De Zonnekoning (2)

De Zonnekoning deel 2DE ZON

In datzelfde jaar gaf Louis zijn eerste balletoptreden. Louis danste in het ballet de rol van Apollo, de god van de zon en ik kreeg een rol als een van zijn vele nimfen, de aardse vrouwen waar hij verliefd op werd. De spanning in de zaal is om te snijden, iedereen voelt wel aan dat hier iets heel bijzonders gaat gebeuren. Dit is niet zo maar een toneelstuk waar de nog piepjonge koning in optreedt, dit is méér, dit is hoe Louis wil dat wij hem in de toekomst zullen zien. Hij is één en al majesteitelijkheid, zoals hij kijkt, zoals hij zijn lichaam gebruikt, zoals hij niet meer loopt maar schrijdt, zoals hij iedereen met zijn verschijning betovert…

Op de avond van het optreden ziet Louis er prachtig uit. Hij heeft een pak aangemeten gekregen dat helemaal van goud lijkt, bij iedere beweging die hij maakt schittert het en lijken er door het licht van de honderden kaarsen in de kroonluchters lichtflitsen vanaf te schieten. Om zijn hoofd heeft hij een grote gouden stralenkrans bevestigd gekregen en samen met de goudkleurige schmink op zijn gezicht ís hij nu helemaal de zon. Louis wordt van onder het podium op een plateau omhoog getakeld dat als het eenmaal boven is precies in de vloer van het podium past. Vanuit de zaal is het een prachtig gezicht. Langzaam zie je eerst de bovenzijde van zijn stralenkrans tevoorschijn komen en dan verschijnen centimeter voor centimeter zijn gezicht en daarna zijn hele lichaam.

In het tweede bedrijf kom ik op en doen we samen op de mooie muziek van Lully een best wel lastige ‘pas de deux’. Ik heb een dun wit jurkje aan dat tot iets over mijn knieën reikt en nét niet doorschijnend is maar wel goed mijn vormen tot uiting brengt. Het maakt me nymf-achtig, vind ik. Ik ben behoorlijk zenuwachtig en louis ziet dat meteen. Hij neemt mijn hand en met een sierlijk pasje draait hij zich met mij met de rug naar het publiek. ‘Ca va Valérie, gaat het?’ fluistert hij. En meteen er achteraan: ‘je kan het hoor!’ Dat trekt mij er doorheen, dat Louis toch nog de lieve attente jongen blijkt te zijn zoals ik die ken.

Ik glimlach tegen hem, we keren ons alsof het erbij hoort weer terug naar het publiek en op een teken van louis aan het orkest zetten we onze dans in. Al snel voelt het alsof we aan onszelf ontstijgen, alsof er om ons heen niemand anders is dan wij twee. Ik richt me helemaal op Louis, wil hem bij iedere pas het beste tot zijn recht laten komen, dans zo sierlijk mogelijk en probeer me licht te maken als hij me moet heffen.

De uitvoering is een daverend succes, iedereen in Parijs praat er dagen over na en volgens mij is tóen de legende van de Zonnekoning geboren. In de jaren daarna blijkt dat Louis alles vooraf heeft uitgedacht want vanaf dát moment komt steeds weer het symbool van de zon terug. In zijn zegelring, op munten, in beeldhouwwerken, op de wijzerplaten van de immense klokken op de gevels van zijn paleizen en zelfs op de kanonnen en geweren van zijn leger.
De Zonnekoning is gearriveerd…

LOUIS EN VALERIE 16 JAAR

“ Op een ochtend komt Louis de keuken binnengewandeld, terwijl ik maman help de lunch voor te bereiden. ‘Bonjour madame Sophie’ begroet Louis maman, en hij maakt een kleine révérence voor haar. Volgens mij zijn mijn en zijn maman de enige mensen waarvoor hij buigt. Maman lacht lief en antwoordt ‘bonjour Louis’ waarna hij haar vraagt of ik even met hem mag wandelen. ‘Als Valérie dat zelf ook wil is het goed, mon chère’. Ik knik enthousiast ja, ik zie Louis nu hij het drukker krijgt jammer genoeg steeds minder en ga graag mee. Maar ik heb niet een echt mooie jurk aan en kleed me snel om in ons appartementje achter de keuken.

De tuin van Chateau Saint Germain is niet zó groot en we wandelen naar de uiterste hoek om uit zicht te zijn. Er staat een klein prieel met wat banken en daar neemt Louis me mee naar toe. Als we zitten merk ik dat hij een beetje zenuwachtig is. ‘Wat is er Louis?’ vraag ik, om hem tegemoet te komen. En dan komt het hoge woord eruit. Dat zijn moeder een tijdje terug aan hem vroeg of hij al wel eens een vrouw had bemind en dat dat niet zo was. En dat ze toen een van haar oudere hofdames had gevraagd om Louis in te wijden in de lichamelijke liefde van man en vrouw. Dat heeft zij gedaan en Louis vertelt dat hij het wel leuk vond maar eigenlijk steeds aan mij moest denken.

Het verzoek

‘Ma chère Valerie, al sinds we hebben gezwommen in het meer bij Versailles zou ik zo graag eens met jou…. ehm.’ Ik krijg een hoofd als een rijpe tomaat want ik weet precies wat hij bedoelt. Na onze reis met Philippe naar Versailles was ik helemaal in de war en heb ik daarna maman gevraagd hoe dat werkt met jongens en meisjes. Maman heeft me toen een beetje ongerust uitgehoord, wat we precies hadden gedaan. Toen ik vertelde dat we elkaar hadden bekeken en dat Louis wit spul uit zijn piemel kreeg was ze opgelucht en zei ze ‘ma chérie, pas op voor de kindjes hoor’. En toen legde ze me alles uit, dat zo’n piemel van een jongen er voor is om bij een meisje binnen te gaan en dat er dan dat witte spul komt en dat daar de kindjes van komen. Ze gaf me daarna een drankje dat, als ik dat iedere dag inneem, er voor zorgt dat er geen kindjes komen.

Louis krijgt door mijn gemijmer maar geen antwoord en zit inmiddels echt ongerust te wachten, hij bloost er van. ‘Ehm….et alors, Valérie?’ vraagt hij. Ik kijk Louis aan, een beetje verlegen, ik vind dit heel spannend. Maar ik wil wél en zeg zachtjes ‘oui, ja, graag Louis. Ik moet ook steeds aan jou denken.’ Louis is helemaal blij en kust me vol op mijn mond. Met het tipje van zijn tong probeert hij tussen mijn lippen te komen en als ik ze dan wat van elkaar doe glipt zijn tong bij me naar binnen en begint hij een spelletje te spelen met de mijne.

Ik word er helemaal week van en kus Louis steeds heftiger terug, het voelt alsof we hier al die jaren van onze jeugd naartoe geleefd hebben. Een beetje buiten adem laten we elkaar los en zitten nog een tijdje naast elkaar te bekomen van wat er tussen ons en in onze lichamen allemaal gebeurt. Louis vraagt dan of ik die avond naar zijn kamer kom. Als ik wil zal hij zijn persoonlijke bediende monsieur Bontemps sturen om me op te halen. Ik knik dat het goed is, geef Louis nog een kus en hand in hand lopen we terug… ”

Ik snap niet hoe het kan maar de rest van de dag ben ik best wel een beetje bang en zenuwachtig. Een paar jaar geleden heb ik Louis toen we zwommen in het meertje bij Versailles voor het eerst bloot gezien, daarna nooit meer en sindsdien kan ik hem niet meer uit mijn gedachten én uit mijn dromen krijgen. Maar jammer genoeg zag ik hem daarna steeds minder, zijn koningschap vraagt veel van hem. Hij woont nog steeds meestal in Chateau Saint-Germain, soms in de Tuilerieën of het Louvre in Parijs, maar tegenwoordig is hij overdag steeds vaker naar Versailles, om te overleggen over de uitbouw van het vroegere jachtkasteel, over de tuinen en over weet ik veel wat.

Het is half zes als monsieur Bontemps, de persoonlijke bediende van Louis, mij ophaalt. Iedereen is een beetje bang voor hem omdat hij overal en altijd heel streng Louis afschermt, maar ik mag hem wel. Tegen mij is hij eigenlijk altijd aardig, als ik een keer weer even bij Louis wil zijn zorgt hij er meestal voor dat dat wel lukt. Msr. Bontemps klopt aan op de deur van het appartementje van maman en mij en als ik open doe vraagt hij: ‘bonsoir mademoiselle Valérie, bent u klaar voor de Koning? Hij wacht al vol ongeduld op u.’ Ik weet niet waarom, maar ik bloos ontzettend. Monsieur Bontemps is echt niet van gisteren, hij weet natuurlijk allang wat er te gebeuren staat.

Maar daar laat hij gelukkig niks van merken, in plaats daarvan steekt hij zijn hand uit en als ik die aanneem geeft hij met een lichte buiging een kusje op de rug van mijn hand. Hij is echt aardig.
Een beetje kletsend lopen we door de lange gangen naar Louis zijn appartement, dat pas geleden helemaal verbouwd is en inmiddels een grandeur heeft die helemaal bij hem lijkt te passen. Hoe meer we dat naderen hoe meer schildwachten en lakeien we tegenkomen. Overal hangen de mooiste schilderijen en wandtapijten en verder zijn ook de plafonds prachtig beschilderd.

Als we arriveren staat Louis al klaar en neemt hij mij met een knikje over van Msr. Bontemps. ‘Ma chère’ zegt hij met een lief glimlachje. En tot mijn geluk zie ik dat hij net zo zenuwachtig is als ik, hij kust galant en met een révérence mijn hand, meteen daarna trekt hij me tegen zich aan en fluistert zachtjes: ‘ik ben zo blij dat je er bent, Valérie. Ik zie je veel te weinig tegenwoordig.’ Ik zeg niks terug maar klem me stevig tegen hem aan, ik ben voor nu blij zo dicht bij hem te kunnen zijn.

Gravin Valérie

Tot mijn verrassing lopen we daarna naar buiten. Louis heeft een open rijtuigje laten inspannen, alleen voor ons samen. ‘Het is zo’n mooie en warme dag, ik dacht dat het leuk is om samen te gaan picknicken, oké?’ Dat is heel romantisch! Achter op het bagagerek van het rijtuigje staat al een flinke picknickmand, we kunnen zo weg. Louis geeft de beide paarden die contact met hem zoeken wat zachte klopjes op hun nek, helpt me op de bok te klauteren, komt dan naast me zitten en met een klakje van zijn tong spoort hij vervolgens de dieren aan. Zoals altijd rijden er ver achter ons weer musketiers, het blijft wennen maar als Louis ze kan negeren kan ik dat ook.

In een rustig tempo gaan we richting de Seine, die enkele kilometers verderop als begrenzing van het koninklijke landgoed stroomt. Als we daar aankomen ligt er een bootje klaar. Louis spant de paarden uit en zet ze vast op een plek waar flink wat gras groeit, brengt de mand naar het bootje, helpt mij in te stappen en daarna roeit hij ons naar het onbewoonde eilandje Corbière, dat nog bij het landgoed hoort. Eenmaal op het eilandje maakt hij op een strandje dat helemaal uit het zicht is en volledig omgeven is door struiken en bomen ons picknick-plekje in orde. Hij spreid een groot kleed uit, zet de mand er op en haalt er vervolgens de heerlijkste gerechten uit, salade, pasteitjes, gevogelte, taart, enkele flessen wijn, het ziet er heerlijk uit! Het eten en de wijn betoveren ons, al snel is het alsof we weer samen les hebben en in de pauze zitten te kletsen en grapjes maken. Ik raak gelukkig al snel mijn zenuwen kwijt en moet weer volop giechelen om de grapjes die Louis maakt.

Maar dan worden we ineens heel serieus. Louis vindt namelijk dat mijn maman er de laatste tijd moe uit ziet: ‘Valérie, is al dat werk niet te zwaar voor haar geworden?’ Mon Dieu, dit is zo attent van hem, ik vind dat zelf ook al een tijdje. Maman is nu bijna vijfenvijftig, ze kreeg mij toen ze al achtendertig was en ze noemde me altijd haar ‘erg late maar allerliefste geschenk van God’. Maar het was en is hard werken voor haar om iedere dag weer al die smakelijke en meest verfijnde gerechten te maken voor de koning en zijn hofhouding, en tegelijk alle koks en het andere personeel aan te sturen.

Ik zie ook dat het haar uitput en knik ja tegen Louis. ‘Alors, Valérie, wordt het dan niet tijd dat ze meer rust krijgt?’ Ik kijk Louis met grote ogen aan: ‘hoe moet dat dan Louis, maman en ik moeten toch werken om te kunnen leven?’ Louis kijkt me heel intens aan en haalt dan uit de mand een opgerold document. ‘Ma Chère, s’il vous plait, lees wat hier in staat. Dit is mijn cadeau voor je zestiende verjaardag.’ Ik weet niet hoe het komt maar mijn hart klopt ineens in mijn keel, Louis maakt me opnieuw nerveus. Ik open de rol en het blijkt een document te zijn dat er heel officieel uitziet, met een lakzegel en de handtekening van Louis. Wat ik lees is dat hij mij een landhuis, een Domaine schenkt in Rocque-en-Court’, een plaatsje dat op een uur rijden van zowel Versailles als Chateau Saint Germain ligt. Ook verheft hij mij in de adel en benoemt hij mij tot comtesse, gravin van Rocque-en-Court, met een ruime toelage om van te leven.

Ik ben stomverbaasd en het eerste wat in me opkomt is dat ik dit niet wil en impulsief schud ik nee. Ik wil dit niet, ik kán dit niet, ik wil niet afhankelijk worden van Louis.
Louis bekijkt mijn reactie en ik zie aan hem dat het hem verbaast, dat hij er ook van schrikt. Dit had hij duidelijk niet verwacht. ‘Mais Valérie, waarom? S’il vous plait, ma chère, ik wil voor jullie zorgen en ik doe dit vooral voor jouw maman, voor madame Sophie, waar ik misschien wel meer van houd dan van mijn eigen maman…’ Dit voel ik tot in al mijn vezels, zo lief. Na een korte stilte gaat louis verder: ‘Valérie, dit is het enige wat ik kan verzinnen om jou en jouw maman te helpen, door jou een huis en geld te schenken kan zij bij je wonen en hoeft ze niet meer altijd zo hard te werken. Van de toelage kunnen jullie allebei heel goed leven en kan jouw maman stoppen wanneer ze wil. En zodra ik in Versailles woon krijgen jullie daar ook nog een appartement, zodat jouw maman nog altijd in de keuken kan werken. Maar dan wel als zíj dat wil en kan, voor haar plezier… ‘

Het blijft daarna stil, ik moet dit echt verwerken. Louis kijkt het aan, maar dan: ‘Valérie, zeg dan iets, s’il vous plait, neem het aan!’ Ik vind dit echt heel moeilijk, want dit geschenk maakt dat Louis en ik niet meer gelijk zijn. En tegelijk komt het besef binnen dat dat natuurlijk al heel lang niet meer zo is, en eigenlijk ook nooit zo is geweest. Hij is de kóning, het is alsof dat nu pas voor het eerst echt tot me doordringt. Wij hebben het goed, dankzij Louis, ik heb kunnen leren lezen en schrijven, dankzij Louis, alles danken maman en ik aan Louis. En toch voelt het niet goed, maar als ik dan zie dat Louis zijn ogen zich langzaam met tranen vullen… ik kruip tegen hem aan en kus ze weg, kijk hem daarna lang aan en of ik wil of niet, meteen verdrink ik bijna in die mooie donkere-met-spikkeltjes ogen van hem. Zo tegenovergesteld aan de groene ogen van mij.

Waterballet

‘Alors, Louis, ik zal er over nadenken en ik vraag maman wat zij wil. En ik laat het maman beslissen, bien?’ Louis knikt en dan vind ik dat het mooi geweest is met al deze moeilijke toestanden. Ik wil genieten nu ik Louis helemaal alleen voor mezelf heb. Ik geef hem een kus en eigenlijk meteen wordt dat de fijnste zoen die we ooit hadden, onze tongen kunnen maar niet genoeg van elkaar krijgen. Ik merk dat we het er allebei erg warm van krijgen en als we zijn uit gezoend spring ik op. ‘Alors Louis, ik heb het warm, ik wil zwemmen!’ Ik heb gelukkig een simpel jurkje aangedaan, ik trek het uit, doe ook mijn ondergoed uit, ren de Seine in en gil: ‘Louis, venez, kom!’

Louis aarzelt even maar kleedt zich dan ook uit en genietend zie ik hoe zijn mooie lijf langzaam maar zeker te voorschijn komt uit al die lagen koninklijke kleding die hij aanheeft. Vergeleken met enkele jaren terug in Versailles is hij echt al wat breder geworden en ik zie nu ook haartjes op zijn borstkas. En zijn ‘queue’ zoals Philippe die noemt, zijn paal, hij steekt al best wel groot en schuin omhoog voor hem uit. Ohw, wat is hij knap geworden, ik sta gewoon te smelten hier in het water. Als Louis bij me is neemt hij mijn hand en samen waden we naar een dieper gedeelte. Daar neemt hij me tegen zich aan en ik weet niet waar ’t vandaan komt maar kan niet anders dan mijn armen om zijn nek slaan, me iets aan hem optrekken en daarna mijn benen om zijn heupen vouwen.

We zoenen weer en langzaam maar zeker voel ik hoe het water mijn lichaam afkoelt maar ook hoe van binnen de kus me ontzettend verwarmt en helemaal open voor Louis maakt.
Dan zie ik een brede grijns op zijn gezicht en voor ik het besef gooit hij me ineens van zich af, achterover het water in. Proestend kom ik weer boven en voor Louis het goed in de gaten heeft duik ik weer onder water. Ik pak hem bij zijn één enkel beet en omdat hij hier helemaal niet op bedacht was lukt het me hem onderuit te trekken en zo gaat ook louis achterover kopje onder. We hebben samen de grootste lol, spetteren flink rond, raken elkaar overal waar we kunnen aan.

X. Zara

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Zara

Hi, fijn dat je mijn verhalen leest, ik hoop dat je ze leuk vindt.
En jouw reactie is altijd welkom!
Liefs. Zara

Dit verhaal is 3373 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

3 gedachten over “De Zonnekoning (2)”

Plaats een reactie