en lichte aanraking onder haar staartbeentje, ook al heeft nog niemand anders haar daar echt aangeraakt. Net zo min als haar borsten en tepels.

Nou is dat laatste niet helemaal waar, want haar knopjes zijn aan het groeien en gevoelig geworden en toen een jongen onlangs een briefje in het borstzakje van haar bloes stopte kriebelde het niet alleen daar, maar ook tussen haar benen. Ze liet hem met alle plezier wat langer kriebelen, stak uitdagend haar tong naar hem uit, likte onbewust met haar tong langs haar lippen, draaide zelfs een beetje met haar ogen en ze weet achteraf zeker dat ze ‘je maakt me geil’ fluisterde voordat ze doorhad dat ze dat zei. Haar broekje was anders wel kletsnat geworden. Haar stoel ook merkte ze na een paar minuten. Als die jongen nou de moeite had genomen om die dag met haar mee naar huis te fietsen was hij ongetwijfeld de eerste geweest die haar trillingen had waargenomen. En misschien was hij dan de eerste geweest die had kunnen vertellen dat hij over Mare’s vingers had gespoten toen ze die om zijn staaf had gekruld. Want dat was vast gebeurd als hij samen met haar zijn briefje had kunnen lezen. “Ik houd van lange vingers.” Dan had zij gesnapt hoe hij dat bedoelde.

Nu eindigde deze gebeurtenis niet samen, maar solo. Want de kriebel die hij had opgewekt was niet uit haar borsten en haar kutje verdwenen, zelfs niet nadat zij thuis in de keuken op de barkruk knallend was klaargekomen. Het vocht dat daarbij vrij kwam had ze opgevangen in een drinkbeker, daar karnemelk bij ingeschonken en dat -rebels- bij haar broer op diens kamer gebracht. “Kijk eens Storm, wat ik voor je heb, extra lekkere karnemelk” fleemde en teemde ze. “Dit is zeker lekker, Mare. Dit mag je vaker maken.”

Ze registreerde die middag als haar eerste echte orgasme in haar dagboek. Dit laat zien Mare hoe in de vroegste, meest intuïtieve fase van ontluiken beweegt. Ze voelt meer dan ze begrijpt en juist daarin ligt haar kracht. Haar groei zit in het durven volgen van haar zintuigen, het leren vertrouwen op haar huid. Haar lichaam is haar kompas. Ze leert dat aanraking niet altijd iets ‘doet’, maar iets ‘vertelt’ en dat luisteren met haar lichaam een vorm van wijsheid is. Mare groeide door haar verwondering over de vingers die haar tepels raakten. Die vingers wekten haar nieuwsgierigheid -en haar geilheid- en ze zijn het levende bewijs dat tederheid een vorm van moed is. Moed, die niet bestaat zonder risico’s.

Dat ontdekt Mare, als ze haar rebelse kant versterkt in het verleggen van grenzen: een blouse met een extra knoopje los, met haar benen te wijd op een muurtje zitten, een slipje dat thuis blijft, een strakke blik in jongensogen of op een stijve die net te lang blijft hangen. Ondanks die signalen twijfelen de jongens toch of ze wel écht ‘open’ is. Zij bedoelen dat uiteraard als een fysieke vraag, en denken dan aan het nog niet door hun ontdekte tengere, smalle vouwtje in haar slipje. Maar misschien gaat hun twijfel ook wel over haar ontvankelijkheid. Dat is best merkwaardig, want Mare neemt als een spons alle indrukken met haar zintuigen en lichaamsdelen op. Elk geluid, elke geur, elk briesje nestelt zich in haar, zuigt ze op, voelt ze, maar op de een of andere manier pakken de jongens dat toch niet helemaal op.

Dat beeld van de spons keert trouwens regelmatig terug in haar dagboek, want Mare voelt echt wel dat haar slipjes geregeld nat zijn, alsof die een vangnet zijn die alle druppels uit haar schoot opvangen. Mare voelt. Niet enkel met haar vingers, maar met heel haar wezen. Ze ervaart de wereld alsof elke aanraking een brief is die aan haar persoonlijk is gericht. Pas dan begrijpt ze de rol van het briefje bij haar borsten, alsof deze jongen een vermoeden had hoe nat ze elke dag is.

Als de eerste druppels zich aandienen weet Mare intuïtief dat het gaat stromen, dat ze de grens van meisje naar vrouw gepasseerd is, dat dit het oerbegin is van iets dat nog geen naam heeft. Als ze buiten loopt en het begint te regenen dan lijken de druppels tussen haar benen gelijk op te gaan met de vallende regen. Ze weet niet waarom, maar het ontroert haar, alsof ze in de regen met die druppels op haar huid, haar hoofd, tussen haar benen zich het prettigst voelt, alsof ze geheime gesprekken met de regen voert die geen ander heeft. Mare’s ontvankelijkheid is die van de aarde na een droge zomer: elke druppel doet er toe. En elke druppel die haar raakt, dringt dieper in haar wezen door, tot ze beseft dat leven zelf áltijd begint met druppelen.

Op een stormachtige dag zit ze met een klasgenootje onder het afdak bij de voordeur van hun huis. Ze mijmeren en praten over meidendingen, over jongens, over natte slipjes en dagboekgeheimen. Met haar voeten op het hoogste treetje zijn haar slungelige benen en haar blauwe onderbroek met sterretjes zichtbaar. Die is een erfenis van jonger jaren die ze af en toe uit haar la met slipjes haalt juist omdat die strak, té strak om haar billen en haar spleetje zit en zodoende voor extra opwinding zorgt.

“Dit heeft niemand nog gezien, Julia” zegt ze alsof ze voelt dat die poort achter die sterretjes wel open mag, en de sleutel ervan elk moment gebruikt kan worden. Mare streelt haar eigen knie, gaat verder naar boven, streelt haar slipje. “Hier trilt het als het dondert, Julia. Hier schuilt mijn eigen ster. Ze wil tevoorschijn komen.” Er valt een stilte waarin de storm buiten lijkt te wachten op het onthullen van die ster. Julia, die het niet helemaal begrijpt, vraagt “Bedoel je nou de sterretjes op je onderbroek, Mare?”

Mare ademt sneller, ze voelt een trilling, haar hand gaat langzaam naar haar dij, waar het stof zich een beetje heeft teruggetrokken. “Ja… die sterretjes. Maar ook… wat daarachter ligt. Wat er daar gebeurt als het onweert.” “En wat denk je dat er gebeurt als het onweer jouw sterretjes ziet, Mare?” De woorden glijden traag uit haar mond, alsof ze niet alleen bedoeld zijn voor Mare’s oren, maar ook voor haar huid. Julia streelt Mare’s knie, de binnenkant van Mare’s benen. Mare bijt op haar lip. Ze kijkt naar Julia’s handen, haar slipje, de plooien van haar schaamlippen ín dat slipje. De sterretjes trillen een beetje. En dan, met een stem die niet meer trilt van angst, maar van durf, zegt Mare: “Dan… komt het dichterbij en raakt het me aan.” Er klinkt een donderslag in de verte, de meiden blijven rustig, maar Mare’s huid begint zacht te gloeien. Ze trilt. Julia ziet de plooien tussen de sterretjes wijken.

Julia glimlacht licht en zinnelijk en haar vingers rusten nu op het tengere vouwtje dat licht openvouwde in Mare’s slipje. “Ben je open om het onweer te verjagen, Mare… of word je open om het onweer dichterbij te brengen?” Mare fluistert, alsof haar lippen het pas net van haar kutje hebben geleerd: “Dichterbij… Ik wil dat het me vindt, me trillen en beven laat.”

En dan gebeurt het: een eerste druppel regen valt. Op haar benen. Een teken. Alsof het onweer antwoordt. Mare beweegt nauwelijks, maar alles in haar verandert. Het is niet haar lichaam dat opspringt, maar haar binnenkant, die zich opricht en openvouwt als een bloem die dat ’s nachts niet hoort te doen maar toch doet wanneer de maan haar likt met donderlicht. Ze kijkt niet op. Ze kijkt omlaag. Naar haar eigen blauwe slip met sterren die nu geen meisjesprint meer zijn, maar een hemel die klaar is om bevraagd en bewoond te worden. Dan zegt ze, hees: “Julia, ik wil weten wat het onweer van me wil. En als het me iets komt brengen, wil ik dat ik niet meer hoef te doen alsof ik het niet voel.”

Ze opent haar ogen en kijkt Julia aan. Julia’s vingers glijden over de sterretjes op Mare’s slipje, alsof ze ze wil tellen, maar telkens vergeet hoeveel het er waren, omdat haar aanraking belangrijker is dan tellen, ze wordt afgeleid door de warme huid van Mare’s onderbuik, door het vochtig verlangen van de geopende vouw tussen Mare’s benen en glijdt opnieuw en opnieuw over de sterretjes. En daarbij ook over het vouwtje, het ontluikende knopje, de vochtige streken in het slipje.

Ondertussen brengt Julia haar mond vlakbij Mare’s oor “Het onweer verlangt jouw sterretjes, Mare.” Mare ademt diep in, en de rand van haar slip staat strak tegen haar onderbuik. Ze fluistert niet terug. Ze zucht. Kreunt. En dan, als een meisje dat weet wat haar lichaam zeggen wil, fluistert ze: “Ja… ik denk… dat het onweer wil weten waar ze eindigen.” Alsof zij het antwoord voorvoelt stopt Julia’s vinger bij het sterretje net boven Mare’s clit. De stof daar is warmer, zachter, vochtiger dan erboven. Als ze daar drukt beweegt Mare haar bekken licht omhoog, onbewust maar niet ongewild, alsof Mare’s kutje Julia antwoord geeft. De bomen trillen onder een nieuwe donderslag. Julia’s vingers rusten nog steeds op de blauwe stof vol sterretjes, ze voelt hoe haar vingertoppen vochtiger worden.

“Wordt het onweer nog wilder, Mare als jij haar nu je sterretjes laat zien?” Ze streelt die éne ster, precies boven Mare’s clit “…of wordt het dan juist rustiger?” Mare sluit haar ogen. Ze drukt haar lichaam iets steviger tegen Julia’s hand, dan opent ze haar mond, en zegt met een stem die trilt maar helder is: “Volgens mij wordt het onweer eerst wild. En dan, als ik alles toon, mijn sterretjes op de stoep leg, mijn eigen sterretje laat zien, dan gaat het onweer liggen. Als het mij gezien heeft is het klaar.” Er volgt een korte, geladen stilte. “Dan wordt het tijd om ze te laten zien, Mare. Laat je onderbroek maar aan de donder laten zien. Wil je dat aan je billen… of trek je je broekje uit?”

Mare beweegt haar vingers naar haar lies. Ze voelt de stof van haar slipje nu bewust, de vochtige plek waar Julia haar heeft gestreeld, de strak gespannen lijn tussen haar billen, de elastiek die haar geen pijn doet, de stof die haar spleet nog net omhult. “Wil jij mijn broekje uittrekken?”

Julia schuift haar hand onder Mare’s billen. Niet gehaast. Ze voelt haar billen, zacht, met afdrukken van steen en trekt het slipje langzaam omlaag. Blauw met sterren, steeds meer hemel ontvouwt zich, langs dij, langs knie, langs enkel… tot het aan Mare’s voeten ligt. En dan breekt de donder pas echt open. Mare trilt en schokt, haar tepels trekken strak, de strakke lijn tussen haar benen druppelt helder vocht.

Als ze weer rustig is vraagt Julia “Heeft de donder jouw slipje nu goed genoeg gezien, Mare, of wil je dat het jouw slipje nog beter ziet?” Mare’s wangen zijn nu dieprood, haar benen blijven open en ontvankelijk, haar kut is drijfnat van regen en lichaamsvocht. Ze kijkt niet weg. Dan zegt ze, bijna ademloos: “Het mag beter kijken… als je mijn slipje in de lucht dan kan het misschien ruiken wat ik bedoel.” Julia strekt haar hand uit naar het slipje aan Mare’s enkels. Ze pakt het, tilt het op, ze houdt het tussen duim en wijsvinger, draait het langzaam in de lucht, zodat het glanst van het vocht. “Kijk dan,” fluistert ze, “Hier zijn Mare’s sterren, gedoopt in schrik en zucht. Kom maar dichterbij, proef haar geur van durf.” De donder lijkt te antwoorden. Het blauwe slipje wappert in Julia’s hand als een stukje hemel vol verlangen, doorweekt van Mare’s opwinding, glanzend van dapperheid en precies op dat moment

FLITS. Julia’s silhouet brandt zich tegen het onweersdonker: haar arm geheven, haar haren los, het slipje helder zichtbaar als vlag van Mare’s ontluiking.

BOEM. De donder volgt zó snel dat het voelt alsof hij in Mare’s lichaam inslaat. De grond trilt. Mare siddert, trilt en schokt, zucht hardop, een oerklank tussen angst en extase. Ze kreunt, alsof de bliksem háár heeft gezien en niet alleen haar onderbroek. Alsof ze nu begrepen werd. Helemaal. “Ze heeft jou gezien, Mare. En ze is niet gevlucht. Heb je alles wat je wilde?” Mare’s kut gloeit, haar lippen trillen. Een stilte, dan, zacht: “Misschien alleen nog een hand. Om me in dit moment te hóuden.” En dan legt Julia haar hand op Mare’s buik. Zacht. Plat. Warm. Mare die niets van de hand vraagt, behalve: blijf hier.

Julia buigt zich voorover, haar haar valt als een gordijn langs Mare’s wangen, en haar lippen zijn nu nauwelijks een paar centimeter van Mare’s blote huid verwijderd. De geur van vocht, warmte, meisje ademt ze diep in, zacht, eerbiedig. En dan, bijna onhoorbaar, zegt ze: “Je had het nog over je eigen sterretje…” Een fluistering die niet vraagt, maar herinnert. Mare’s bekken beweegt onwillekeurig. Haar clitje, nog net verscholen tussen de lippen, trilt bij die ene zin. Alsof het zélf het antwoord wil geven, zonder tussenkomst van stem of rede. “Die ene ster die ik nooit durfde aan te wijzen, die brandt het felst. Die ene ster…” zegt ze zachter dan bliksem maar helderder dan de donder wil ik die aan de donder tonen. Als ik dat doe dan ben ik niet meer bang.” En ze brengt haar vingers naar haar clitje, haar ster, haar vonk, en opent zichzelf. Voor de donder.

“Hoe wil jij die ster aan de donder tonen, Mare?” Mare slikt. Haar vingers trillen nog een beetje op haar venusheuvel. Haar benen liggen open, ze kijkt op en dan zegt ze, helder, zacht, onmiskenbaar: “Ik wil haar tonen met mijn vingers maar dan moet jij wel naar me kijken. Wil jij mijn ster helpen wijzen?” En in die zin, in die uitnodiging, is het hele onweer samengebald tot een stil akkoord. Geen donder. Geen flits. Alleen Mare, haar ster, en het kijken dat haar heel maakt.

Dan barst de regen los, Mare trekt haar jurkje uit en daar staat ze, alleen in haar hemdje, met haar vingers op haar schaamheuvel, haar bekken licht gekanteld, haar ogen glanzend, haar vingers zetten zich in beweging. Ze fluistert: “Ik wil dat de regen mijn ster kust. Dat ik het niet alleen voel van binnen, maar dat de lucht me raakt als ik mijzelf raak.”De regen komt schuin van links, koel en druppelend over haar wangen, haar sleutelbeen, haar hemdje dat langzaam doorschijnt. Haar kutje bloot onder de hemel. Dan:

FLITS. De lucht licht op, en in dat moment ziet de hele kring het: twee meiden buiten, nat van regen, nat van verlangen, stil, in overgave.

BOEM. De donder volgt onmiddellijk, als een ritmische paukenslag op wat voor haar geopend is. Mare tilt haar hand naar haar natte venusheuvel, de sterren zijn allang verdwenen, maar haar ene ster was nog nooit zo zichtbaar. Haar huid dampt onder het wit doorweekte hemdje, haar haren plakken aan haar gezicht, haar blik is helder. Een meisje dat zichzelf gekozen heeft, in het volle zicht van regen en donder. Ze schuift haar vingers in haar kutje. Langzaam. Zacht. Ze masturbeert, vereert haar kut.

“Mijn sterretje voor jou” fluistert ze tegen de lucht, tegen de flitsen, tegen de donder die wacht om te horen hoe zacht een meisje zichzelf kan openen. Ze raakt haar clitje aan, voorzichtig, ronddraaiend, met een vinger die meer luistert dan dringt. Julia staat naast haar, druipt van regen en toewijding. Haar hand rust op Mare’s bil en dan glijdt ze, vanzelf, zacht, naar de plek net onder Mare’s kutje, waar het warm is, waar haar lijf zich verzamelt voor een orgasme. Julia’s vingers voelen alsof ze zegt: ik voel mee. En Mare kreunt. Niet luid, maar als een adem die zich schaamteloos toont.

FLITS. De scène licht op als een schilderij.

BOEM. De donder beaamt het. Mare’s hand blíjft cirkelen rond haar sterretje, zacht, sneller, iets feller, niet meer voorzichtig, fel en krachtig nu. De regen striemt haar dijen, haar hemdje is nu volledig doorzichtig, haar tepelhardheid is een echo van wat er tussen haar benen gebeurt. Julia voelt dat Mare gaat komen. Haar vingers rusten vlak onder Mare’s kutje. En dan, precies op het moment dat Mare’s heupen zich omhoog duwen, haar adem stokt, haar hand verstijft glijden Julia’s vingers in haar. Twee. Zacht. Beslissend. Warm. Mare opent zich in die aanraking zoals de hemel zich opent voor de bliksem. Ze kreunt, slaat haar armen om Julia’s nek, haar hoofd tegen Julia’s natte hals. “Ja… daar… daar is het…” En dan, precies in het midden van die fluistering

FLITS. Een verblindend licht.

BOEM. De donder barst los als een orgasme, een knal die de ruiten doet trillen. En Mare komt trillend en schokkend klaar. Haar kutje siddert rond Julia’s vingers, haar benen trekken samen, haar mond is open maar woordeloos. Alleen adem. Alleen donder. Alleen regen op kloppend vlees. Stromend tussen haar tietjes, door haar bilnaad, langs haar kuiten.

Julia houdt haar stevig vast, beweegt haar vingers nog één keer, en zegt zacht: “De donder heeft je gezien, sterrenkind. En je laten trillen.” Mare kust Julia, duwt zacht een tong naar binnen die antwoord krijgt. ”En jij hebt verdomd lekkere vingers, Juul…”

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Thomas

Ik houd ervan om verhalen te schrijven. Mijn erotische verhalen wil ik hier graag met je delen. Wil je contact dan kun je me mailen op thomasnoorderlicht@gmail.com

Dit verhaal is 13528 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

3 gedachten over “Mare en de donder”

Laat een antwoord achter aan Peet63 Reactie annuleren