In het land der zienden… (3/3)

LIEFDE

Het onvoorstelbare gebeurt. In de stille nachtelijke uren kon ik niet voorkomen te fantaseren hoe het zou zijn om samen te komen met dit meisje, maar waar ik niet aan mocht denken omdat haar leven aan God is gewijd. Maar nu wil ze zich dus met mij verenigen en ik kan me niet voorstellen dat de goede God daar bezwaar tegen heeft. Ik neem haar in mijn armen, haar zachte lijf tegen me aantrekkend, haar lichaam waarvan ik me afvroeg hoe het zou voelen.

Ik streel haar rug terwijl Imáren trillend in mijn armen ligt en ik ga daar net zo lang mee door tot ze rustig wordt en zich over durft te geven aan ons contact. Na een tijdje duw ik haar zachtjes op haar rug om haar te verkennen, om eindelijk met mijn handen alles van haar lichaam te mogen voelen. Tegen iedere verwachting in droomde ik hiervan en hier ligt ze nu, bereid om mij en mijn lans te ontvangen. Mijn lans, die gereed en verlangend is om dit meisje binnen te gaan.

Imarén ontmaagdt zich

Nu Imáren eindelijk bevrijd is van het habijt en de novicenkap voel ik voor het eerst haar haren. Ze zijn lang, dik, krullend en genietend laat ik ze als een waterval tussen mijn vingers door glijden. Haar gezichtje is fijn besneden, langzaam en teder laat ik de toppen van mijn vingers over haar voorhoofd, haar gesloten ogen, haar kleine neus, haar wangen en haar volle lippen glijden, die op het moment van contact een kusje tegen mijn huid geven. Ik kan niet anders dan haar kusje te beantwoorden en buig me over haar heen, een beetje op de tast haar lippen zoekend met de mijne. Al gauw hebben die elkaar gevonden en de zachtheid die ik nu beleef is niet te beschrijven.

Terwijl ik op mijn rechterzij naar haar toe lig beweeg ik mijn linkerhand over haar lichaam. Ze is een tikje te mager als je het mij vraagt, het nonnenleven is misschien wel wat hard voor haar. Haar buikje is ultraplat en ze beweegt het wat schokkerig als ik er overheen streel. Haar kleine borsten voelen als stevige bolletjes, de tepels fier omhoog. Ik streel ze en knijp er zacht in, ik voel hoe Imáren huivert en haar lichaam wat strakker tegen me aan duwt. Dan ga ik met mijn hand verder omlaag, over haar buik richting de plek waar haar benen bijeen komen, naar haar gleufje dat daartussenin op mij wacht. Zachtjes trek ik haar linkerbeen wat opzij en streel met mijn volle hand over haar plooien, ik voel hoe glad ze daar al is van haar vocht. Voorzichtig beweeg ik mijn middelvinger tussen de lipjes en haal hem door haar gleufje omhoog tot ik haar meisjesbultje voel. Ik wrijf daar tegenaan, ik voel hoe het reageert en hoe Imáren zich vervolgens tegen mijn hand aanduwt.

Ik ga languit op Imáren liggen en beweeg me over haar lichaam omlaag, tot ik met mijn gezicht tussen haar benen ben aangeland. Ik spreid haar benen, breng mijn tong tussen haar gleufplooien en lik ze uit elkaar. Een tijd lang bewerk ik haar zo, iedere keer ook haar bultje likkend, met als gevolg dat ze steeds meer onder mijn aanrakingen kronkelt, haar gleufje stevig tegen me aandrukkend. Haar sappen ruiken en smaken heerlijk! Als ze er helemaal voor klaar is schuif ik me weer naar boven, onderweg nog een keer haar heerlijke stevige borsten koesterend. Als ik me dan uiteindelijk tussen Imáren’s benen nestel en mijn lans voor haar gleufje breng hoor ik hoe ze een beetje angstig inademt.

‘Wat is er, Imáren?’ Ze aarzelt even en dan: ‘Doe je voorzichtig?’ Och, mijn lieve nonnetje. Als antwoord pak ik haar stevig beet en draai me met haar op mijn rug, zodat zij op me komt te liggen. ‘Weet je Imáren’, fluister ik, misschien moet jij dan maar het initiatief krijgen. Schuif je maar rustig op mijn lans en dan voel je zelf het beste hoe het gaat.’ Imáren kijkt me verbaasd aan, geeft me dan een zoen. Ze spreidt haar benen en duwt omlaag tot ze mijn lans raakt, waarna ze het kopje opzoekt met haar gleufje. Daarna schuift ze zich er een stukje overheen, ‘ohw’ kreunend. Ze is zó lief…

Dan schuift ze haar schachtje steeds verder over mijn lans, tot ik merk dat ze hapert en zelfs helemaal stopt. ‘Doet het pijn?’ vraag ik. Ze knikt en ik merk hoe ze moeite doet verder over me heen te komen, maar het lukt haar nog niet. ‘Kom weer een stukje omhoog, Imáren en duw je dan ineens hard naar beneden, je zal echt even moeten doorzetten. Of zal ik het doen?’ Ze schudt nee en doet vervolgens wat ik heb gezegd, ze schuift zich bijna van mijn lans en drukt zich dan ineens heftig er weer overeen. Een beetje helpend beweeg ik tegelijk mijn bekken omhoog zodat mijn lans haar wat tegemoet komt en dan lukt het, ik voel hoe ze ineens helemaal over me heen schuift en ik diep in haar ben aangekomen. Ik hoor haar snikken, til haar gezichtje op en kus haar tranen weg, terwijl ik haar over haar rug en billen wrijf om haar op haar gemak te stellen.

Als Imáren een beetje is bekomen van de emotie en de pijn begint ze zachtjes over mijn lans op en neer te schuiven, ik merk dat ze er langzaamaan wat plezier in krijgt. Af en toe ontsnappen haar wat kreuntjes en dan duurt het niet meer lang voordat ze een eerste extase op mij beleeft. Ik stimuleer haar om door te gaan, streel haar waar ik maar kan, bewerk tussen onze lichamen in haar tepels, knijp ze wat en het werkt, Imáren blijft lang komen.

Dat is het moment om aan mezelf te gaan denken. Ik klem haar weer goed tegen me aan en draai me met haar om, spreid haar benen en schuif me diep in haar. Dit kleine mooie slanke nonnetje dat nu weerloos onder me ligt roept behoorlijk wat instincten in me op, ik wil haar nu echt graag lang en diep doorboren, haar helemaal tot de mijne maken. Imáren weet geloof ik niet goed wat haar overkomt nu ik zo het initiatief heb overgenomen, maar dat went wel voor haar.

Ze voelt heerlijk nauw en met het grootste plezier drijf ik mijn lans steeds weer in haar. Het fijne is dat Imáren ondertussen goed in haar extase blijft, ze heeft er talent voor en niet lang daarna stort ik voor het eerst mijn zaad in haar. Vooraf vertelde ze me dat haar maandstonden nog maar net voorbij zijn, dus is het veilig. We genieten van elkaar zo lang als het kan, maar als we horen dat de Metten bijna zijn afgelopen vertrekt Imáren snel, met de vurige belofte dat ze vaker mijn bed zal bezoeken.

Leven zonder Imáren

De zes maanden zijn uiteindelijk voorbij gevlogen en totaal onverwacht is er ineens een koets de oprijlaan opgereden die mij naar Firenze gaat brengen, naar de professore, om mijn ogen te checken. In vliegende haast helpt Imáren me het meest noodzakelijke in te pakken en omdat zowel de Moeder-overste als de man die mij moet begeleiden er met hun neus bovenop staan houd ik het eenmaal buiten bij een korte beleefdheidsgroet, waarna we in vliegende vaart vertrekken.

In Firenze blijkt dat het zo is als ik al dacht, mijn ogen zijn alleen maar slechter geworden en de professore concludeert dat ik er mee zal moeten leren leven. Op zijn best zie ik soms goede contouren als iets of iemand het zonlicht achter zich heeft, verder is alles meestal wazig, alsof het heel mistig is en je door de nevel alleen dichtbij wat schimmen ziet bewegen. Omdat hiermee de behandeling is afgelopen word ik tot mijn schrik niet teruggebracht naar het klooster, ik zal weer thuis gaan wonen. Ik vind het verschrikkelijk dat ik hierdoor geen fatsoenlijk afscheid heb kunnen nemen van Imáren en van de paar andere mensen die ik in het klooster heb leren kennen.

In het begin gaat thuis iedereen heel voorzichtig met me om, maar als ze merken dat ik me redelijk goed red en meestal zonder al te veel problemen mijn weg wel vind herneemt mijn gewone leven zijn gangetje. Mijn enige heel erg grote probleem is dat ik eigenlijk Imáren ontzettend blijf missen. Natuurlijk, zeker ook het samenvoegen van onze lichamen tijdens die heerlijk nachten samen mis ik, maar daar heb ik hier wel alternatieven voor. Onze kamermeisjes zijn zoals altijd heel gewillig en nu ik eenmaal de smaak van mijn lans in meisjes steken te pakken heb weet ik al snel enkelen van hen regelmatig in mijn bed te krijgen.

Maar daar blijkt het niet om te gaan, wat ik vooral mis is de aanwezigheid van Imáren in mijn leven, haar lieve giecheltjes, hoe ze ondanks de beperkingen van het kloosterleven toch heel positief in het leven staat, maar vooral mis ik haar aan mijn zijde, hoe ze me hielp weer een gelukkig mens te worden. Daarom besluit ik na enkele maanden van verlangen naar haar om de lange geheime trap af te dalen naar de koeienschuur, rond de tijd dat ze meestal de koeien melkt. Gelukkig vind ik vanuit onze wijnkelder in de gewelven zonder al te veel moeite de ingang naar de trap en na een kwartier van eindeloos veel tredes kom ik voor de gesloten deur naar de stal te staan.

Met veel moeite weet ik het hooi dat er tegen opgestapeld ligt zo ver te verschuiven dat ik me door een kier kan wringen. Eenmaal binnen merk ik aan alles dat ze er nog niet is, de koeien loeien als ze mij horen onrustig, het teken dat hun uiers nog vol zitten. Bijna uit de macht van de gewoonte toen ik hier verpleegd werd loop ik naar de plek waar de emmers altijd staan. Als ik onder de eerste koe ben gezeten melk ik haar in snel tempo, genietend van het geluid en de geur van de harde straaltjes melk en van de rustgevende geluiden van de buik waar mijn hoofd tegenaan rust.

Ik heb net nummer twee van de drie koeien leeg gemolken als Imáren arriveert en een verrast gilletje laat horen. Ik laat de derde onrustig loeiende koe voor wat ze is, sta op en meteen daarna voel ik hoe mijn lieve nonnetje zich tegen me aan perst. Dit heb ik zó gemist en op hetzelfde moment besluit ik dat ik Imáren in mijn leven wil hebben, voorgoed. Nadat we zijn uit geknuffeld gaan we in het hooi liggen en zoenen we elkaar tot we allebei buiten adem zijn. Verder durven we niet te gaan en als we daarna wat aan het praten raken vertel ik Imáren hoe graag ik met haar zou willen trouwen. Opnieuw perst ze zich tegen me aan, wat mij een duidelijk antwoord lijkt. Hoe we het gaan doen weet ik nog niet maar dit meisje wordt mijn echtgenote!

De Pauselijke zoutoorlog

Enkele maanden gaat het zo door, meerdere keren per week daal ik de lange trap af naar de koeienschuur, waar ik dan de koeien melk tot Imáren er is, waarna we een tijdje knuffelen en eindeloos veel met elkaar praten. Wat blijkt is dat we liefst allebei een boerderijtje zouden willen hebben, met daarin onze kindertjes en wat dieren om ons heen.

Maar juist in de periode dat ik dit met madre wil gaan bespreken loopt de ruzie met de Paus in Roma hoog op en trommelt padre me op om mee te gaan naar het Vaticaan, in een poging het tij nog te keren. Bij terugkomst blijkt de hele stadsraad van Signores het eens te zijn met mijn broer Giacomo dat de zoon van de Paus Perugia zal gaan aanvallen. En dus beginnen de voorbereidingen om een belegering vanuit Roma te doorstaan. Het lukt me in die drukke tijd nog één keer om naar Imáren te gaan en ik beloof haar plechtig dat ik zal terugkomen. Gelukkig hoef ik me bij een belegering geen zorgen om haar te maken, de Paus zal het klooster dat buiten de stad staat absoluut met rust willen laten.

En inderdaad, enkele maanden nadat we in Roma waren staat Zijne Eminentie Cardinale Pierluigi Farnese met een grote Pauselijke legermacht voor de poort van Perugia en eist hij binnengelaten te worden. Het wordt een felle strijd die er toe leidt dat de stad ruim een maand wordt belegerd. Als gaandeweg duidelijk wordt dat Pierluigi Farnese zal gaan winnen is het totale paniek in de stad en dan blijkt het een heel groot geluk te zijn dat Imáren mij ooit die geheime gang wees. Vooral de adel en notabelen weten dat ze voor hun leven moeten vrezen en willen graag hun vrouwen en kinderen in veiligheid brengen. Dagenlang breng ik in kleine groepjes vrouwen en kinderen via de lange pikdonkere trap naar beneden, naar het klooster. Daar worden ze liefdevol opgevangen, terwijl boven in de stad hun mannen en zonen en broers achterblijven.

Als er uiteindelijk niemand meer naar beneden hoeft te worden gebracht kan ik verder niks meer doen en met pijn in mijn hart laat ik padre, mijn broer en alle andere mannen die ik ken achter, vechtend voor hun leven. Nadat farnese de stad heeft ingenomen laat hij als straf de adel van Perugia zelf de daken van hun palazzi slopen, waarna hij op de fundamenten en restanten van de woningen een groot fort laat bouwen, het Rocca Paolina, als teken van de Goddelijke én de Wereldse macht van Paus Paulus III.

In het klooster krijgen madre en mijn zus samen precies zo’n cel als waar ik die zes maanden alleen in lag. Al gauw leren ze Imáren kennen en als ik madre na een tijdje vertel dat zij mijn grote liefde is geeft ze me na enig aandringen haar zegen, in de wetenschap dat echt álles anders is geworden en de oude verhoudingen op hun kop staan. Madre doet vervolgens een goed woordje voor ons bij Moeder-overste en ook zij geeft zonder al teveel problemen toestemming dat Imáren uitreedt, waarna we nog diezelfde dag door de rector van het klooster worden getrouwd.

En zo delen ook wij uiteindelijk een cel, niet ver van die van Madre en mijn zus, een piepkleine ruimte maar die groot genoeg is voor ons tweeën, omdat er een bed in staat, wat nu alles is dat we nodig hebben. Hoe het verder gaat weten we niet, maar als de rust in de stad weerkeert zullen we vast ergens door iemand een pachtboerderijtje gegund krijgen. Tot die tijd werken we op het bed ijverig aan ons andere grote doel, aan het krijgen van de kindjes die we graag in dat boerderijtje zullen laten opgroeien.

Dankjewel dat je dit verhaal las. De liefdesgeschiedenis van Francesco en Imarén heb ik verzonnen, maar de belegering van Perugia heeft echt plaatsgevonden. Ook is het echt gebeurd dat Pierluigi Farnese als zoon van de paus de lokale adel de daken van hun palazzi liet slopen en vervolgens daar een nieuwe stad en fort op bouwde. Als je ooit in de buurt van Perugia komt kun je daar nog steeds de oude en dus volledig overdekte benedenstad bekijken.

X. Zara

Wat vond je van dit verhaal?

Aantal stemmen: . Gemiddeld cijfer:

Nog geen cijfer, ben jij de eerste ?

Geschreven door Zara

Hi, fijn dat je mijn verhalen leest, ik hoop dat je ze leuk vindt.
En jouw reactie is altijd welkom!
Liefs. Zara

Dit verhaal is 5089 keer gelezen.
Reageren? Leuk! Houd het aub on topic en netjes, dankjewel!

2 gedachten over “In het land der zienden… (3/3)”

  1. Prachtig Zara. Leuk dat je er echte geschiedenis in verwerkt hebt. Het iets verder uitwerken van de voorgeschiedenis en wat er daarna gebeurde zou een erg leuk en mooi boek kunnen opleveren. De 16de eeuw is ook voor de Nederlanden een bewogen periode met vast ook hele mooie erotische verhalen. Ofschoon zoals je het nu geschreven hebt … een roman is en in welke roman komt er geen erotiek voor?
    Ben benieuwd naar je volgende verhaal. Sukses. 😘

    Beantwoorden

Plaats een reactie