Enkele jaren terug ging samen met Nederland het ene na het andere land in lockdown, vanwege corona. Ook India overkwam dat, waarna er in het grote land direct een enorme volksverhuizing onder de meer dan een miljard inwoners op gang kwam. Dit verhaal beschrijft hoe een aantal Nederlandse jongeren in die chaos terecht kwam. Het duurde even voordat ze zich wisten te redden maar uiteindelijk kregen ze het juist door hun isolement behoorlijk naar hun zin…
‘Hey pap.’ ‘Dag Max. Luister even goed lieverd, ik heb weinig tijd. Van de KLM heb ik zojuist gehoord dat de komende dagen steeds meer landen in het Corona-slot gaan. Jij moet in India Myrthe en haar beide vriendinnen op gaan halen.’ ….hier val ik even van stil. ‘Pap, waarom ga je zelf niet?’ ‘Kan niet, over een half uur stijg ik op van Toronto, ik moet eerst een volle kist naar Amsterdam vliegen, dat haal ik nooit, vent.’ ‘Ja, hallo zeg, en ik zit hier in Amsterdam en Myrthe en die meiden zitten ergens in India aan de voet van de Himalaya. Hoe had je dat gedacht?’ ‘Tja, sorry Max, ik weet het, maar het móet. Als India op slot gaat wordt het er een gekkenhuis en Myrthe moet daar écht voor die tijd weg zijn.’
Ohw, dit is heftig. Ik zie me dit met mijn zestien jaar niet doen. ‘Pap, dit kan echt niet, ik ben niet eens meerderjarig!’ ‘Daarom gaat Cees mee, Max. Doe ’t nou, ik weet geen andere oplossing. Op Schiphol ligt alles voor je klaar. Jullie vliegen op Lahore, Myrthe staat daar met haar vriendinnen klaar en jullie kunnen daarna direct terug!’ Ik laat het nog even op me inwerken, en dan: ‘Oké pap. Please, hou goed contact met ons!’ ‘Dankjewel Maxyboy, ik bel jou zo vaak mogelijk en doe jij het ook. Succes vent! En als er iets is ga dan naar Theo in de cockpit, hij vliegt jullie naar Lahore en ook weer terug.’
Holy shit, het zal eens niet, Myrthe weer. Myrthe is mijn tweelingzusje en ’t is dat we een jongen en een meisje zijn maar anders zou je zeggen dat we samen uit één eitje zijn gekropen. Allebei lang en slank, allebei sluik bruin haar, allebei donkerbruine ogen, zelfde koppies eigenlijk. Maar ik heb dus een piemel, Myrthe heeft tietjes en een kutje en al een paar jaar zie je onze lijven ieder langzaam maar overduidelijk een andere kant op groeien. We waren altijd heel close maar mam overleed toen we dertien waren en daarna veranderde Myrthe totaal. Ze werd dwars en bokkig en chagrijnig en pap en ik begrijpen niks meer van haar.
Pap is gezagvoerder intercontinentaal bij de KLM en is veel weg, waardoor Myrthe behoorlijk lossloeg. Ze werd punky, kwam hier in Amsterdam in de skate-wereld terecht en leerde daar een jongen kennen die in een koffiesjop werkt. Toen ze een ‘stageplek’ voor haar mbo zocht regelde hij die in Malana, een dorpje in de Himalaya in Noord-India, waar ze volgens hem de beste wiet van de wereld maken. Met twee andere meiden wilde ze daar naar toe en na veel gezeik en gezeur gaf pap haar met de grootste tegenzin toestemming. Sindsdien is het lekker rustig thuis…
Alles loopt anders
Cees is mijn neef, negentien jaar en écht de allertofste gast die ik ken. Hij woont bij ons om de hoek en altijd als pap op reis is gaan Myrthe en ik daar naar toe. Zijn pa is een broer van pap en mijn oom en tante staan altijd voor ons klaar. Ook bij hen lag Myrthe veel dwars maar oom en tante maakte het niet uit leek het wel, altijd waren we welkom en bleven ze relaxed. Cees studeert al aan de VU en ziet er übercool uit, lang, supersportief, ruige blonde krullen, felblauwe ogen, zit in allerlei disputen en zo en echt álle meiden vallen op hem, hij moet ze gewoon van zich afslaan. Zelf ben ik meer een exotisch type om te zien met mijn donkere uiterlijk, maar ook ik heb geen klagen over de meisjes, ik vind ze héél erg leuk en zij mij! Ik hoop echt binnenkort eens een keer verder te kunnen gaan met een meisje want het is wél zo dat ik nog steeds maagd ben.
Snel gooi ik voor de zekerheid een paar noodrantsoenen en mijn outdoorspul in mijn rugzak en als ik bij Cees aankom staat hij ook al klaar, zijn pa brengt ons naar Schiphol. Het vliegtuig gaat al over een uur maar gelukkig mogen wij de VIP-route nemen, dankzij m’n vader natuurlijk. Als we arriveren krijgen we allebei een knuffel van Cees zijn pa en hij vraagt ons met de hand op het hart te beloven dat we heel voorzichtig zullen zijn, en dat beloven we natuurlijk! Eenmaal onderweg in het vliegtuig kletsen Cees en ik volop of luisteren we naar muziek en gelukkig vliegt daardoor de tijd, maar toch is het een hele vlucht en iets minder dan twaalf uur later arriveren we boven Lahore. Theo roept om dat er problemen zijn, de premier van India heeft zojuist toch nog onverwacht aangekondigd dat later vandaag de lockdown ingaat en dat we wel mogen landen maar dat alleen mensen van boord mogen die niet als toerist komen, alle anderen worden niet toegelaten. De meeste mensen aan boord zijn terugkerende Indiërs maar er zijn ook veel mensen uit andere landen op doorreis naar huis die op Lahore over moeten stappen. Vooral onder hen breekt behoorlijk paniek uit want dit betekent dat bijna iedereen hier strandt of weer terug naar Nederland moet.
Zodra we geland zijn bel ik Myrthe maar kom er niet door, het hele netwerk lijkt plat te liggen. Gelukkig reageert ze wel op een simpel sms-berichtje waarin ik vraag waar ze is: ‘help Max, we kunnen al niet meer weg. Het is hier eng, please kom naar me toe!’
Cees en ik kijken elkaar verbijsterd aan, wat nou? Cees is de eerste die wat bij zinnen komt: ‘we moeten naar haar toe Max, zij en die andere meiden kunnen daar niet alleen blijven zonder hulp, wie weet hoe lang het gaat duren.’ Ik besef dat er niks anders opzit en samen lopen we naar pap zijn collega Theo in de cockpit. Als we ons probleem hebben uitgelegd belt hij met pap via hun speciale verbinding en het eerste wat ik na Theo zijn uitleg hoor is een stevige vloek, iets van ‘holy fuck, altijd weer die … meid.’ ‘Hey Joost, je zoon en z’n neef staan hier naast me’ grijnst Theo met een knipoogje naar ons, ‘even dimmen maat.’ Pap is het eens dat wij naar Myrthe gaan en Theo en hij regelen voor ons plaatsen in een binnenlandse vlucht met een helikopter die vlakbij het dorpje landt. Het is de bedoeling dat we daar snel de meiden oppikken en dan direct mee terug vliegen. In Lahore kunnen we dan een volgende KLM-vlucht terug pakken, dat regelt Theo voor ons.
De Himalaya in
We hebben de blaren op onze tong moeten praten om naar Malana te mogen doorreizen. De helikopter vliegt behoorlijk laag en onderweg al zien we dat het overal op de wegen één grote puinhoop is. De piloot vertelt dat meteen toen de lockdown werd afgekondigd ontzaglijk veel mensen aan het reizen sloeg. Miljoenen extreem arme mensen in India zijn van het platteland naar rijkere provincies of naar de steden gegaan voor werk en nou willen die allemaal naar huis want zonder werk zullen ze verhongeren. Het is dan beter terug naar je eigen dorp te reizen maar er gaat bijna niks meer, vliegen is vaak te duur, treinen vallen uit of zitten tot op het dak vol, overal staan files van uitpuilende auto’s, vrachtwagens en bussen en steeds meer mensen gaan lopen maar stranden nu onderweg. Als we bij het ieniemienie vliegveldje van Malana arriveren is het ook daar al één grote chaos, ik snap nu wel dat Myrthe al niet meer wegkwam. Overal zoeken mensen naar vervoer en gaan mensen soms zelfs met elkaar op de vuist om een auto te bemachtigen. Later wordt ons verteld dat ook hier in Malana heel veel mensen uit het zuiden in de grote wietplantages zijn komen werken en dat die nu allemaal terug naar huis willen.
We stappen uit de helikopter om Myrthe snel op te halen en we spreken met de piloot af dat we meteen daarna terug vliegen. Maar amper hebben wíj de deur van de helikopter achter ons dichtgedaan als er een menigte op af komt stormen, de piloot kan niks anders doen dan snel op stijgen. In de verte verdwijnt hij en doodongelukkig staan Cees en ik het hele gedoe te bekijken, nou zitten we er zelf middenin! Als we van de schrik zijn bekomen worstelen we ons uit de menigte en lopen we het vliegveldje af richting Malana. Daar aangekomen vertelt iemand dat de mensen die in de wietplantages werken bijna allemaal al zijn vertrokken maar dat mijn zusje en haar vriendinnen daar waarschijnlijk in de hutten zitten. Ooit waren dat schuilhutten voor als de politie een inval deed maar inmiddels worden de wietplantages al jaren gedoogd en zijn de hutten nu woonplekken voor de arbeiders geworden. En daar zit dus hopelijk mijn zusje…
De man wijst ons de weg, het is één pad dat de rivier de Malana stroomopwaarts volgt en steeds hoger de bergen in gaat, we kunnen het niet missen. Nou, dat moet dan maar, Cees en ik kijken elkaar aan want we moeten wel allebei behoorlijk de moed bij elkaar scharrelen. Gelukkig hebben we allebei eraan gedacht onze wandelschoenen aan te doen, we gespen onze rugzakken om en vertrekken richting de imposante bergen van de Himalaya die daar voor ons liggen.
Meidenkolonie
Het is een pittige wandeling, niet echt steil maar toch is het behoorlijk klimmen geblazen. Onderweg komen we veel mensen tegen, bijna allemaal mannen die zonder uitzondering de andere kant op gaan, richting Malana. Het pad voert ons langs het omlaag kolkende water van de Malana. Na een tijdje lopen we een hoger gelegen steeds nauwer wordende vallei in, de bergwanden vormen een soort wig waardoor je er als het ware ín gedreven wordt. Myrthe appte een paar weken geleden dat het net zomer is in India en dat het in het zuiden dan vaak bloedheet wordt maar het hier redelijk koel blijft. Nou, wat ons nu toch vooral opvalt is dat het in deze vallei ondanks dat we in het noorden van India zijn toch goed warm wordt, op een gegeven moment doen we net als alle mannen die we tegenkomen onze bovenkleding uit want het is echt zweten geblazen. Door de steile bergwanden aan weerszijden is er bijna geen wind en omdat de zon recht boven ons staat is het door de inspanning al snel om af te pikken.
Langzaam maar zeker komt ons een geur tegemoet die we uit Amsterdam maar al te goed kennen, cannabis, hasj, wiet. Het is een kruidig luchtje, best wel lekker en dan komt de oorzaak in beeld want hier beginnen dus de wietplantages. Zo ver als we kunnen kijken staan manshoge wietplanten: ‘ohw, dat wordt blowen Maxiboy’ zegt Cees met een grijns. Ik weet dat hij er wel van houdt maar eerlijk gezegd staat mijn hoofd daar nu totaal niet naar, ik wil mijn zusje vinden en zorgen dat ze veilig is! ‘Effe uitpuffen en m’n korte broek aandoen’ zegt Cees terwijl hij zijn rugzak met een plof op de grond zet en op een rotsblok gaat zitten. Hij doet zijn schoenen uit, knoopt zijn jeans los en trekt hem uit. Whow, wat heeft die gast een strak sportief lijf, valt me steeds weer op. Onder uit zijn rugzak vist hij zijn korte broek op, ik doe dan hetzelfde en een minuut of tien later kunnen we weer verder gaan.
Het is inmiddels op het pad heel rustig geworden, we komen bijna niemand meer tegen. Na weer zeker een half uur flink doorwandelen komen we bij een splitsing. Links gaan de velden langs de rivier nog eindeloos door maar naar rechts zien we de hoge bomen van een bos. We lopen over het pad er naar toe en daar staan tussen de bomen de schuilhutten waar de man in het dorp het over had, het zijn er behoorlijk wat. Er is echter niemand te zien maar als Cees dan heel hard ‘Hallo, volluk’ roept horen we een hoop gerammel van sloten en kettingen of zoiets. Dan wordt van een van de grotere hutten de deur open gekwakt en yés, daar komt Myrthe aangerend. Zonder af te remmen vliegt ze me om de hals waardoor we allebei bijna op de grond vallen. Ohw, ik had niet verwacht dat het zo fijn zou zijn haar weer te zien en tegen me aan te voelen, we zijn zo close samen opgegroeid en nu pas merk ik hoe ontzettend ik haar heb gemist. En dat ze me weer omhelst, dat is toch zeker al een paar jaar geleden! Ik kan het niet laten, ze heeft shorts en zo te voelen alleen een shirtje aan, ik druk haar nog even stevig tegen me aan en voel de tepels van haar behoorlijk gegroeide tietjes tegen mijn borst priemen. Het laat me niet onberoerd, zelfs als ik mijn zusje hug zijn er die hormonen.
Dan pelt Myrthe zich van me los en krijgt Cees een zelfde behandeling. Ondertussen zijn er meer meisjes uit de hut tevoorschijn gekomen, in de gauwigheid zie ik behalve Myrthe nog vier witte en drie meer getinte meisjes. Van Bella en Roos krijg ik ook een stevige hug, zij zijn de vriendinnen van Myrthe en hen ken ik al lang. Het is fijn om hen ook weer te zien en dat vinden zij duidelijk ook want ze huggen me stevig, mmm, voelt ook lekker en dat vindt geloof ik Cees net zo want ik zie een vette grijnslach. De andere meisjes stellen zich voor, twee komen er uit Duitsland, Hannah en Emilie, van hen krijgen we een dubbele kus. De drie gebruinde meisjes komen hier uit de streek, ze stellen zich een beetje afstandelijk met een lichte buiging voor en heten Azra, Sonashi en Prayu.
Na dit weerzien moeten we maken dat we hier wegkomen, het is al diep in de middag en Cees en ik willen snel terug naar het vliegveld. Ik bel Theo om te vragen of hij een nieuwe helikopter regelt maar er is zero bereik hier, holy shit. ‘Max, als je iets verderop de helling opklimt is er wél bereik’ zegt Myrthe. Samen lopen we die kant op en inderdaad, na een half uur klimmen zie ik één klein streepje op mijn phone verschijnen. Via het speciale nummer van de cockpit krijgt ik Theo direct te pakken, hij is al op de terugvlucht. Ik vertel hem dat we de meisjes hebben gevonden en of hij de helikopter wil terugsturen. ‘Nou Max, ik vrees dat dat er even niet meer in zit. Alle vliegvelden zijn inmiddels vanwege de massale toeloop van mensen gesloten. Jullie zullen het daar minstens twee weken samen moeten uitzingen want dan pas bekijkt de regering of er weer iets open kan.’
Dit is heftig en verbijsterd kijken Myrthe en ik elkaar aan, dit was dus echt niet de bedoeling! Ik zeg dat ook tegen Theo en die reageert: ‘snap ik jongen, je pa zal ook balen, maar het is niet anders. Zo te horen zitten jullie op een rustige plek, blijf veilig daar want verder is heel India één grote puinhoop. Ik zal jullie vader bijpraten, die is voor repatriatie van toeristen alweer met ’n extra grote kist onderweg naar Australië. Bel hem morgen zelf zo snel mogelijk.’ Diepe stilte, we weten het even niet meer… ‘Nou jongens, ik moet verder. Let op elkaar en hou je haaks!’ en weg is Theo.
De herontdekking van zusje
Myrthe is in snikken uitgebarsten en ik pak haar stevig vast. Ze kruipt dicht tegen me aan en ik voel hoe haar lichaam tegen het mijne schokt, ze huilt hard en alles aan haar lijf doet mee. En dan komt er alles uit, dat ze thuis na mama’s dood zo eenzaam was en daarom weg wilde maar dat het hier ook tegenviel met al die mannen die de meisjes steeds maar beloerden. ‘En ik heb jou en papa zó gemist, Max, en ik heb zo’n spijt dat ik zo’n bitch was…’ en dan is er alweer een nieuwe huilbui. Ik zie een paar meter verder een met gras begroeid open plekje en daar neem ik Myrthe mee naar toe. We gaan in het gras liggen en op haar zij tegen me aan kruipend met haar hoofd op mijn borst huilt ze verder. Ik laat haar maar, ik weet nog hoe ze als kind was en altijd al haar verdrietjes gierend eruit huilde, het gaat vanzelf over.
Omdat ik alleen mijn korte broek draag heeft Myrthes gezicht vrij contact met mijn blote borst en ik voel hoe die nat word van haar tranen. Troostend aai ik haar over haar haren en haar rug. Of ze het bewust doet weet ik niet maar vanaf het moment dat ze wat rustiger wordt ze geeft ze me kusjes op mijn borst. Verder wrijft ze met haar hand haar tranen uit over mijn huid en streelt ze me daarna onophoudelijk, van mijn navel tot boven aan mijn gezicht, alle plekjes komen aan de beurt. Ik vind het heerlijk weer zo close te zijn met mijn zusje, ik heb dat echt gemist.
Ik kroel haar wat door haar haren en kriebel haar rug, het is een bijzonder moment dat we samen zo beleven. En dan komt het hele verhaal er van de laatste maanden uit. Dat het hier zó anders is dan thuis, dat heel veel mensen hier als minderwaardig worden gezien en als een soort slaaf moeten werken, ook de drie meisjes die hier nog zijn. Dat er behalve zij bijna geen meisjes of vrouwen waren en alle mannen steeds om hen heen draaiden, dat ze zich zó onveilig hebben gevoeld. Dat sinds gisteren ineens iedereen vertrok en Myrthe papa belde, dat ze naar het vliegveld wilde gaan met de andere meisjes maar bang waren voor al die mannen die ook onderweg waren, dat ze zich daarom in de hut hadden opgesloten, dat het zo fijn is dat Cees en ik nu hier zijn ook al kunnen we niet weg. Na flink gehuild te hebben praat m’n lieve zusje nu alles van zich af en nog steeds geef ik haar alle ruimte, ze heeft het nodig!
En het mag natuurlijk helemaal niet, maar door het hernieuwde contact en door dit verhaal en door haar tranen op mijn huid en door haar gekmakende strelen groeit mijn pik tegen de verdrukking in. En op een gegeven moment krijgt Myrthe dat in de gaten, ze ziet het natuurlijk door de bobbel in mijn broek maar eigenlijk vooral omdat het kopje van mijn staaf de elastieken band van mijn shorts een stukje opduwt. Er ontstaat een kiertje waar zusje volgens mij met haar hoofd op mijn borstkas liggend recht in kijkt… Ze kroelt zich nog iets steviger tegen me aan en fluistert dan ‘mm Max, ik voel nou pas hoe ik je gemist heb. Ik ben zó blij dat Cees en jij hier zijn, we redden het samen wel, toch?’ Ondertussen blijft ze mijn buik strelen, steeds sensueler wel en af en toe voel ik hoe haar vingertoppen onder mijn broekband glippen en daar contact maken.
Van spanning en opwinding trek ik mijn buik in waardoor de kier nog groter wordt en Myrthe nog ietsje dieper naar binnen kan. En dat doet ze en uiteindelijk maken haar vingertoppen contact met mijn pik, heel subtiel maar daardoor juist zó geil, whow. ‘Hey zusje’ fluister ik na een tijdje, ‘dit kan toch niet?’ ‘Kweet niet Max, ik ben zo blij dat ik me weer veilig voel en jou bij me heb, het is toch fijn zo samen?’ En tegelijk legt ze sneaky haar vingertoppen nog verder over mijn eikel, knijpt er zachtjes in en echt, ik schaam me rot, ik kom meteen al klaar, mijn zaad in de palm van mijn zusje haar hand spuitend. ‘Ohw broertje, da’s heftig’ giechelt ze, terwijl ze me laat spuiten tot er niks meer komt. Dan brengt ze haar hand naar haar mond en likt hem af.
‘Mmm, je smaakt lekker’ zegt ze, ‘maar je kwam wel snel klaar he? Heb je het al wel eens met een meisje gedaan?’ Ik heb geen idee waar dit heen gaat, mijn zusje lijkt me behoorlijk losgeslagen. ‘Nee, en jij?’ ‘Oh ja hoor, best vaak al, jongens en soms óók meiden uit de wietscene in Amsterdam.’ Het blijft even stil terwijl Myrthe mijn zaad van haar hand likt tot die helemaal schoon is. ‘Hey Max, dat kan toch eigenlijk niet dat jij nog maagd bent. Ik ben zó blij dat je voor mij hier naartoe bent gekomen, ik wil graag wat terugdoen.’
X. Zara
Leuk begin Zara 👍