VERLIEFD
We hebben de grootste lol in het water, terwijl we elkaars blote lijf aanraken waar het maar valt aan te raken. Op een gegeven moment pakt Louis mijn hand en sleurt hij me zo ongeveer het water uit. Als we weer op de rivieroever staan zie ik de reden waarom, zijn queue staat erg hard voor hem uit naar boven te wijzen en maman heeft me verteld dat een jongen in die toestand hem dan in een meisje wil steken. Louis legt me op het kleed dat hij meebracht en bedekt me helemaal met zijn lichaam. Zonder er bij na te denken doe ik mijn benen wat uit elkaar en ik voel hoe zijn zwaard tussen de lipjes van mijn gleufje terecht komt. Louis kijkt me aan en vraagt ‘ma chère, ça va? Gaat het liefje?’ Ik knik terwijl ik geniet van zijn mooie gezicht zo dicht bij mij. ‘Mag ik in je komen?’ Ik geef antwoord door hem tegen me aan te trekken en mijn benen verder uit elkaar te doen.
Jeu d’amour
Langzaam schuift Louis zijn queue in me, een beetje kreunend. Terwijl ik voel hoe hij in me komt kijkt hij me aan en zegt ‘ohw, ma chère Valérie.’ Ik weet gewoon niet wat me overkomt. Het voelt alsof er iets in me komt wat altijd ontbroken heeft, alsof ik pas nu volledig word. Ik voel hoe Louis steeds dieper in me glijdt maar dan niet verder kan komen. Louis komt omhoog op zijn armen, kijkt me aan en zegt: ‘Valérie, ik moet je nog open maken, monsieur Bontemps heeft me uitgelegd hoe dat moet. Het kan wel een beetje pijn doen. Mag ik?’ Zie je wel, ik had het goed aangevoeld dat monsieur Bontemps hiervan wist. Maman had me er ook al over verteld, dat het pijn kan doen, maar ik vertrouw Louis volledig. Ik knik en trek hem weer tegen me aan, voel hoe de haartjes op zijn borst een beetje over mijn tepels schuren.
Louis trekt zijn queue ietsje uit me terug en duwt hem dan ineens weer heel hard bij me naar binnen. Het doet wat pijn maar het voelt tegelijk fijn dat hij nu ineens veel dieper in me is. ‘Hoe is het, liefje?’ vraagt Louis fluisterend, met zijn gezicht weggedoken in mijn lange haren, die met hun roodblonde kleur zo afsteken tegen zijn lange donkere krullen. ‘Het doet een beetje pijn Louis, maar verder is alles goed’ fluister ik terug, en dat klopt, want de pijn weegt niet op tegen het oneindig fijne gevoel dat ik Louis bij me heb en dat hij nu helemaal in me is.
Zachtjes begint Louis op en neer te bewegen in mijn gleufje en al snel verdwijnt de pijn, er komt een fijn gevoel voor in de plaats, alsof hij me daarbinnen overal kriebelt en mijn fijnste plekjes aanraakt. Ik doe mijn benen weer om zijn heupen en eigenlijk is het vanaf dat moment alsof alleen wij er zijn op aarde, zo met ons tweeën op dit groene eilandje. Er is geen Frankrijk, er is geen koninkrijk, er is alleen het kabbelende water, de natuur en de vogels die om ons heen allerlei geluidjes maken. Op de een of andere manier raak ik heel erg bewust van al die geluiden, terwijl Louis zachtjes hijgend en kreunend keer op keer in me komt en me totaal weet te betoveren, alsof ik helemaal in hem opga. Ik doe mijn benen nog verder omhoog en uit elkaar, het liefst zou ik Louis helemaal in me opnemen en hem nooit meer laten gaan, zodat ik hem niet meer hoef te delen met al die miljoenen onderdanen.
Ik heb al wel vaker kriebels gehad in mijn lichaam en als ik in bad zat wat gespeeld met mijn gleufje. Maar dit is zó anders, wat ik zelf deed lijkt er niet eens op. Zoals louis me nu meeneemt hierin, ik kan niet begrijpen dat het zó fijn is. Louis gaat steeds heftiger in me op en neer en begint tegelijk ook meer te kreunen. Dan vraagt hij ‘Valérie, mag mijn zaad in je komen?’ Ik kijk Louis aan en zeg ‘ja Louis. Maman heeft me ervan verteld en gaf me er iets voor.’
Dan lijkt het of bij Louis alle remmen er afgaan, hij begint ontzettend hard in me op en neer te gaan, iedere keer komt zijn botje daar beneden tegen het mijne, ik schud er gewoon van. Het is hard en een beetje gemeen ook zoals hij te keer gaat en toch voelt het ook heel fijn, ik wil niet dat dit ooit nog ophoudt. Diep in me gebeurt er van alles, alsof al die fijne plekjes bij elkaar komen en één groot vuurtje in me ontsteken. Na een tijdje kreun ik gelijk op met Louis, tegen zijn ritme in duw ik me steeds harder tegen hem aan en net als Louis zijn zaad in me spuit voelt het alsof ik uit elkaar spat, alsof ik in kleine stukjes opga in Louis, alsof wij in álles bij elkaar komen.
Hijgend komen we tot rust en als Louis dan op zijn armen steunend me aankijkt neem ik zijn gezicht tussen mijn handen en kus ik hem, onze tongen vinden elkaar en langzaam, heel anders dan daarstraks, draaien ze om elkaar heen, alsof we samen in onze monden een liefdesmenuet opvoeren. Dan gaat Louis van me af en naast elkaar liggend, hand in hand, genieten we na en laten we het zweet op onze lichamen opdrogen. ‘Louis…’ zeg ik, ‘… dit was het mooiste wat ik ooit heb meegemaakt.’ En ik draai me naar hem toe en kus hem over zijn hele gezicht. Louis draait zich op zijn zij tegen me aan en zo liggen we heel lang na te genieten, zijn buik tegen mijn buik en zijn borst tegen mijn borsten, elkaar strelend en aaiend. Pas als het donker begint te worden spoelen we ons schoon in het water en gaan we terug naar het paleis.
Versailles in aanbouw
Sinds die tijd zien we elkaar toch zeker een paar keer in de week en gaan we samen op pad, wandelen, paardrijden, een ritje maken. En bijna altijd ook komen we daarna in het bed van Louis terecht, of komen onze lichamen ergens buiten in de natuur samen. Ik vraag me allang niet meer af waar dan de musketiers blijven, maar ik denk toch echt dat ze in het geniep al heel wat hebben zitten meekijken. Echt wonderlijk dat dat Louis totaal niet lijkt te raken, al die pottenkijkers om hem heen, voor hem is het gewoon alsof ze er niet zijn.
Met maman heb ik gepraat over het aanbod van Louis om ons een Domaine en een toelage te geven, en het leek alsof maman op dat moment meteen enkele jaren jonger werd. ‘Oh, Valérie, dit is een prachtig geschenk. Wat is hij toch een lieve jongen, natúurlijk nemen we dat aan. Hij heeft goed gezien dat ik moe ben en rust nodig heb.’ En dus zijn we een keer samen met Louis en zijn bouwmeester naar het Domaine gegaan en hebben we met ons vieren bekeken wat er aan het al jaren leegstaande landhuis en het park moet worden opgeknapt, waarna de bouwmeester dat allemaal op kosten van Louis voor ons is gaan regelen. Het gaat een klein jaar duren voordat ons landhuis klaar is, omdat Versailles ook veel tijd en aandacht vraagt, maar zodra het huis op orde is trekken we erin. Vanaf dat moment zal de toelage ingaan en ben ik comtesse.
Ergens in die lange warme zomer vraagt Louis me op een avond of ik de dag erna eens meega naar Versailles om samen de verbouw van het jachtkasteel te bekijken. Het is vanaf Chateau Saint Germain naar Versailles zo’n tien kilometer. Het is mooi weer en Louis heeft het rijtuigje laten inspannen. Nadat we zijn ingestapt zet hij de paarden in draf en doen we er maar een half uur over. Als we bij het jachtpaleis aankomen ben ik eigenlijk best wel geschokt. Het is er één grote puinhoop en ik herken het amper. Het kasteeltje ís er nog wel maar Louis laat er zo ongeveer een heel nieuw gebouw omheen zetten. We wandelen om het bouwcomplex heen en overal geeft de bouwmeester of Louis uitleg. Ook laat Louis zien waar in het centrale deel koninklijke appartement komt met daarnaast zijn slaapvertrek en daarnaast weer het appartement van zijn toekomstige koningin.
Valérie is kritisch
Dan, na een tijdje, vraagt Louis: ‘en Valérie, wat vind je er van?’ Eigenlijk ben ik totaal overdonderd, wat er in die bijna drie jaar hier allemaal is gebeurd is niet te bevatten. Maar ook ben ik verbijsterd dat er van het ‘oude’ Versailles al bijna niks meer over is. Het voelt daarom nogal dubbel, ik vind het mooi wat Louis laat bouwen maar het kleine kasteel in de natuur dat we hier ooit aantroffen is nu wel vér te zoeken. En dan worden er ook nog, in de tuin, of wat daar van over is, grote vijvers gegraven, overal zijn lange strakke paden aangelegd of in wording, en ik weet het echt niet wat ik er van moet vinden. Het is allemaal ‘magnifique’, maar het is óók helemaal niet meer wat het was.
Louis ziet mijn reactie en wordt er een beetje stil van, hij had meer enthousiasme verwacht, denk ik. We zoeken een plekje achteraf, in de schaduw van een boom, om rustig te kunnen praten. Een van zijn bedienden legt er een kleed voor ons neer en we gaan daar naast elkaar op liggen, eerst een tijdje in stilte. Dan zoekt Louis met zijn hand die van mij en als we zo met de handen in elkaar liggen vraagt hij: ‘et alors Valérie, zeg het eens?’ Ik vertel Louis hoe het allemaal op me overkomt…
‘Weet je Louis, in onze jeugd heb je vaak genoeg verteld dat je grandeur wilt, dat alles om je heen magnifiek moet zijn. Niet voor jezelf maar omdat volgens jou de mensen een Kóning willen zien. Ik snap dat wel maar overdrijf je nu niet een beetje?’ Ik hoor Louis bijna nadenken en dan komt er een heel verhaal. ‘Alors Valérie, mijn maman zegt ook wel eens dat ik een beetje kan doordraven. Maar ik heb hier echt goed over nagedacht. Ik wil alléén kunnen regeren, daar heeft God mij voor uitverkoren. Dan moet ik toch de grandeur ontwikkelen die bij een door god gezonden monarch hoort?’
Louis en zijn koninklijke plannen
Eigenlijk hoor ik niks nieuws, maar dan gaat Louis verder. ‘En er is nog iets anders, ma chère. De adel in ons land gaat zijn eigen gang. Als het ze uitkomt erkennen ze de koning, zeker als hij voor hen de oorlogen voert om het land te behouden of groter te maken. Maar verder houden ze het liefst alle geld in hun zak en betalen ze er hun eigen kastelen en hun decadente feesten mee.’ Ik moet er van giechelen en reageer door te zeggen dat hij dan toch zijn belastinginners kan sturen? ‘Zo simpel is het niet, Valérie, die laten ze alle hoeken van hun kastelen zien. Non, ik heb iets anders bedacht. Ze komen allemaal híer wonen.’
Alors, nu wordt ineens duidelijk waarom hij het hier zo groots aanpakt. ‘En hoe ga je dan zorgen dat ze hier komen, Louis?’ Louis draait zich dan op zijn zij naar me toe, leunt met zijn hoofd op zijn elleboog, kijkt me lang en diep aan en bijna zwoel fluistert hij ‘zoals ik jou ook heb gekregen, door ze te verleiden.’ Dit is nou zo leuk aan hem, het ene moment is hij de plechtige koning en dan weer is hij Louis de jongen die ik zo goed ken en waar ik verliefd op ben. Ik geef hem een kusje op zijn lippen maar zeg dan ‘ehm, zo gemakkelijk kom je niet van me af, hoor. Hoe doe je dat dan?’
Louis blijkt al een heel plan te hebben. Hij verwacht dat rond zijn twintigste het kasteel wat betreft de eerste fase klaar is. Hij gaat dan om dat te vieren een reeks grote spectaculaire feesten geven en nodigt daarvoor gericht mensen uit. Iedereen met een adellijke titel die komt krijgt een appartement in het kasteel aangeboden, voor verblijf tijdens de feesten maar ook daarna mag men dat gebruiken, om bij het hof te kunnen horen dat Louis in Versailles gaat opbouwen. ‘Het moet zó worden, Valérie, dat mensen niet meer weggaan omdat ze er dan niet meer bíj horen. Ondertussen bouw ik verder aan het kasteel en zorg ik dat ook de adel die dan nog niet heeft toegehapt komt, zo nodig dwing ik de laatsten. Ik heb al een heel plan om als ze hier eenmaal wonen mijn macht over hen te vergroten, hun snode plannetjes in de gaten te kunnen houden en grip te krijgen op hun geld. De schatkist heeft geld nodig en dat gaan zíj mij hoe dan ook leveren.’
Als dit allemaal tot me doordringt kan ik niet anders dan groot respect hebben voor Louis. Wat moet hij zich al met grote zaken bezig houden terwijl hij toch net als ik nog maar zestien is…
‘Nu begrijp ik wat je aan het doen bent Louis en ik vind het knap van je.’ Op louis zijn gezicht breekt een brede glimlach door en hij geeft me een liefdevol kusje. ‘Maar ehm, Louis, toch nog even één ander ding…, weet je nog dat maman het had over de mensen die in je koninkrijk wonen? Dit hier gaat allemaal over de adel maar wat ga je voor hen doen? Ben je de laatste tijd nog in Parijs geweest? Heb je gezien hoe zij moeten leven, in armoede en met al die viezigheid die ze nergens anders dan op straat kwijt kunnen?’
Louis draait zich met een diepe zucht van me af en antwoordt, op zijn rug liggend ‘zo ken ik je weer Valérie. Ik kan toch niet alles tegelijk? De mensen leven al zo lang zo en ze redden zich nog wel een tijdje hoor.’ Ik ben bang dat Louis dat verkeerd ziet. ‘Louis, jouw vader heeft al die jaren niks gedaan om het leven van de mensen in dit land te verbeteren. De Kardinaal en je moeder hebben het er ook niet beter op gemaakt en volgens mij is monseigneur Mazarin inmiddels zelfs de rijkste man van het land. Maar, wie zijn die mensen denk je die dat voor hem bij elkaar hebben gewerkt? Kan je de Kardinaal zijn geld niet beter afnemen om er goede dingen mee te doen voor de hard werkende mensen van ons het land?’
Louis zucht nog een keer diep, denkt even na en dan, half grappend, half serieus: ‘weet je Valérie, Kardinaal Mazarin is nog steeds te machtig, ik moet mijn tijd afwachten. Of, misschien moet ik jou maar mijn koningin maken? Dan kan jíj hem aanpakken en tegelijk mij gaan helpen in plaats van alles beter te weten.’ Even weet ik niet wat ik van dit grapje moet denken maar dan realiseer ik me dat Louis koning is en ik niet, en dat we dat maar zo moeten zien te houden.
Bosrijke liefde
‘Je hebt gelijk Louis, ik zal me er niet te veel mee bemoeien’ zeg ik, ‘jij bent ten slotte de koning, het is jóuw plan. Ik vertrouw op je, dat je goed voor het land gaat zorgen.’ En dan, een beetje giechelend: ‘maar ga wel ergens ánders een koninginnetje zoeken, want ik ga dat niet worden.’ Louis lacht, knikt en vindt het dan geloof ik wel mooi geweest, hij springt op en zegt: ‘viens Valérie, we gaan wandelen, naar het meertje in het bos, dat is er nog steeds.’ Ohw, het meertje waar we met Philippe waren en waar ik de koninklijke broertjes voor het eerst bloot zag. Hand in hand lopen we door de tuinen waar overal volop wordt gewerkt, richting het bos, met in ons kielzog de eeuwige musketiers.
Zodra we het bos bereiken zijn de geluiden van het werk aan het kasteel en in de tuinen niet meer te horen en langzaam voel ik me weer tot rust komen in de stilte van de natuur. Hand in hand lopen we genoeglijk steeds dieper het bos in, op zoek naar het meertje dat toch niet meer zo gemakkelijk te vinden is. ‘Valérie, kijk!’ fluistert Louis ineens. Ver voor ons uit zien we een groepje reeën het pad overschieten en Louis wil graag even die kant oplopen, om te zien of daar een spoor loopt, voor als hij ooit op jacht gaat. Er blijkt inderdaad een dierenpad te lopen en als we dat het bos in volgen komen we tot onze verrassing bij het meertje, de reeën die het als drinkplaats gebruiken hebben ons er heen geleid.
Het is nog steeds bloedheet en zonder dat we iets tegen elkaar hebben gezegd kleden we ons allebei tegelijk uit. We zijn inmiddels goed gewend om elkaar bloot te zien maar toch, iedere keer weer geniet ik er van om naar Louis te kijken. Hij is echt heel knap, met die dikke donkere krullende haren die steeds langer worden en zo mooi om zijn gezicht met die donkere ogen vallen, zo heel anders dan mijn groene ogen en de rood-blonde kleur van mijn toch ook wel lange haren. Louis heeft mij ook al vaak complimentjes gegeven, hij is gek op mijn tengere lijf. En hoewel ik toen mijn borstjes gingen groeien wel eens heb gehoopt dat ze groter zouden worden ben ik nu helemaal tevreden dat ze best wel klein zijn gebleven, ze passen echt bij mij. Louis noemt ze altijd ‘mes petites’ m’n kleintjes en behalve dat hij heel graag in me komt vindt hij het ook heel fijn op hun kleine roze tepels te sabbelen.
‘Alors, venez-ici, kom eens hier klein opdondertjes.’ Hij heeft zijn beide handen om mijn borsten gelegd en trekt me zachtjes aan mijn al stijve tepels naar zich toe. Ik moet er van giechelen en dan omarmt Louis me terwijl hij zijn ‘queue’ tussen mijn benen manoeuvreert. Hij tilt me met zijn handen onder mijn billen op alsof ik een veertje ben. Om niet te vallen sla mijn armen om zijn hals en klem ik mijn benen om zijn heupen, waar door hij zich diep in mij kan steken. En zo loopt de Koning van Frankrijk in zijn blootje met zijn al even blote vriendinnetje het water in. Hij loopt door tot het water net onder ‘mes petites’ staat. We koelen nauwelijks af omdat het water heerlijk lauw is door de zomerse warmte, het is opwindend zoals het om mijn blote lichaam wervelt. Zo knuffelen we elkaar een tijdje, stilstaand in het water, elkaar verliefd aankijkend, kussend.
X. Zara
Oops
In de introductie tekst .. ” in een meisje willen steken.” Zou volgens mij “wil” moeten zijn.
😘
Is aangepast
Thnx Borrborr, Gert heeft het meteen aangepast 🙂
Een mooi en lekker vervolg, Zara.
Blijf je min of meer de geschiedenis volgen of komt er een geile kink in