De maagdenvanger van Hameln (1/2)

MAAGDEN LOKKEN

Terwijl ik fluit volgen de dertien maagdelijke debutantes mij gedwee, in een rij lopen ze achter me aan. Allen zijn het zeer welopgevoede meisjes uit de adel en de hogere burgerlijke klasse van het welvarende Hanze- stadje Hameln. Omdat ieder van hen in de afgelopen maanden zestien werd maken zij deze zomer hun debuut op de huwelijksmarkt, vanwaar ze na hun entrée tijdens de daarop volgende balavonden, soirées en middag-concerten zullen worden ‘geplukt’ door deze of gene hooggeplaatste jongeheer.
Ik heb besloten ze weg te lokken uit hun vertrouwde woonplaats, omdat de Burgemeester van Hameln me weigert het geld te betalen waar ik recht op heb. Welaan, daarom neem ik de maagden die Hameln dit jaar voortbrengt als mijn rechtmatige beloning, wie niet horen wil moet maar voelen. Echter, voor een goed begrip van deze gebeurtenissen kan ik beter vooraan beginnen…

Mijn gave

Mijn naam is Johannes Joachim Paulus Carol von Lichtenau, roepnaam Johann en ik ben geboren in 1260, met als gevolg dat ik nu, anno 1284, vierentwintig jaren oud ben. Ik kom uit een familie van verarmde landadel, met een lange traditie in het musiceren en bijna nog voordat ik kon lopen blies ik al mijn eerste nootjes op een fluit. Sindsdien heb ik dat geperfectioneerd en bespeel ik nu de meest uiteenlopende blaasinstrumenten, met nog steeds een voorliefde voor de eenvoudige houten fluit.

Daarnaast ontwikkelde ik dankzij mijn zeer eigenzinnige oom Helmut een bijzondere gave. Oom Helmut is de oudste broer van mijn moeder en hij leeft als een kluizenaar in de bossen vlakbij Lichtenau. Oom Helmut heeft het vermogen ontwikkeld om bij ieder levend wezen tot de kern door te kunnen dringen, om er vervolgens met fluitmuziek mee te communiceren en er indien nodig zijn wil aan op te leggen. Met eindeloos geduld leerde hij mij dat ook en sinds die tijd hoef ik maar enkele weken zo’n groepje dieren gade te slaan, waarna ik weet op welke toonsoorten en wijsjes ze zullen reageren en me desgewenst zullen gehoorzamen.

Ook bij mensen bezit ik deze gave, maar alleen als ze dezelfde leeftijd en hetzelfde geslacht hebben, zoals in dit geval meisjes van zestien jaar. Over het algemeen doe ik er weinig mee, heel soms vermaak ik mensen door hen met een melodie te manipuleren, maar meestal beperk ik mij tot de muziek die in het verband van een orkest wordt uitgevoerd. En zo komt het dat ik de afgelopen drie jaren in een muziekensemble speelde aan het hof van de Hoogedel geboren Graf Ulricht von Paderborn.

Recent heb ik daar afscheid van genomen en ben nu onderweg naar het veel grotere hof van de vorst van Hannover, alwaar ik hoop een betrekking te krijgen in zijn eveneens veel grotere kathedraalorkest. Behalve dat ik was uitgekeken op het musiceren in het wel erg kleine orkest te Paderborn was er ook wel een andere goede reden om te vertrekken. Ik ben namelijk, al zeg ik het zelf, met mijn rijzige slanke gespierde gestalte, blauwe ogen en lange blonde haren bijzonder knap. In ieder geval vonden de meisjes en dames aan het hof van Paderborn dat ook want de afgelopen jaren belandden ze bijna allemaal wel eens in mijn bed, sommigen zelfs aanzienlijk vaker dan éen keer. Inmiddels was daardoor mijn positie aan het hof van Paderborn nogal onhoudbaar geworden, wat dus ook een uitmuntende reden was om te vertrekken.

Ratten vangen

Enkele dagen na aanvang van mijn reis trok ik door een groot heuvelachtig woud toen een gigantisch noodweer losbrak. Binnen de kortste keren was ik nat tot op mijn lichaam en om te voorkomen dat ik een nare slopende kou zou vatten zocht ik naarstig naar een schuilplaats. Dankzij mijn oom Helmut die mij leerde om landschappen te kunnen ‘lezen’ vond ik die gelukkig ook al gauw. Aan het type heuvels te zien moesten er zich daarin grotten bevinden en door het spoor van de hoefjes van enkele schapen te volgen vond ik achter wat dicht struikgewas de ingang van een goed verborgen grot, waar in strenge winters herders blijkbaar nogal eens de nacht doorbrengen. Hij was groot en strekte zich uit tot ver in het binnenste van de heuvel, met in de uiterste punt een poel, gevoed door een daarboven ontspringende bron met fris omlaag klaterend water.

Daar ook was een voorraad brandhout aangelegd en hingen er aan het plafond van de grot wat schapenbouten te drogen, ongetwijfeld bedoeld als noodvoorraad. Verder lagen er vele schapenhuiden, niet allemaal even fris maar wel heel warm en comfortabel.
Dankbaar legde ik een vuur aan, waarbij ik me even zorgen maakte over de rook, maar die bleek via een schacht prima weg te trekken. Ik kleedde mij vervolgens geheel uit, om alles te laten drogen. Ik maakte mijn opgerolde deken die ik gelukkig goed tegen het vocht had beschermd los van mijn ransel, sloeg die om en zo bracht ik gezeten bij het vuur enkele uren door tot al mijn kleding weer droog was. Daarna trok ik verder en toen na slechts een half uur het voor mij onbekende stadje Hameln in zicht kwam besloot ik daar te overnachten. Direct achter de stadspoort bevond zich herberg ‘In het Vrolijke Zwijn’, waar ik een prima kamer toegewezen kreeg.

Nog diezelfde avond bleek dat Hameln een groot probleem had, waar ik ook was en waar ik ook keek kwamen er toen het donker werd ratten tevoorschijn. De waard vertelde me dat het stadsbestuur al van alles had geprobeerd om er vanaf te komen, maar niets hielp, de ratten vermenigvuldigden zich sneller dan de rattenvangers ze konden vangen. Inmiddels was er een beloning uitgeloofd van tien gouden dukaten voor diegene die de stad van haar probleem zou kunnen verlossen.

Natuurlijk dacht ik direct aan mijn gave om met mijn fluit dieren mijn wil op te kunnen leggen en omdat mijn snel slinkende kapitaaltje wel toe was aan een financiële injectie besloot ik de stad mijn diensten aan te bieden. Der Herr Ober-Bürgemeister stond mij de volgende dag al een audiëntie toe en spoedig waren we het eens. Dit jaar zouden zich op zesentwintig juni de debutantes uit de adel en gegoede klassen presenteren, met als doel daarna zo spoedig mogelijk een gunstig huwelijk te sluiten. Het zou fijn zijn als voor die tijd de ratten zouden zijn verdwenen, wat betekende dat ik vier weken de tijd had, ruimschoots voldoende om deze opdracht tot een goed einde te brengen

Enkele nachten lang verbleef ik op plekken waar veel ratten actief waren en al snel werd mij uit zowel hun gedrag als via de geluiden die ze maakten duidelijk hoe ik ze mijn wil op zou kunnen leggen. Op zaterdag vijftien juni was het zo ver, via de burgemeester had ik laten aankondigen dat ik die avond om acht uur met alle ratten uit de stad zou vertrekken. Op het centrale marktplein hadden zich niet alleen het voltallige stadsbestuur maar ook alle notabelen en een menigte inwoners verzameld, zonder uitzondering vervuld van ongeloof dat het me zou gaan lukken deze avond de rattenplaag tot een einde te brengen.

Tegen de tijd dat het donker begon te worden nam ik mijn fluit en blies ik de melodie waarvan ik wist dat die de ratten naar me toe zou lokken. En daar kwamen ze, uit alle hoeken en gaten van de stad stroomden ze toe, wat de mensen op het plein overigens wel enkele benauwde momenten bezorgde, omdat ze op een gegeven moment omgeven werden door een zee van de zo verfoeide en om hun voeten wriemelende dieren. Maar zo lang ik maar bleef spelen zou hen niets gebeuren en toen ik de indruk had dat alle dieren wel zo’n beetje gearriveerd waren, trok ik voorop lopend en onafgebroken de door mij speciaal gecomponeerde melodie spelend met ze de stad uit. Ik leidde ze naar een steile hoogte boven de rivier de Weser en daar liet ik ze vervolgens in springen, waarna ze allen verdronken.

Maagden lokken

Terug in de stad bleek de opluchting zeer groot te zijn en was er een waar volksfeest uitgebroken. Het deed me genoegen dat ik deze mensen mocht bevrijden van de rattenplaag en verwachtte grote dankbaarheid, die leek me wel op zijn plaats. Toen ik echter bij der Herr Ober-Bürgemeister mijn beloning ging ophalen haalde die zijn schouders op, hij vond dat ik er dermate weinig werk aan had gehad dat mijn inspanning met vijf gouden dukaten meer dan voldoende was betaald. En wat ik ook probeerde, hij was niet te vermurwen, er kwam geen sou bij.

Ziédend was ik, ik vond het een uitermate lafhartige streek van deze aristocraat en zon op wraak. Al gauw kwam ik voor mijn revanche uit bij het debutantenbal van de zestienjarige maagdjes, later deze maand op zesentwintig juni. Bij navraag bleek mij dat de meisjes daaraan voorafgaand een aantal keren een voorbereidende bijeenkomst zouden hebben. Dat bood mij de gelegenheid hen van nabij te bestuderen om een geschikte melodie te kunnen ontwikkelen waarmee ik hen zou kunnen weglokken. Want dat zou mijn wraak zijn, ik zou de adel en de gegoede burgerij hun maagden ontnemen. Niet alleen door ze te ontvoeren maar ook door ze allen te defloreren.

Al bijna een maand had ik inmiddels geen dame meer aan mijn herenstaf gehad. Het was dan ook geen wonder dat toen ik de dertien meisjes voor het eerst bijeen zag mijn driften direct opspeelden. Daar zaten ze, dertien schoonheden, in de bloei van hun leven, levenslustig, giechelend en opgewonden converserend over het nu zeer aanstaande belangrijke moment dat ze zouden debuteren. Ik besloot de melodie dusdanig te componeren dat de meisjes niet alleen vrijwillig mee zouden gaan maar ook dat ze zich met graagte door mij zouden laten ontmaagden. Ik zou ze veertien dagen lang vast gaan houden zodat ik éen meisje per nacht zou kunnen defloreren. Pas daarna zou ik hen weer laten vertrekken.

Ik besloot de meisjes naar de grot te lokken, waar ik alweer enkele weken terug op de dag van mijn aankomst in Hameln schuilde voor de regen, in de wetenschap dat die in de zomer niet gebruikt wordt en zo afgelegen en moeilijk te vinden is dat niemand ons daar zou gaan zoeken. Ter voorbereiding bracht ik er vooraf de nodige voorraden voedsel en voldoende dekens naar toe.

En zo brak de laatste dag voor het debutantenbal aan, die avond zouden de meisjes voor wat laatste voorbereidingen nog eenmaal bijeen zijn en dat was het moment waarop ik toe sloeg. Daar hun ouders en begeleiders zich in een aangrenzende zaal bevonden en het nodige feestelijke lawaai veroorzaakten, kon ik de meisjes met mijn spel ongezien weglokken. Buiten de stad bracht ik enkele dwaalsporen aan om eventuele nasporingen te bemoeilijken en zo kom ik aan bij het moment waar ik de beschrijving van deze gebeurtenis mee begon.

Zodra ik begin te fluiten staan de meisjes gehoorzaam op en in een keurige rij lopen ze achter me aan, de stad uit, zonder dat dat door ook maar éen persoon wort waargenomen.
Eenmaal aangekomen in de grot stook ik het vuur hoog op, ondertussen de meisjes de gelegenheid gevend wat aan de situatie te wennen en hun voorlopige verblijfplaats te verkennen.
Ik vertel de meisjes vervolgens wat de komende weken het programma zal zijn. Gezamenlijk zullen zij ervoor verantwoordelijk zijn dat we tijdig onze maaltijden genieten en dat de grot op orde blijft.
Vervolgens wijs ik de meisjes waar ik alle voorraden heb opgeslagen, waar de poel is om water te halen en waar ze zich kunnen reinigen, waar zich de vachten en dekens bevinden en ten slotte, heel belangrijk, hoe ze het vuur permanent moeten onderhouden om afkoeling te voorkomen.

Ik laat het even rustig tot hen doordringen. Vervolgens vertel ik hen dat ondertussen míjn taak eruit zal bestaan om steeds éen van hen tot vrouw te maken, om haar daarna een etmaal lang in te wijden in alle geheimen van de lichamelijke liefde. Ik vertel hen ook dat ik dit zal doen tot ik hen allen aan mijn staf heb geregen, waarna ik ze terug naar huis zal leiden. Met intens genoegen zie ik hoe hun ogen zich vergroten, hoewel ik eerlijk gezegd betwijfel of deze nog onschuldige ‘lammetjes’ überhaupt wel beseffen wat het is om tot vrouw te worden gemaakt. Aber gut, dat zullen ze dus wel gaan merken.

X. Zara

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Zara

Hi, fijn dat je mijn verhalen leest, ik hoop dat je ze leuk vindt.
En jouw reactie is altijd welkom!
Liefs. Zara

Dit verhaal is 7057 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

8 gedachten over “De maagdenvanger van Hameln (1/2)”

  1. Wat weer een prachtig verhaal van jou, mooi opgebouwd en elke keer zorgend voor een glimlach bij de lezer en later al lezend de opwinding waar je naartoe schrijft. Mijn herenstaf had er al veel plezier van, glimlachend omhoog kijkend.. nu al uitkijkend naar de vervolgstappen van deze fluitspeler.

    Beantwoorden
  2. Ik had mijn staf ter voorbereiding al uit mijn altijd te kleine broekje tevoorschijn gehaald, maar moet ‘m dus kennelijk nog even “vasthouden”.
    Een heel originele wending. Ik benieuwd naar de opwinding die het mij gaat bezorgen.

    Beantwoorden
    • Ik was toen echt wel oud genoeg:
      “Kunt U mij de weg naar Hamelen vertellen, Meneer.”

      (slechts een kleine correctie, maar voor de liefhebber wel cruciaal.)

    • Dankjewel voor jullie reacties.
      En Putje, die serie heb ik ook wel eens van gehoord, maar ehm…, dit zal wel ietsje anders aflopen:) X. Zara

Laat een antwoord achter aan Borrborr28 Reactie annuleren