Donderdagochtend, kwart over negen: wat een rotweer. Er staat een flinke wind vanaf zee en het regent. Fronie trapt hard maar gaat toch niet snel vooruit. Vanaf haar huis aan de Planetenlaan, een jaren zestig flatje waar ze met haar ouders woont, naar de huisbaas is het zo’n 6 kilometer. Eerst door de stad en dan nog en kwartiertje door de woonwijk. Meneer de Ridder woont in een wat ouder huis dat vroeger een garage is geweest. In de voormalige werkplaats staat zijn auto en een caravan. Meneer de Ridder heeft een paar huizen in Werfdorp. Drie verhuurt hij, een paar staan leeg en moeten dringend opgeknapt en dan de oude garage waar hij zelf woont.
Fronie kent meneer de Ridder alleen van gezicht; vader en moeder zijn niet blij met hem als huisbaas. Ze vinden hem een oude zeur die alleen op ’t geld uit is en zich nauwelijks bekommert om de huurders. De andere huurders kent Fronie wat beter; die komen wel eens langs en dan wordt er gepraat over hun leven als huurder en wat er beter moet. Met mevrouw Feenstra zijn dat meestal mopper gesprekken met haar moeder en vaak heeft Fronie de indruk dat er wat verzwegen wordt. Dan wordt er zwijgend weer een glas wijn ingeschonken. Een andere keer waren Ans en Evert Meier op bezoek. Die keer was Fronie niet aanwezig bij het gesprek maar zat in de keuken huiswerk te maken. Toen werd er gelachen bij het onderwerp meneer de Ridder. Niet uitbundig maar eerder besmuikt. En toen ze bij dat gesprekje binnenstapte hoorde ze nog net hoe Evert zei: “Die 150 euro zijn dan leuk verdiend, Ansje!” maar daarna viel het gesprek stil. Ans zat met een rood hoofd nog wat na te lachen en wenkte Evert toe om op te houden. Nou ja, het zal wel niet voor mij bestemd geweest zijn. Dacht ze toen nog.
Nu komt de rand van het dorp in zicht en dat is maar goed ook. Fronie’s kleren zijn behoorlijk nat. En een beetje koud wordt ze ook. Bij het huis van meneer de Ridder stopt ze met trappen en laat de fiets uitvieren, het erf op. “Zet maar hier, in de schuur” hoort ze de stem van meneer de Ridder uit de schuur klinken. Voorzichtig stapt ze de donkere ruimte in en schuift de fiets mee naar binnen. Daar ziet ze meneer de Ridder bij de oude kleine caravan staan. “Juffrouw Berkhout, neem ik aan?” zegt de huurbaas een beetje officieel. “Ja. Zeg maar Fronie, hoor” een schamper lachje klinkt op. “Dan mag je mij Lodewijk noemen, dame!” zegt meneer de Ridder terwijl hij zijn corduroy colbertje recht doet.
“Lodewijk?” denkt Fronie, “Ik heb nog nooit zijn voornaam gehoord”. Ze kijkt om zich heen en zoekt een plekje voor de fiets. Maar Lodewijk pakt het stuur al vast en trekt zachtjes aan de fiets: “Geef maar, Fronie, ik heb een plekje voor je stalen ros” en ze laat de fiets los. Deze verdwijnt achter de caravan en met een zachte tik rust hij tegen de achterkant. “Koffie?” Fronie is koud geworden en een bakje gaat er nu wel in. Ze knikt en meneer de Ridder duidt op de caravan: “binnen staat de koffie. En daar is’t ook warm en droog”. Terwijl Fronie zich afvraagt waarom ze niet zijn huis binnen gaan geeft Lodewijk al het antwoord. “Je zult wel denken, waarom niet in huis. Wel, Fronie, daar is het een rommeltje. En de kachel doet het niet.” Daar ook al niet denkt Fronie, de huisbaas is echt een sloddervos.
Nieuwsgierig stapt Fronie de caravan binnen. “Lekker warm” denkt ze “en netjes!” Er staat een koffieapparaat en een kacheltje loeit. Op de caravan tafel staat een kleine TV, zo eentje waar je ook DVD’s in kunt steken. De TV staat aan maar Fronie ziet alleen de achterkant. Wat er op TV is kan ze dus niet zien. Of welke DVD er draait; er ligt een stapeltje, maar in de rommel is niet goed te zien wat voor DVD’s. Op het bankje rondom de tafel ligt allerlei lectuur. Tijdschriften met kleurige foto’s.
“Hang je jas maar over de stoel, dan droogt hij beter. Je schoenen ook, misschien?” Lodewijk schuift langs haar binnen en staat achter haar, klaar om de natte jas aan te nemen. Fronie begint het natte kledingstuk van zich af te wurmen en meneer de Ridder helpt haar een beetje. Hij trekt de jas naar achter en al gauw is de jas uit. Terwijl de jas over de stoelleuning glijdt gaat Fronie zitten op de rand van de bedbank en begint haar schoenen los te maken. Intussen is Lodewijk aan het tafeltje gaan zitten en zet twee koffiekoppen klaar. Terwijl hij inschenkt en Fronie’s tweede schoen ook uit gaat, zucht het meisje. “Poeh zeg, dit is beter!” en ze schuift aan bij de tafel.
Voor de kachel begint de natte jas te dampen en Fronie kijkt wat rond terwijl meneer de Ridder een schriftje pakt. Het geluid van de TV is weggedraaid maar het beeld flikkert wel. Nieuwsgierig als ze is probeert ze onopvallend op het scherm te kijken. Maar dat lukt niet helemaal. Meneer de Ridder ziet wel dat ze zich wat uitrekt en om het hoekje probeert te kijken. “Zo, jongedame, eens even kijken.” Dan moet Lodewijk kennelijk wat opzoeken. Zo nu en dan laat hij zich afleiden door de TV en kijkt even op het scherm. Dan trekt hij een wenkbrauw op en mompelt iets van “zo, zo…”
Fronie kijkt naar de lectuur die slordig over de bank ligt gespreid. Een opengevouwen tijdschrift met foto’s van auto’s. Wat huis-aan-huis reclame folders. Een dichtgevouwen magazine in A5 formaat waar aan het voorblad te oordelen blote dames in staan. Fronie heeft zo’n blaadje wel eens in handen gekregen en toen meegenomen naar huis. ’s Avonds onder de dekens heeft ze vol nieuwsgierigheid de plaatjes bekeken. Bij het beeldverhaal heeft ze toen vol verbazing telkens sneller de scenes doorgebladerd tot aan het einde toe. Verbaasd stelde ze toen vast dat dit plaatjes kijken haar opwond. Later die nacht heeft ze het blaadje weer van onder haar kussen gepakt, het leeslampje aangeknipt en is het toen gaan lezen.
“Planetenlaan, Berkhout, de maand Oktober. Zevenhonderdvijfenzestig guldens.” Fronie kijkt hem aan en denkt: “Oh ja, geld pakken. Zevenhonderdvijfenzestig gulden? Zoveel heeft pap me toch niet meegegeven?” en ongerust begint ze te zoeken naar de enveloppe met geld. Door de zenuwen kan ze die niet zo snel vinden. “Doe maar kalm aan, meissie. Ik heb de tijd” zegt Lodewijk en kijkt hoe ze de natte jas doorzoekt. “Of moet jij nog ergens heen?”
Fronie schudt haar hoofd en zoekt zenuwachtig verder. “In m’n overhemd denk ik…” en Fronie steekt haar hand onder de trui en voelt de borstzakjes. Geïnteresseerd kijkt meneer de Ridder hoe de trui beweegt. “Doe anders je trui even uit, ’t is hier warm genoeg dacht ik.” Blij dat ze wat verkoeling kan krijgen schuift juffrouw Berkhout de trui over haar hoofd. Omdat ze dat wat haastig doet stroopt haar overhemd mee omhoog. Heel kort voelt ze frisse lucht over haar bovenlijf glijden. Dan is de trui uit en doet ze haar shirt weer goed. Met rode wangen van de temperatuur of misschien wel van de drukte kijkt ze Lodewijk aan.
“Sorry meneer de Ridder, momentje nog.” Meneer de Ridder zit gemakkelijk onderuit met een warme mok koffie en kijkt vergenoegd toe: “Lodewijk, juffrouw Berkhout, zeg maar Lodewijk!” Om in de zakken van haar spijkerbroek te kunnen zakt Fronie wat onderuit. “Zou hij mijn buik bloot hebben gezien? Jeetje wat een gedoe…” Met een rustige en diepe stem vraagt de huisbaas haar te gaan staan. Dan kun je makkelijker in je broekzakken. De caravan is in tussen goed warm geworden. Terwijl Fronie gaat staan krijgt ze het daardoor nog warmer. In haar rode hoofd echoën Lodewijks rustig uitgesproken woorden na “broek-zakken…” Nu ze staat heeft ze een beter zicht op de bank. Daardoor kan ze de blaadjes op de bank ook beter zien. Verbeeld ze het zich of liggen er alleen maar boekjes met naakte en geile scenes? Is dit de prive plek van de oude Lodewijk? En wat kijkt hij dan op z’n kleine TV-tje, ook films zeker. Daarom staat het geluid uit natuurlijk. Fronie ’s beeld vult zich met ideeën over Lodewijk, zijn caravan, zijn bezigheden en zijn…bezoek. Zou hij hier zitten voor zijn eigen gerief? Alleen of heeft hij iemand.
En dan heeft ze de doorweekte enveloppe te pakken. Met een opgeluchte glimlach gaat ze zitten, pakt haar koffie en reikt de enveloppe aan de huisbaas. “Hier meneer de Ridder… Oh, sorry, Lodewijk!”
Lodewijk schuift de enveloppe terug en kijkt haar recht in de ogen: “wil je het svp voor me uittellen, Fronie?” Nu begint Fronie zenuwachtig te worden en onhandig opent ze de enveloppe. Het natte papier scheurt als vanzelf en een beetje schuldig kijkt ze naar Lodewijk. “Als een nat vloeitje, zo sterk…” denkt hij. Een voor een komen de natte biljetten eruit. “Maak maar een mooi rijtje, hier naast het schrift, meisje.” Fronie schuift dichter naar het schriftje toe dat voor de huisbaas ligt en begint de biljetten op een keurig, zij het wat vochtig rijtje te leggen.
Door op te schuiven krijgt Fronie een zijdelingse blik op de monitor. Nog niet genoeg om goed te kijken maar wel genoeg om te zien dat er een paar mensen bewegen. Ontklede mensen, volledig naakte mensen. vrouwen en mannen. Tijdens het tellen kijkt ze telkens met een schuin oog naar het beeld. Ziet daar nu iemand die aan het pijpen is? Dan vergist ze zich bij het neerleggen van de biljetten. Opnieuw tellen. En opnieuw meegluren met Lodewijks filmpje. Meneer de Ridder geniet van het zenuwachtige tellen van Fronie. Hij ziet donders goed dat ze brandt van nieuwsgierigheid naar de scenes op TV. Zelf houdt hij in de gaten wat de acteurs op TV doen. Op het scherm ontfermt een lachende schoonheid zich enthousiast en vakkundig over een flinke jongen. “… driehonderd, vierhonderd en vijfhonderd…” En toen was de stapel al weg.
Onzeker kijkt Fronie naar Lodewijk. Die kijkt rustig TV. Zwijgend en met een glimlach bekijkt hij de scene die naar het einde gaat. Omdat het even stil is denkt Fronie even mee te kijken. Ze buigt wat verder en krijgt een vrije blik op het scherm. Net de laatste beelden: de actrice veegt met rode koontjes haar mond af en de acteur grijnst tevreden en een beetje macho naar haar. Tussen het gezicht van de man en het hoofd van de vrouw ontwaart Fronie het onderlijf van de zojuist afgezogen kerel. Gefascineerd bekijkt ze deze scene. En dan realiseert ze zich verschrikt waar ze is. Ze draait haar hoofd en kijkt Lodewijk aan. Die wendt zijn inmiddels rode hoofd naar haar en kijkt overtuigend naar zijn onderhuurder. “Nou Fronie?”
Het is duidelijk dat ze het niet weet. Hij geeft haar een balpoint en zegt: “Hier, vul maar in achter Berkhout, Oktober…” Ze neemt de pen aan en begint in het schriftje te lezen. “Feenstra, 800 gulden. 600 betaald, 200 vergoed. Vermaas, 750, 500 betaald, 250 als aanvulling geleverd. van Oosten, 675, 465 betaald, 200 erbij verdiend, Meier, 700, 550 betaald, 150 in prestatie, enz. enz.”
Fronie krijgt het nu echt warm en ze realiseert zich dat iedereen hier te weinig betaalt en de rest erbij “levert, vergoedt, presteert etc etc” Haar gedachten zijn een ronddraaiende storm van woorden en beelden. Hebben al die huurders hier in de caravan iets voor meneer de Ridder gedaan. Voor 100 tot 200 gulden? En wat dan? Draait hij erotische DVD-tjes om in de stemming te komen voor een afrekening in natura of verveelt hij zich. Of komen de huurders in persona langs om met de huurachterstand zijn tekorten in het prive leven op te vullen. Dat zal toch niet zo zijn… Feenstra, van Oosten, Vermaas en Meier. Dan dringt het langzaam tot haar door; de gesprekken met de andere huurders, het gelach, de stilte als zij binnenkwam. Iedereen doet iets extra voor de Ridder. Zou zij nu aan de beurt zijn om iets extra’s te doen voor de ongeliefde huisbaas, de toch wel sympathieke Lodewijk de Ridder? En wat dan? Zou het de bedoeling zijn dat ik hem van dienst ben -met een wipje- of iets anders misschien?
Ze kijkt op van het schriftje en ziet dat Lodewijk haar vragend en verwachtingsvol aankijkt. De storm van ronddraaiende beelden, bedragen en gezichten neemt af tot ze de twee woorden hoort die ze zojuist verkeerd begreep. “Broek-zakken…” en glimlachend kijkt ze terug naar Lodewijks ogen. Dus zo doet hij het! Daarom geen giro maar ieder maand maatwerk van een paar zenuwachtige mensen die een paar honderd gulden tekortkomen.
Met een van spanning trillende hand schrijft ze achter Berkhout: 500 betaald, 165 … Ze twijfelt. Bij zich zelf denkt ze na wat ze gaat doen. Ze kijkt afwachtend naar Lodewijk. Die kijkt haar opnieuw recht in de ogen en glimlacht haar bemoedigend toe. “Toe maar Fronie, jij hebt de pen in je handen…” Dan schrijft ze met haar meisjeshandschrift neer: “aangevuld.”
De pen komt op het schriftje te liggen en dat schuift ze over de tafel naar Lodewijk. “Alsjeblieft Lodewijk” zegt ze met een hese stem. Lodewijk knikt haar bedankend toe en bromt wat. Dan drinken ze zwijgend de koffie uit. Op het TV schermpje is een scene wisseling. De drie nieuwe partners staan, nog in de kleren, kennis te maken met elkaar. Een glas wijn in de hand. Ondertussen kijkt Fronie een paar keer naar meneer de Ridder. Hij kijkt terug. Haar ogen zijn vragend, gespannen en een beetje onrustig. Hij kijkt zelfverzekerd uit zijn ogen, een beetje fier. Hij weet dat Fronie na de koffie aan de slag moet. Hij zet de mok neer en vraagt of ze nog koffie wil. Fronie schudt van nee. “Heb je haast? Moet je weg?” Fronie schudt weer haar hoofd. Eigenlijk wil ze nu gewoon meneer de Ridder helpen en dan weg. Lodewijk staat op en loopt naar de koffiekan. Fronie kijkt hem na en slaat dan de ogen snel naar de TV. Het nieuwe drietal is al begonnen met het wederzijdse uitkleden waarbij de broek van de mannelijke acteur met voorrang naar beneden is gehaald door een van de twee dames. In gedachten repeteert Fronie de handelingen die ze ziet.
Lodewijk schenkt zichzelf nog eens in, gaat terug naar de tafel en geniet van de warme koffie. Met een glimlach kijkt hij Fronie aan: “Lekker hoor, koffie. Zeker als je geen haast hebt, zoals jij en ik..”
Van de zenuwen schiet Fronie in een volle glimlach nu ze merkt dat hij ontspannen is. Dan neemt ze het woord en meteen realiseert ze zich dat ze daarmee zijn initiatief heeft overgenomen. Ze bedenkt zich dat hij niets heeft gevraagd: niet of ze iets moet doen, wat ze moet doen… Al helemaal geen toespelingen op sex! Tot nu toe alleen maar suggestieve uitdrukkingen op papier. Wie zegt dat de anderen echt hebben aangevuld? En dan nog wel met sex? En toch opent ze haar mond: “Zal ik dan maar?” en ze beweegt haar hand naar het bovenste knoopje. Lodewijk doet net of hij het niet heeft gehoord en kijkt haar aan over zijn koffiemok. Met zijn linker wenkbrauw maakt hij een vragende boog en kijkt Fronie daarbij vriendelijk aan.
“Zal ik dan maar, Lodewijk…” en het knoopje dat ze al vast had gepakt floept los. Lodewijk lacht breeduit en zegt :”Ik drink m’n koffie nog even op hoor, ik kijk wel”. En Fronie ’s tweede knoopje is ook los. Tot haar verbazing doet Lodewijk niets. Hij drinkt z’n koffie en verdeelt zijn aandacht tussen de TV en haar half openhangende shirt. Inwendig is Fronie beledigd dat meneer de Ridder wel zijn ogen van haar af kan houden terwijl ze langzaam het shirt verder opent. “Geeft hij dan de voorkeur aan een DVD-tje met snollen boven mij?” denkt ze en knielt naast hem op de bank.
Zachtjes sprekend kijkt ze Lodewijk aan: “Laat mij eens zien wat daar zo boeiend aan is, Lodewijk” zegt ze. Lodewijk hangt iets naar rechts en Fronie kan, door zich wat uit te strekken, mooi meekijken met de scenes. Fronie’s stramme blanke borsten hangen recht boven de handen van Lodewijk. Als Fronie wat moe wordt van het schuin zitten zakken ze vanzelf in de wachtende handen van de oude kerel. Als de stevige, pezige handen zich sluiten om de meisjesborsten laat Fronie een diepe zucht. Terwijl Lodewijk stevig masserend geniet smelt de jonge meid in zijn armen. Waar ze eerste nog met wat tegenzin het harde lichaam van deze wat oudere man voelde, ervaart ze nu de groeiende stijfheid van een zware en geoefende paal tegen haar achterste.
Zowel Fronie als Lodewijk voelen elkaar en weten dat hun broek de laatste barrière is tussen elkaars opgewonden geslacht. Fronie tilt zich wat op en begint te frunniken aan de knopen en rits van har broek. De natte spijkerstof laat zich niet makkelijk afstropen, maar Lodewijk helpt wel even. Natuurlijk! Met een paar ervaren bewegingen helpt Lodewijk zichzelf uit de corduroy broek en zijn stijve pik wipt omhoog bij het afstropen. Fronie zakt terug op schoot bij de oudere man en voelt hoe ze nu naakt op zijn schoot zit.
“Kun je even je mobieltje pakken, Fronie?”. Half van de wereld pakt ze haar mobieltje en zegt vragend ja? Maak eens een selfie op video; zet ‘m maar neer voor je tegen dat boek aan zodat je gezicht er goed op staat.” Van de opwinding lukt ’t maar langzaam, maar dan ziet ze zichzelf in beeld met de rode punt van video opname. “Zo” zegt Lodewijk, “even voelen of je zover bent…”en brengt zijn knoestige rechter wijsvinger op Fronie’s pruimpje. Die houdt de adem in en ziet haar eigen verschrikte gezicht op het schermpje. Dan dringt de gebruinde en ruige vinger tussen haar lippen en een flink stukje erin. “Wow, wat is dat!” denkt Fronie en haar gezicht heeft een nieuwe uitdrukking…. De vinger floept eruit en gaat naar Lodewijks neus:
“Hmmm, heerlijk meid, dat komt goed hoor!” en dan houdt hij de bruine en harige vinger ook onder haar neus. Naast het geurtje dat ze nog niet eerder met een ander had gedeeld ziet ze ook het natte glimmen en ze moet glimlachen. Die ouwe vent weet wat er gebeurt en hij doet het gewoon met haar. “Kijk effe naar ’t schermpje Fronie..” zegt hij en net als ze goed in het scherm kijkt brengt hij voorzichtig zijn dikke, donkerpaarse, druipende eikel voor Fronie’s glimmende lippen. “Zal ik dan maar, Fronie?” zegt Lodewijk terwijl hij bij zichzelf denkt: “ ze komen allemaal wel eens afrekenen.” Fronie weet niet wat haar gebeurt als ze langzaam achteruit zakt en de ervaren, keiharde 60 jaar oude paal voelt binnendringen.
Op het scherm verschijnt Fronie’s gezicht met schele ogen in een volledige roes van geilheid. Het binnendringen van de knoestige, harde paal voelt ze centimeter voor centimeter en kijkt daarbij telkens een stukje meer geneukt. De caravan, de DVD: alles verdwijnt uit haar bewustzijn en ze absorbeert de penetratie met volle teugen. Lodewijk geniet hoe de jonge huurster op Planetenlaan het tekort van haar ouders opvult en met een geile grijns neukt hij haar.
Terug op de fiets geniet ze na van het bezoekje aan Lodewijk en ziet zichzelf in gedachten de volgende maand ook al komen betalen. Thuis wacht moeder en die vraagt, een soort van onschuldig of het gelukt is. “Mmmmm” antwoordt Fronie terwijl ze knikt: ”Oh ja hoor, alles klopte precies. En we hebben lekker koffie gedronken.” Ma weet niet precies wat ze ervan moet denken en als Fronie naar haar kamer gaat om huiswerk te maken pakt moeder de telefoon en belt Lodewijk. “Hallo Lodewijk. Volgende maand weer?”
Best een goed verhaal, goed omschreven maar was even van slag toen er een mobile telefoon met video functie bijkwam.
Zat in de vibe van guldens en dvd’s 😂
Bedankt Smaval,
goed gezien. Ik dacht dat ik Fronie’s selfie videootje verderop ergens zou gebruiken, en toen was ik “de tijd” vergeten.
Geniet van de verhaaltjes, dat doe ik ook!
stootdemper